7.2 ontstaan van nieuwe soorten

7.2 ontstaan van nieuwe soorten
7.2 Ontstaan van nieuwe soorten (deel 2)
1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quiz, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

7.2 ontstaan van nieuwe soorten
7.2 Ontstaan van nieuwe soorten (deel 2)

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  1. Je kunt uitleggen wat natuurlijke selectie inhoudt aan de hand van de begrippen struggle for live en survival of the fittest
  2. Je kunt voorbeelden noemen van natuurlijke selectie
  3. Je kunt uitleggen hoe een populatiesamenstelling kan veranderen door natuurlijke selectie
  4. Je kunt uitleggen wat allopatrische en sympatrische soortvorming inhoudt
  5. Je kunt natuurlijke selectie d.m.v seksuele selectie uitleggen
  6. Je kunt het verschil uitleggen tussen kunstmatige en natuurlijke selectie. 


Slide 2 - Slide

Natuurlijke selectie
(overzicht)
  • Struggle for life: dagelijkse strijd tussen organismen voor voorzieningen.
  • Variatie: binnen een populatie zijn er verschillende allelen door mutaties, recombinatie en crossing-over
  • Selectiedruk: de omgeving oefent een druk uit op de populatie die de overlevingskansen en voortplantingskansen van de individuen bepaald


  • Survival of the fittest: De individuen met eigenschappen die gunstig zijn bij de selectiedruk hebben de grootste overlevingskans en krijgen dus meer nakomelingen. Hun eigenschappen worden doorgegeven aan de nakomelingen waardoor deze eigenschappen dus meer voorkomen in de volgende generatie. 

Slide 3 - Slide

Natuurlijke selectie 
(struggle for life)
  • Er is een strijd om voorzieningen
  • Tussen individuen in een populatie is er competitie voor voedsel, ruimte en voortplantingspartners 


Slide 4 - Slide

Natuurlijke selectie 
(variatie)
Er is variatie binnen een soort

Variatie onstaat door:
  • Mutaties: Foutjes bij het kopieren van het DNA tijdens celdeling;
    Straling/mutagene stoffen kunnen ook mutaties veroorzaken
  • Geslachtelijke voortplanting: Eigenschappen (genen) van de moeder worden gecombineerd met de eigenschappen (genen) van de vader 
  • Crossing-over: tijdens celdeling treedt crossing over op tussen chromosomen

Slide 5 - Slide

Natuurlijke selectie (selectiedruk)
  • De omgeving oefent altijd een selectiedruk uit op de eigenschappen van de individuen in een populatie. 

  • De individuen die de meest gunstige eigenschappen hebben voor het leven in die omgeving zullen het makkelijkst overleven en daardoor vaker voortplanten. 

  • Deze eigenschappen zullen daardoor vaker worden doorgegeven naar de volgende generatie. In de volgende generatie zullen er dus relatief meer individuen deze eigenschappen hebben. 
  • Door de omgeving zijn er dus bepaalde eigenschappen geselecteerd die voornamelijk worden doorgegeven naar de volgende generatie. 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Natuurlijke selectie 
(survival of the fittest)
Individuen die het beste zijn aangepast aan de omgeving hebben de hoogste overlevingskans en kunnen daardoor het langste of meeste voortplanten. Deze individuen hebben de hoogste fitness
.

Voorbeeld: De antilope die het hardst en langst kan rennen zal het minst snel worden opgegeten door roofdieren en dus het langst overleven
en zich meer voortplanten. 


Het principe waarbij de individuen binnen een soort met de hoogste fitness hun eigenschappen doorgeven noemen we Natuurlijke selectie
.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Geef hier antwoord op de vraag van vorige slide

Slide 10 - Open question

Leerdoelen
1.  Je kunt uitleggen wat allopatische en sympatrische soortvorming inhoudt
2.  Je kunt natuurlijke selectie d.m.v seksuele selectie uitleggen
3. Je kunt het verschil uitleggen tussen kunstmatige en natuurlijke selectie. 


Slide 11 - Slide

Soortvorming door natuurlijke selectie
In de vorige les heb je geleerd dat populaties kunnen veranderen door de selectiedruk van de omgeving. 

Dit verklaard echter nog niet hoe een nieuwe soort ontstaat

Slide 12 - Slide

Soortvorming door natuurlijke selectie
Populaties kunnen door natuurlijk ontstane barrières opgesplitst worden.

Na de splitsing is er  reproductieve isolatie, er vind geen genenuitwisseling meer plaats tussen de groepen. 

Een verschillende selectiedruk en willekeurige mutaties zorgen ervoor dat de twee groepen steeds meer van elkaar gaan verschillen.

Dit kan als gevolg hebben dat de twee groepen na een lange tijd elkaar niet meer herkennen als soortgenoot of dat ze niet meer met elkaar kunnen voortplanten, er zijn dan 2 verschillende soorten ontstaan.  We spreken in dit geval van allopatrische soortvorming


Slide 13 - Slide

Seksuele selectie
Een belangrijk onderdeel van het doorgeven van de genen aan de volgende generatie is de voortplanting.

Partners worden vaak zorgvuldig gekozen in het dierenrijk.

Bepaalde eigenschappen kunnen een individu aantrekkelijker maken. Individuen met deze eigenschappen worden vaker gekozen als partner en zullen hun genen (eigenschappen) dus vaker doorgeven dan hun soortgenoten.

Deze vorm van natuurlijke selectie wordt seksuele selectie genoemd. 


Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Sympatrische soortvorming
Soortvorming zonder geologische barrières. 
  • Gevolg van gedragverschillen tussen populaties of verschil in voedseltype
Voorbeeld: 
Verschillende populaties orka's in noordoostelijk deel van grote oceaan jagen op verschillende prooien. De populatie die jaagt op walvissen paren niet meer met de walvissen die jagen op zeehonden. Door de tijd heen vindt er steeds minder contact plaats tussen de verschillende orka populaties. Hierdoor hopen de verschillen langzaam op, uiteindelijk zullen deze zo groot zijn dat ze 2 verschillende soorten zullen vormen.


Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Kunstmatige selectie
Bij fokken van dieren of kweken van planten selecteren mensen individuen op eigenschappen en laten ze deze individuen paren. 

Dit wordt ook wel kunstmatige selectie genoemd. De mens voert in dit geval de selectiedruk uit in plaats van de omgeving. 

Kunstmatige selectie heeft geleid tot honderden verschillende rassen honden. 

Slide 19 - Slide

Nog meer uitleg nodig?
https://biologiepagina.nl/Vwo4/N8Evolutie/inleiding.htm


Slide 20 - Slide