What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Herhaling Kapitel 2 (Toetsstof)
Kapitel 2 (afronding)
Stammbaum
Kennistoets
1 / 38
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
38 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
4 videos
.
Lesson duration is:
40 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Kapitel 2 (afronding)
Stammbaum
Kennistoets
Slide 1 - Slide
Wat moet je kunnen/kennen?
Woordjes Leren voor Kap. 2
Oefenen kan in Noordhof
Werkwoorden haben en sein en pers. vnw.
Getallen tot 100
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Slide 6 - Video
(haben) Sie .......
A
habe
B
haben
Slide 7 - Quiz
(sein): wir ...
A
sind
B
sein
C
seid
D
ist
Slide 8 - Quiz
(sein): sie...
A
bin
B
ist
C
sind
D
seid
Slide 9 - Quiz
sein:
du ...
A
bist
B
bin
C
sind
Slide 10 - Quiz
sein:
ihr ...
A
sind
B
seit
C
seid
Slide 11 - Quiz
sein: Sie
A
seid
B
ist
C
sind
D
war
Slide 12 - Quiz
du .................... (sein)
A
sein
B
bist
C
sind
D
seid
Slide 13 - Quiz
Vul de juiste uitgang bij haben/sein in:
Ich (sein)
A
bin
B
bist
C
ist
D
sind
Slide 14 - Quiz
haben ( sie )
A
hat
B
habt
C
haben
D
habe
Slide 15 - Quiz
Ihr .................... (haben)
A
haben
B
habt
C
habe
Slide 16 - Quiz
Es .................... (haben)
A
habt
B
hast
C
haben
D
hat
Slide 17 - Quiz
haben: ihr
A
haben
B
habt
C
habe
D
hast
Slide 18 - Quiz
haben: Paula
A
habt
B
haben
C
hat
D
sind
Slide 19 - Quiz
haben: wir
A
habt
B
habe
C
haben
D
sind
Slide 20 - Quiz
Er ................. (haben) Hunger.
A
haben
B
hast
C
habe
D
hat
Slide 21 - Quiz
Slide 22 - Video
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Het werkwoord haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben
habst
habben
Slide 25 - Drag question
sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind
sein
sein
Slide 26 - Drag question
De Persoonlijke voornaamwoorden
Slide 27 - Slide
Het persoonlijk voornaamwoord: U
A
Sie
B
sie
C
wir
D
ihr
Slide 28 - Quiz
Hoe onthoud je het persoonlijk voornaamwoord?
A
Door jezelf af te vragen wie, wat, waar enz.
B
IDEWIS
C
Door er der, die of das voor te zetten
D
Door bij je buurman te kijken
Slide 29 - Quiz
Het persoonlijk voornaamwoord: ik
A
ich
B
du
C
wir
D
ihr
Slide 30 - Quiz
Het persoonlijk voornaamwoord: u
A
Sie
B
sie
C
wir
D
ihr
Slide 31 - Quiz
Het persoonlijk voornaamwoord: wij
A
ihr
B
er
C
wir
D
sie
Slide 32 - Quiz
Het persoonlijk voornaamwoord: het
A
er
B
es
C
Sie
D
wir
Slide 33 - Quiz
Wat is een persoonlijk voornaamwoord
A
Woorden die een tijdstip aangeven
B
Woorden die een plaats aangeven
C
ik, jij, hij, zij, het, wij, jullie,zij, u
Slide 34 - Quiz
Vraagwoorden
Leerdoel:
aan het eind van de les ken je acht Duitse vraagwoorden:
wer - was - wo - warum - wie - wann - wohin - woher
Slide 35 - Slide
De vraagwoorden: Lees ze door
NE
DU
waarom
warum
wie
wer
wat
was
waar
wo
waarheen
wohin
waarvandaan
woher
hoe
wie
wanneer
wann
welke
welche
De vraagwoorden:
De W-Fragewörter
Slide 36 - Slide
Viel Erfolg!!!!
Slide 37 - Slide
Vraagwoorden.
hoe?
waar?
waarom?
wat?
wie?
warum?
wie?
wo?
was?
wer?
Slide 38 - Drag question
More lessons like this
2e Proefwerk Duits H2
September 2023
- Lesson with
30 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
1e Proefwerk Duits H2 & M2
September 2024
- Lesson with
35 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
MAVO ww & haben/sein
October 2024
- Lesson with
48 slides
Duits
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3
Haben en sein herhaling
June 2021
- Lesson with
47 slides
Duits
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1,2
K1 persoonlijk voornaamwoord & werkwood sein
September 2019
- Lesson with
14 slides
Duits
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Haben und sein
November 2022
- Lesson with
25 slides
Duits
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1,2
Haben und sein
September 2022
- Lesson with
25 slides
Duits
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1,2
sein und haben üben
October 2022
- Lesson with
25 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 1,2