Maak opdracht 4 van §1.1 (werkboek p.8) én opdracht 4 en 5 van de vaardighedenparagraaf (werkboek p.6-7).
Zelfstandig.
Gebruik je aantekening van de gebergtevormen en de leertekst van §1.1.
15 minuten
Je kan met behulp van een reliëfkaart bepalen welke gebergtevorm een landschap heeft. Je kan ook een hoogteprofiel met behulp van hoogtelijnen tekenen.
Maak opdracht 5 van §1.1 (werkboek p.9).