2m - Les 7 - 4.3 Schakelingen

1 / 34

Slide 1: Slide

NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat neem je mee?

- Boek

- Laptop

- Geo

- Rekenmachine

- Pen + potlood + gum

- (Ruitjesschrift of ruitjespapier in de multomap)

- Routekaart

Slide 2 - Slide

Pak alleen je boek

Neem je huiswerk voor je

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Hoe groot is de
spanning?

Slide 14 - Open question

Is deze stroomkring
open of gesloten?

Open

Gesloten

Slide 15 - Quiz

Noem drie spanningsbronnen

Slide 16 - Open question

Welk mannetje is
"spanning"?

Rood

Geel

Groen

Slide 17 - Quiz

Leerdoelen

Je kunt twaalf symbolen in schakelschema's tekenen.

Je kunt parallelschakelingen en serieschakelingen

tekenen.

Je kunt uitleggen hoe groot de stroomsterkte

in een schakeling is.

Slide 18 - Slide

Een gesloten stroomkring

Als de stroomkring ergens onderbroken/geblokkeerd wordt, werkt hij niet meer.

Een stroomkring die helemaal rond gaat noem je gesloten

Slide 19 - Slide

Stroomsterkte meten

De stroomsterkte is overal even groot, dus je kunt de meter overal plaatsen.

Slide 20 - Slide

Spanning

Om een stroom te laten lopen heb je spanning nodig.

Je kunt dit vergelijken met een ballon

Slide 21 - Slide

Spanningsbron

Een spanningsbron kan een spanning geven.

Zoals een batterij, accu, stopcontact.

Slide 22 - Slide

Spanning groter maken

1 batterij geeft een spanning van 1,5 V

Als je de batterijen achter elkaar plaatst met + en - tegen elkaar

geven ze samen en spanning van 3,0 V

Slide 23 - Slide

Schakelschema

Als je iemand wil uitleggen hoe

een schakeling gemaakt moeten

worden, gebruik je een schakelschema

met symbolen.

Slide 24 - Slide

Symbolen

Deze symbolen moet je leren

Slide 25 - Slide

Serieschakeling

Bij een serieschakeling zijn er geen vertakkingen.

Je kan maar op 1 manier door de schakeling lopen.

Slide 26 - Slide

Parallelschakeling

Bij een parallelschakeling

heeft ieder lampje zijn

eigen stroomkring.

Slide 27 - Slide

Stroomsterkte bij serie en parallel

Bij een serieschakeling is de stroomsterkte overal gelijk.

Bij een parallelschakeling is de totale stroomsterkte de stroomsterkte door ieder lampje bij elkaar opgeteld.

2 A

2 A 2 A

2 A

4 A

Slide 28 - Slide

Aan de slag

We gaan proef 4 en 5 doen. (blz 178 en verder)

Huiswerk is opgave 1 t/m 11 van blz 160 en verder

Slide 29 - Slide

Begrippen uit deze les

Slide 30 - Slide