Fictie les 4

Fictie
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Fictie

Slide 1 - Slide

Deze les
Je leert verder over:
  • hoe je een verhaal beoordeelt middels beoordelingswoorden.

Slide 2 - Slide

Beoordeling
Een beoordeling van een verhaal bestaat uit je mening en jouw argumenten.

De mening is de uitspraak waar je ‘ik vind’ of ‘volgens mij’ voor kunt zetten. Met de argumenten leg je uit waarom je dat vindt. (je kan dan bijvoorbeeld de signaalwoorden 'omdat' of 'want' gebruiken)

Slide 3 - Slide

Je kunt een verhaal of serie op een aantal kenmerken beoordelen, waaronder:
  • Personen: Vond je de personages geloofwaardig en goed beschreven? Kon je je goed inleven in de hoofdpersoon? Herkende je bepaalde emoties of gedrag?

  • Gebeurtenissen: Kwamen de gebeurtenissen realistisch op jou over? Heb je zelf zoiets meegemaakt of ken je anderen die iets dergelijks hebben meegemaakt? Werd je aan het denken gezet?

  • Opbouw: Was het verhaal lastig te lezen of juist niet? Vond je het spannend? Hoe vond je het einde?

  • Taalgebruik: Vond je het taalgebruik moeilijk of makkelijk? Was het beeldend? Kon je voor je zien wat de schrijver bedoelde?

Slide 4 - Slide

Game on - Cis Meijer
Patroon - Marco Kunst
Faketrip - Margje Woodrow
Match - Buddy Tegenbosch 
Verschijningen - Hilda Spruit

Slide 5 - Slide

Opdracht 6
We maken opdracht 6 op blz. 9-10 van het werkboekje.

1. Je kiest uit de net getoonde trailers twee uit die jou aanspreken. Leg met beoordelingswoorden uit waarom je voor deze twee trailers kiest.

2. Schrijf nu een beoordeling over jouw eigen leukste boek, boekenserie, tv-serie of film in 150 - 200 woorden. (zie werkboekje voor alle eisen)
Deze beoordeling lever je bij mij in. (Gebruik ter inspiratie je tekst die je gisteren tijdens de les hebt gemaakt.)

3 Keuzeopdracht; deze maak je thuis als huiswerk.


Slide 6 - Slide

Met beoordelingswoorden kun je je mening uitleggen.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

Wat zijn beoordelingswoorden bij een PERSOON?
A
knap
B
aardig
C
kind
D
held

Slide 8 - Quiz

Welke woorden hieronder zijn beoordelingswoorden?
A
Argument
B
Interessant
C
Spannend
D
Non-fictie

Slide 9 - Quiz

Zoek 3
beoordelingswoorden
over het verhaal of een
persoon.

Slide 10 - Open question