V1C Hoofdstuk 6 toets

Voorbereidingsles
 
Hoofdstuk 6 toets

Rekenen 
met 
negatieve getallen
1 / 30
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Voorbereidingsles
 
Hoofdstuk 6 toets

Rekenen 
met 
negatieve getallen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Voor de toets moet je de volgende onderdelen onder de knie hebben:
a) Wat het absolute verschil is tussen getallen
b) Positieve en negatieve getallen optellen
c) Positieve en negatieve getallen aftrekken
d) Wat tegengestelde getallen zijn
e) Regels voor rekenvolgorde
f) Rekenen met negatieve getallen
g) Wat product, quotiënt, som en verschil is
h) Volgorde van bewerkingen met twee mintekens

Slide 2 - Slide

Quiz Time!

Slide 3 - Slide

In Madrid is het op dit moment 5 graden en in Amsterdam -5 graden. Wat is het temperatuurverschil?
A
5
B
10
C
7
D
15

Slide 4 - Quiz

- 2 - 5 = ........
A
-7
B
-6
C
7
D
6

Slide 5 - Quiz

4 + - 2 = .......
A
-2
B
5
C
3
D
2

Slide 6 - Quiz

- 7 - - 7 = ......
A
14
B
- 7
C
0
D
- 14

Slide 7 - Quiz

10 x - 6 = .....
A
60
B
- 30
C
30
D
- 60

Slide 8 - Quiz

Kies de goede tegengestelde getallen van 3 , -5 en 8
A
- 3, 5 en -8
B
1.5, -2.5 en 4
C
6, 10, 16
D
- 3, -5 en -8

Slide 9 - Quiz

Bereken het product van 5 en - 4
A
- 9
B
9
C
20
D
- 20

Slide 10 - Quiz

Bereken de som van - 8 en 19
A
8
B
- 8
C
- 11
D
11

Slide 11 - Quiz

Bereken het verschil van - 18 en 3
A
21
B
- 15
C
15
D
- 21

Slide 12 - Quiz

Bereken het quotient van 25 en 5
A
- 5
B
- 20
C
20
D
5

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Video

Waar moet je op letten
bij negatieve getallen?

Slide 15 - Mind map

Welke van onderstaande getallen zijn 
negatieve getallen en welke positieve getallen?
Positief getal
Negatief getal
0
12
-6
-4
7
-0,02
0,0001

Slide 16 - Drag question

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Negatief gebeuren zeg: 
Laten we het leuk maken!

Je krijgt elke keer een getal. Dit is het antwoord. Probeer zoveel mogelijk sommen in te voeren waarbij de uitkomst dat getal is.

Slide 22 - Slide

- 6

Slide 23 - Open question

15

Slide 24 - Open question

- 10

Slide 25 - Open question

- 24

Slide 26 - Open question

12

Slide 27 - Open question

Werken aan de diagnostische toets
Belangrijk voor de toets is dat je oefent.
De diagnostische toets is hiervoor een heel goed hulpmiddel.

Bladzijde 33 en 34

Slide 28 - Slide

Heb je nog een vraag over de lesstof?

Slide 29 - Poll

Ik heb de leerdoelen onder de knie en voel mij voorbereid op de toets
0100

Slide 30 - Poll