Les 14 - Herhaling

Herhaling toetsstof 
... en aanmelden bij de digitale methode. 
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Herhaling toetsstof 
... en aanmelden bij de digitale methode. 

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Als het goed is, weet je aan het eind van de les weer: 
- hoe we meervouden vormen; 
- hoe we bijvoeglijke naamwoorden gebruiken; 

Slide 2 - Slide

Digitale hulpmiddelen
- Pak je telefoon en open Magister; 
- Selecteer in de linkerbalk ELO - Leermiddelen; 
- Ga naar ne - KERN Nederlands; 
- Druk op het groene hoofdje rechts bovenin; 
- Voer de volgende code in: 81BK-XR8J

Slide 3 - Slide

Meervouden op -en
Veel woorden hebben een meervoud op -en: 
- soms is het genoeg om -en direct achter het woord te plakken; 
- soms moet er een klinker worden weggelaten of een medeklinker worden toegevoegd; 
- soms verandert de -s in een -z of de -f in een -v. 

Slide 4 - Slide

Meervouden op -s of -'s
Sommige woorden hebben een meervoud op een -s. 
Als dit het geval is, dan horen we dat. 

Meestal schrijven we de -s direct aan het enkelvoud vast; 
dit doen we niet als het tot uitspraakproblemen leidt; 
dit is vaak het geval bij woorden die eindigen op een -a, -i, -o, -u of -y. 
Dit geldt niet bij samengestelde klanken in leenwoorden. 

Slide 5 - Slide

Schrijf de juiste meervoudsvormen op
industrie
baby
milieu
plantenbak
slimmerik

plumeau
woordenboek
olieverf
vreugdedans
maffioso
haarspray
vredesduif
provincie
paragraaf
slagroomsoes

Slide 6 - Slide

Schrijf de juiste meervoudsvormen op
industrieën
baby's
milieus
plantenbakken
slimmeriken

plumeaus
woordenboeken
olieverf (geen mv!)
vreugdedansen
maffiosi
haarsprays
vredesduiven
provincies/provinciën
paragrafen
slagroomsoezen

Slide 7 - Slide

Bijvoeglijke naamwoorden
Bijvoeglijke naamwoorden vertellen iets over het zelfstandig naamwoord. 
Meestal hebben ze een onverbogen vorm (zonder -e) en een verbogen vorm (met een -e) 
De meeste bijvoeglijke naamwoorden kunnen we in de vergrotende (+er) of de overtreffende (+st) trap zetten. 

Slide 8 - Slide

Gebruik bijvoeglijke naamwoorden
We gebruiken de onverbogen vorm wanneer: 
- het bijvoeglijk naamwoord achter het zelfstandig naamwoord staat; 
- het lidwoord 'een' gebruikt woord bij een woord dat een het-woord is. 

Van de stellende en de vergrotende trap kunnen we een verbogen vorm maken door er een -e achter te zetten. 

Slide 9 - Slide

Bijzondere bijvoeglijke naamwoorden
Een bijzondere vorm van het bijvoeglijk naamwoord is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord. Dit geeft aan van welk materiaal iets is gemaakt en eindigt meestal met een -n. Dit geldt niet altijd voor 'nieuwe' stoffen. 

Een andere bijzondere vorm is het bijvoeglijk naamwoord dat afgeleid is van het voltooid deelwoord. Deze vorm schrijven we altijd zo kort mogelijk op; hierbij houden we wel rekening met de uitspraak. 

Slide 10 - Slide

Let op!
Sommige woorden zien eruit als bijvoeglijke naamwoorden, maar zijn het niet! 

Als een woord dat eruit ziet als een bijvoeglijk naamwoord niet iets zegt over een zelfstandig naamwoord, is het geen bijvoeglijk naamwoord, maar een bijwoord. In dit geval gebruiken we de onverbogen vorm (dus zonder -e). 

Slide 11 - Slide

Schrijf de juiste vorm van de bijvoeglijk naamwoorden op
Volgens mij is de winst van een (goud) medaille de (fantastische) ervaring ooit.
Van al die mannen ziet die man met het (rood) haar er het (breed), (gemeen) en (gevaarlijk) uit.
De koning scoort (goed) dan ooit: hij is volgens velen het (geloofwaardige) staatshoofd van Europa. 
Een (heet) dag met (fel) zon betekent goed insmeren! Niets (vervelend) dan een (verbranden) huid.
De bejaarde man heeft een (breken) arm, een (verbrijzelen) voet en een (kneuzen) sleutelbeen aan zijn val overgehouden. De (veel) pijn heeft hij aan zijn arm.

Slide 12 - Slide

Schrijf de juiste vorm van de bijvoeglijk naamwoorden op
Volgens mij is de winst van een gouden medaille de meest fantastische ervaring ooit.
Van al die mannen ziet die man met het rode haar er het breedst, gemeenst en gevaarlijkst uit.
De koning scoort beter dan ooit: hij is volgens velen het meest geloofwaardige staatshoofd van Europa. 
Een hete dag met felle zon betekent goed insmeren! Niets vervelender dan een verbrande huid.
De bejaarde man heeft een gebroken arm, een verbrijzelde voet en een gekneusd sleutelbeen aan zijn val overgehouden. De meeste pijn heeft hij aan zijn arm.

Slide 13 - Slide

Aan de slag
Oefen nu met de drillsters bij taalverzorging 
§A2: Meervoudsvorming en bijvoeglijke naamwoorden

Slide 14 - Slide