Woordsoorten

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Woordsoorten

Benoem de woordsoorten:
Woordsoorten zijn lastig.

'Woordsoorten' is

1. znw
2. ww
3. bnw
4. lw

Benoem de woordsoorten:
Woordsoorten zijn lastig.

'lastig' is

1. znw
2. ww
3. bnw
4. lw

Hoe noem je de volgende woordsoorten?

in, op, onder, door

1. lidwoorden
2. voorzetsels
3. telwoorden
4. bijvoeglijke voornaamwoorden

Benoem de woordsoorten:
Wie heeft de mooiste prijs gewonnen?
gewonnen is ..

1. vz
2. znw
3. zww
4. hww

Oma heeft een lekkere cake gebakken. 

Oma

heeft

lekkere

gebakken

hww

bnw

znw

zww

Benoem de woordsoorten:
Het is koud buiten.
Het is ..

1. lw
2. pers. vnw
3. bez. vnw
4. bnw

Ik wil naar buiten, maar ik vind het te koud.

1. nevenschikkend voegwoord
2. onderschikkend voegwoord

Hoewel het zonnig lijkt, is het toch koud.

1. nevenschikkend voegwoord
2. onderschikkend voegwoord

Het feest ging door, nadat we naar huis zijn gegaan.

1. nevenschikkend voegwoord
2. onderschikkend voegwoord

Maak zelf een zin met het voegwoord 'dus'.

Maak zelf een zin met het voegwoord 'omdat'.

Samengevat

Nevenschikkende voegwoorden gebruik je bij gelijkwaardige delen. De delen kun je los van elkaar gebruiken en blijven kloppende zinnen.

Onderschikkende voegwoorden gebruik je bij ongelijkwaardige delen. De delen kun je niet los van elkaar gebruiken, want dan worden ze ongrammaticaal.