Les 3: Werkwoorden met stam -t: TT en VT

Jullie letten niet op.

1 / 6

Slide 1: Slide

SpellingSpeciaal OnderwijsLeerroute 4

This lesson contains 6 slides, with text slides.

Lesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Jullie letten niet op.

Slide 1 - Slide

Wat leer je vandaag?

Ik kan de verleden tijd van werkwoorden

waarvan de stam eindigt op -t schrijven.

Slide 2 - Slide

Voorbeeld

Praten - praat

Enkelvoud

praat

praatte

Meervoud

praten

praatten

Slide 3 - Slide

Oefenen

Blaten

Barsten

Stoten

Begroeten

Slide 4 - Slide

Dictee

1. Luister goed naar de meester.

2. Denk goed na hoe je het woord schrijft.

3. Schrijf het woord op.

4. Controleer of je het goed geschreven hebt.

Slide 5 - Slide

Controleer je antwoorden

1. richtten

5. rusten

2. vluchtten

6. wachten

3. stootten

7. kaarten

4. zette

8. sporten

Slide 6 - Slide

Les 3: Werkwoorden met stam -t: TT en VT

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

More lessons like this

Proefles o.v.t. zwakke en sterke werkwoorden, 1F

Spelling tegenwoordige tijd en verleden tijd - basisregels en stappen

T2L9: Supertalenten

werkwoorden tegenwoordige tijd

Engelse werkwoorden

Spelling T2L5: Ik, jij of wij

SCC D2 L10 Het werkwoord

Werkwoordspelling