This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Fictie
Slide 1 - Slide
Lesdoel
Je kan/weet:
beoordelingswoorden gebruiken voor je oordeel over een boek / film / serie / game.
Slide 2 - Slide
Beoordeling
Een beoordeling van een verhaal bestaat uit je mening en jouw argumenten.
De mening is de uitspraak waar je ‘ik vind’ of ‘volgens mij’ voor kunt zetten. Met de argumenten leg je uit waarom je dat vindt. (je kan dan bijvoorbeeld de signaalwoorden 'omdat' of 'want' gebruiken)
Slide 3 - Slide
Je kunt een verhaal of serie op een aantal kenmerken beoordelen, waaronder:
Personen: Vond je de personages geloofwaardig en goed beschreven? Kon je je goed inleven in de hoofdpersoon? Herkende je bepaalde emoties of gedrag?
Gebeurtenissen: Kwamen de gebeurtenissen realistisch op jou over? Heb je zelf zoiets meegemaakt of ken je anderen die iets dergelijks hebben meegemaakt? Werd je aan het denken gezet?
Opbouw: Was het verhaal lastig te lezen of juist niet? Vond je het spannend? Hoe vond je het einde?
Taalgebruik: Vond je het taalgebruik moeilijk of makkelijk? Was het beeldend? Kon je voor je zien wat de schrijver bedoelde?