PW hfst 6 Negatieve getallen

Hoe worden in de som 2 + 5 de getallen 2 en 5 genoemd?
1 / 40
next
Slide 1: Open question
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoe worden in de som 2 + 5 de getallen 2 en 5 genoemd?

Slide 1 - Open question

Wat hoort er op de puntjes: -2 ....... 2
A
<
B
>
C
=

Slide 2 - Quiz

9 - 17=
A
8
B
-8
C
26
D
-26

Slide 3 - Quiz

-3 + 24
A
27
B
-27
C
21
D
-21

Slide 4 - Quiz

-23 - 12
A
-35
B
35
C
-11
D
11

Slide 5 - Quiz

-4 + -19
A
15
B
-23
C
23
D
-15

Slide 6 - Quiz

12 - - 25
A
-37
B
37
C
13
D
-13

Slide 7 - Quiz

-17 - - 16
A
-1
B
1
C
-33
D
33

Slide 8 - Quiz

-1 - 3 =

Slide 9 - Open question

5 + - 3 =

Slide 10 - Open question

-8 - - 8 =

Slide 11 - Open question

8 - + 8 =

Slide 12 - Open question

Maak de zinnen af en zet ze in de goede volgorde:
zin A Optellen en ...... van links naar .....
zin B Binnen de ........ berekenen
zin C Vermenigvuldigen .........

Slide 13 - Open question

-18 + (-34 + -23) =

Slide 14 - Open question

14 + 2 x 5 =

Slide 15 - Open question

28 - (4 + 3) x 3 =

Slide 16 - Open question

19 - 3 x 4 + 7 =

Slide 17 - Open question

-17 - (-40 + - 13) =

Slide 18 - Open question

Vul de vermenigvuldigtabel op je werkblad in. Type hieronder het woord klaar, zodra je hem ingevuld hebt.

Slide 19 - Open question

-30 : -6 =

Slide 20 - Open question

30 x -2 =

Slide 21 - Open question

6 x -6 =

Slide 22 - Open question

8 : -1 =

Slide 23 - Open question

-3 x -7 =

Slide 24 - Open question

-75 : -25 =

Slide 25 - Open question

Gerard woont aan de Atlantische oceaankust. Hij vist met twee hengels. De ene hengel gaat tot -23 meter, de andere hengel tot -69 meter.
Bereken het hoogte verschil tussen de hengels. Vergeet niet je berekening neer te zetten.

Slide 26 - Open question

-12 + -3 =
A
-15
B
-9
C
9
D
15

Slide 27 - Quiz

-6 - -1=
A
-8
B
-7
C
-5
D
-4

Slide 28 - Quiz

-33 x 10 =
A
-330
B
-43
C
43
D
330

Slide 29 - Quiz

-160 : - 20 =
A
-80
B
-8
C
8
D
80

Slide 30 - Quiz

Vul in: In 8 - - 3 is de tweede min een .......

Slide 31 - Open question

Vul in: De getallen -112 en 112 zijn ........

Slide 32 - Open question

Vul in: Een ander woord voor deling is .....

Slide 33 - Open question

Noteer het tegengestelde van -8

Slide 34 - Open question

Noteer het tegengestelde van 0

Slide 35 - Open question

Noteer het tegengestelde van -6

Slide 36 - Open question

Vul op je werkblad de vermenigvuldigpiramide in. Type daarna hier het woord klaar.

Slide 37 - Open question

Bereken het quotiënt van 56 en 8.

Slide 38 - Open question

Bereken het product van 12 en 4.

Slide 39 - Open question

Bereken het quotiënt van het product van 4 en 8 en het verschil van 15 en 7.

Slide 40 - Open question