What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
2.8 Grammatica woordsoorten
2.8 Grammatica woordsoorten
1 / 34
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-3
This lesson contains
34 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
2.8 Grammatica woordsoorten
Slide 1 - Slide
Bedenk zelf een zin met de volgende structuur: bijzin-hoofdzin-bijzin
Slide 2 - Open question
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Bedenk zelf een zin met een tussenwerpsel. Denk aan de leestekens.
Slide 5 - Open question
A
persoonlijk vnw
B
bezittelijk vnw
C
wederkerend vnw
D
aanwijzend vnw
Slide 6 - Quiz
Welke woordsoort ontbreekt in de zin:
De paarden grazen ___ de wei.
A
bijvoeglijk naamwoord
B
werkwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
voorzetsel
Slide 7 - Quiz
A
aanwijzend vnw
B
vragend vnw
C
onbepaald vnw
Slide 8 - Quiz
A
aanwijzend vnw
B
vragend vnw
C
onbepaald vnw
Slide 9 - Quiz
Benoem de woordsoorten:
Woordsoorten zijn lastig.
'lastig' is
A
zn
B
ww
C
bn
D
lw
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Slide
Maak opdracht 3 en 5 van par. 2.8. Klaar? Werk verder aan de weektaak.
Welke vragen heb je?
Slide 12 - Open question
Benoem de woordsoorten:
Wie heeft de mooiste prijs gewonnen?
heeft is ..
A
hww
B
zn
C
bn
D
zww
Slide 13 - Quiz
Bedenk zelf een zin waarin een voegwoord twee zinsdelen verbinden.
Slide 14 - Open question
A
persoonlijk vnw
B
bezittelijk vnw
C
wederkerend vnw
D
aanwijzend vnw
Slide 15 - Quiz
Woordsoorten die je moet kennen:
lidwoord
werkwoord: zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord
zelfstandige naamwoord
voorzetsel
bijvoeglijk naamwoord
voornaamwoorden: aanwijzend, vragend, persoonlijk, bezittelijk en wederkerend
Telwoorden - hoofd- en rangtelwoorden, bepaald en onbepaald
Slide 16 - Slide
Benoem de woordsoorten:
Woordsoorten zijn lastig.
'Woordsoorten' is
A
zn
B
ww
C
bn
D
lw
Slide 17 - Quiz
Benoem de woordsoorten:
Wie heeft de mooiste prijs gewonnen?
prijs is ..
A
vz
B
zn
C
bn
D
lw
Slide 18 - Quiz
Hoe noem je de volgende woordsoorten?
in, op, onder, door
A
lidwoorden
B
voorzetsels
C
telwoorden
D
aanwijzende voornaamwoorden
Slide 19 - Quiz
Benoem de woordsoorten:
Wie heeft de mooiste prijs gewonnen?
gewonnen is ..
A
vz
B
zn
C
zww
D
hww
Slide 20 - Quiz
Welk woord is een bijvoeglijk naamwoord?
'Judith trok een vragend gezicht.'
A
vragend
B
trok
C
gezicht
D
Judith
Slide 21 - Quiz
A
persoonlijk vnw
B
bezittelijk vnw
C
wederkerend vnw
D
vragend vnw
Slide 22 - Quiz
De brand heeft het oude boerderijtje verwoest.
_______
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
voorzetsel
Slide 23 - Quiz
Wat is het vragend voornaamwoord?
A
het
B
is
C
wat
D
vragend
Slide 24 - Quiz
De brand heeft het oude boerderijtje verwoest.
___________
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
voorzetsel
Slide 25 - Quiz
De brand heeft het oude boerderijtje verwoest.
______________
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
voorzetsel
Slide 26 - Quiz
De brand heeft het oude boerderijtje verwoest.
________
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
voorzetsel
Slide 27 - Quiz
Wie heeft de code van Showbie al gekregen?
____
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
D
voorzetsel
Slide 28 - Quiz
Wie heeft de code van Showbie al gekregen?
____
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
D
voorzetsel
Slide 29 - Quiz
Wie heeft de code van Showbie al gekregen?
_______
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
D
voorzetsel
Slide 30 - Quiz
Wie heeft de code van Showbie al gekregen?
___________
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
D
voorzetsel
Slide 31 - Quiz
Welke woordsoort ontbreekt in de zin:
Het ____ meisje kan erg goed zingen.
A
bijvoeglijk naamwoord
B
werkwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
voorzetsel
Slide 32 - Quiz
Welke woordsoort ontbreekt in de zin:
Janneke heeft een mooi ____ aan.
A
lidwoord
B
werkwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
voorzetsel
Slide 33 - Quiz
Welke woordsoort ontbreekt in de zin:
De koeien _____ weer naar buiten.
A
lidwoord
B
werkwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
voorzetsel
Slide 34 - Quiz
More lessons like this
Grammatica woordsoorten leerjaar 3
April 2022
- Lesson with
34 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-3
Grammatica woordsoorten leerjaar 3
March 2022
- Lesson with
31 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-3
Woordsoorten
June 2020
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Week 28 Ne 2M2 Woordsoorten
July 2020
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
3tl hfd 3 Grammatica woordsoorten ZELFST ( 2B )
March 2023
- Lesson with
39 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Les 4 O-uur Woordsoorten
December 2023
- Lesson with
29 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
2HM - weektaak - grammatica woordsoorten en zinsdelen
March 2021
- Lesson with
38 slides
nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Woordsoorten - uitleg en oefenen
June 2022
- Lesson with
33 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1