Grammar unit 2 recap

Grammar recap unit 2 
1 / 21
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Grammar recap unit 2 

Slide 1 - Slide

Unit 2 grammar: 
  • Conjunctions 
  •  past simple / present perfect 
  • the possesive 
  • onr. werkwoorden 
  • short answers 

Dit kun jij allemaal vinden in checkbook 2.13 B grammar 

Slide 2 - Slide

Conjunctions - voegwoorden 
Voegwoorden plakken twee zinsdelen aan elkaar. 

De volgende voegwoorden zijn er: 
and/both/because/so/ but / although/or/ either
as soon as/ until/ when/ if / unless

De lijst die jij moet kennen (stampen) staat in checkbook 2.13 B 

Slide 3 - Slide

I will call you .....(zodra) I get home.
A
when
B
as soon as
C
as quickly as
D
if

Slide 4 - Quiz

Would you like hot....(of) cold chocolate?
A
or
B
if
C
of
D
when

Slide 5 - Quiz

I've done this for you ....(want) I like you.
A
when
B
if
C
so
D
because

Slide 6 - Quiz

He likes playing football .....(en) tennis.
A
also
B
and

Slide 7 - Quiz

Past simple vs present perfect 
  • Past simple = verleden tijd 
  • werkwoord +ed bij regelmatige werkwoorden
  • onregelmatige werkwoorden veranderen helemaal
  • geeft aan dat iets in het verleden gebeurd en afgesloten is.
  • Present perfect = voltooide tijd 
  • have/has + voltooid deelwoord
  • Geeft aan dat iets gebeurd is  - tijd niet belangrijk 
  • iets wat in verleden begonnen is en nu nog zichtbaar is 
  • signaalwoorden : since/for/in

Slide 8 - Slide

Dominic.....for hours. (wachten)
A
has waited
B
have waited
C
was wating
D
were waiting

Slide 9 - Quiz

Last night I .....a bad dream. (hebben)
A
was having
B
had
C
have had
D
has had

Slide 10 - Quiz

I .....(werken) since 2011 but yesterday I..... (val) from the stairs in the canteen.
A
have worked/ fell
B
has worked/fall
C
have worked/fall
D
worked/ have fallen

Slide 11 - Quiz

She ......(zijn) a teacher for 12 years but last week she (worden) angry.
A
was/has become
B
was/ became
C
has been/ became
D
have been/ became

Slide 12 - Quiz

Hoe zie je de Past simple in een zin?

Slide 13 - Open question

Hoe zie je of je de present perfect moet gebruiken?

Slide 14 - Open question

Short anwers 
In korte antwoorden herhaal je het eerste werkwoord van de vraag.

She has beautiful hair, hasn't she? 
We have a break very soon, haven't we? 
She doesn't do funny stuff, does she? 

Slide 15 - Slide

It is going to snow today,........?
A
is it?
B
isn't it?
C
will it?
D
doesn't it?

Slide 16 - Quiz

Jackson will be late, .......?
A
won't he?
B
will he?
C
is he?
D
isn't he?

Slide 17 - Quiz

My mother cooks a lovely dinner, .......?
A
isn't she?
B
is she?
C
doesn't she?
D
does she?

Slide 18 - Quiz

Hoe komt do/does in een zin? 
Als er in je zin geen hulpwerkwoord staat dan moet je het werkwoord - do gebruiken. 

Slide 19 - Slide

Welke grammatica
is nog lastig?

Slide 20 - Mind map

Zelf oefenen 
  • Je gaat nu zelf oefenen in checkbook 2.13 
  •  Klik op zelf oefenen en klik op een onderdeel waar jij nog extra mee wilt oefenen. 
  • Leren voor de toets mag ook! Maar alleen als jij alle grammatica unit 2 snapt! 

Slide 21 - Slide