H3: tekstverbanden en signaalwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Welkom H2c!

• Terugblik
• H3 Lezen: Tekstverbanden en signaalwoorden
• Evaluatie

Periode 3

• Fictie: 3 leesboekopdrachten (weging 3)
• Spreekvaardigheid:  (weging 1)

 

NU: Leesvaardigheid H3-4 -> Leestoets H3-5

Wat heb jij tot nu toe gedaan om meer geld op je rekening te krijgen?

Hoe kun je snel zien welke deelonderwerpen Jansen in zijn boek behandelt?

Wat weet jij al over tekstverbanden
en signaalwoorden?

Lesdoel

Welk verband volgt na de eerste zin van alinea 2?

1. tegenstelling
2. opsomming

Welk verband herken je in de laatste zin van alinea 3?

1. opsomming
2. tegenstelling

Nu jullie!

Wat: bekijk de uitlegvideo van H3 Lezen en maak opdracht 1, 2 en 4

Waar: NN Online (planning)

Hoe: zelfstandig

Hulp: leerboek blz. 64

Tijd: twee lessen

Uitkomst: controle lesdoel

Klaar?: start met het volgende onderdeel, zie planning!

Huiswerk vrijdag 13 mei

• Leer de theorie over tekstverbanden en signaalwoorden (blz. 64) / uitlegvideo op NN Online (zie planning)

• Maak opdracht 1-2 en 4 (af) uit de planning op NN Online

Maar, hoewel, echter, toch, aan de ene kant, aan de andere kant, tegenover, ...

Signaalwoorden horen bij:

1. chronologisch verband
2. tegenstellend verband

Ten eerste, ten tweede, verder, ook, ten slotte, om te beginnen, 1, 2, 3, ...

Signaalwoorden horen bij:

1. opsommend verband
2. tegenstellend verband

Ik vond de toets moeilijk, maar ik had een goed cijfer.

1. tegenstellend
2. opsommend

Ik heb op school Engels en Nederlands. Bovendien hebben we wiskunde en geschiedenis.

1. opsommend
2. tegenstellend

Welk tekstverband herken je in
deze zin?

1. Opsommend verband
2. Tegenstellend verband

Wat voor tekstverband geeft het signaalwoord 'en' aan?

1. Tegenstellend
2. Opsommend

Wat voor tekstverband geeft het signaalwoord 'ook' aan?

1. opsommend
2. tegenstellend

Welk tekstverband geeft het signaalwoord 'enerzijds...anderszijds' aan?

1. Opsommend
2. Tegenstellend

Welk verband hoort bij het signaalwoord ECHTER?

1. Tegenstellend verband
2. Opsommend verband

Welk tekstverband zie je in deze zin?
Ik kreeg een hapje en een drankje.

1. Opsommend
2. Tegenstellend

Ik neem geen salade bij de lunch. Ten eerste houd ik er niet zo van; ten tweede ben ik allergisch voor de noten die erin zitten.

1. Tegenstellend verband
2. Opsommend verband

1. ja
2. een beetje
3. alleen met hulp
4. ik snap er niks van