1TL 31 maart

WELKOM
3 Kader
Welkom
1TL
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

WELKOM
3 Kader
Welkom
1TL

Slide 1 - Slide

Afspraken
  • Mobiel in de bak.
  • Als de docent praat, luisteren we.
  • Als we iets willen zeggen of antwoord geven, steken we onze hand op.
  • We luisteren als een medeleerling een vraag stelt.
  • We doen mee in de les.
  • We maken ons huiswerk.

Slide 2 - Slide

Programma van de les

Programma:

  • Opening
  • Aanwezigheid
  • Huiswerk
  • Afsluiting

Lesdoel:
Ik kan de betekenis van een onbekend woord vinden met behulp van een bekend woorddeel



Slide 3 - Slide

Allereerst...
Is iedereen aanwezig?

Slide 4 - Slide

Doel
Ik kan de betekenis van een onbekend woord vinden met behulp van een bekend woorddeel.

Slide 5 - Slide

Huiswerk nakijken
Maken H5 Oranje 'Woordenschat' -een bekend woorddeel zoeken
Startopdracht en opdracht 1 t/m 4

Slide 6 - Slide

Woordenschat H5
'een bekend woorddeel zoeken'

Slide 7 - Slide

Woordenschat H5
Maak de rest van de opdrachten:
5 t/m 8

Slide 8 - Slide

Een bekend woorddeel zoeken
  • Als je de betekenis van een woord niet kent, kun je op zoek gaan naar een bekend deel van het woord (woorddeel)
  • Dit kan bij: 
  1. Woorden die samengesteld zijn (inkoopmedewerker)

  2. Woorden met een voorvoegsel (ongezond)
  3. Achtervoegsel (naamloos)

Slide 9 - Slide

Zo zoek je een bekend woorddeel
  • Kijk welke delen van het woord jij al kent. 
  • Kijk of er een voorvoegsel voor het woord staat, bijvoorbeeld: on-, ont-, her-.
  • Kijk of er een achtervoegsel achter het woord staat, bijvoorbeeld: -vol, -loos.

Slide 10 - Slide

Een bekend woorddeel zoeken
Als je de betekenis van een woord niet kent, kun je op zoek gaan naar een bekend deel van het woord. 
Dan kan bij:

- Woorden die zijn samengesteld uit twee woorden. Bijvoorbeeld: inkoopmedewerker.
Je kent het woord inkoop en het woord medewerker. Een inkoopmedewerker is dus iemand in het bedrijf die meehelpt met de inkoop.

- Woorden met een voorvoegsel. Bijvoorbeeld: ongezond. Je weet dat -on hetzelfde is als niet of zonder. Ongezond betekent dus: niet gezond

- Woorden met een achtervoegsel. Bijvoorbeeld: naamloos. Je weet dat -loos hetzelfde is als zonder. Naamloos betekent dus dat iets zonder naam, het heeft geen naam.

Hoe een bekend woorddeel zoeken?
Kijk welke delen van het woord jij al kent 
 Kijk of er een voorvoegsel voor het woord staat, bijvoorbeeld: on-, ont-, her- 
Kijk of er een achtervoegsel achter het woord staat, bijvoorbeeld -vol, -loos 

Slide 11 - Slide

Samenvatting
Je weet dat je de betekenis van moeilijke woorden kunt vinden door een bekend woorddeel te zoeken.

Dit kan bij:

  1. Samengestelde woorden (woorden die uit twee woorden bestaan.
  2. Woorden met een voorvoegsel (on-, her-, ...)
  3. Woorden met een achtervoegsel (-loos, -vol, ...)

Slide 12 - Slide

Terugblik
Hoe vond je de les gaan?
Wat heb je geleerd?

Slide 13 - Slide

NOG NIET KLAAR .... 

Slide 14 - Slide