B1 herhaling unidad 2 compañeros

• Spaans
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1-3

Herhaling toetsstof periode 2

De presente van ser (p. 24)

Meervoud van zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden (p. 24)

Getallen 1 t/m 100 (p. 27 / p. 97)

Dagen van de week (p. 23)

Woordenlijst Unidad 2 (studygo)

Jezelf voorstellen (p. 29 ej. 4. vraag 1, 2, 3, 4 en 7)

Proefwerk H1 + H2

El jueves, 19 de diciembre, la primera hora

Let op! Bijna  alles is herhaling!

Vul de juiste vorm van SER in.
Tú.....................de Argentina.

1. eres
2. soy
3. somos
4. son

Vul de juiste vorm van SER in.
Yo.....................estudiante.

1. eres
2. soy
3. somos
4. son

Vul de juiste vorm van SER in.
Tomás y yo ..................... holandeses.

1. eres
2. soy
3. somos
4. son

Vul de juiste vorm van SER in.
Isabela ..................... profesora.

Vul de juiste vorm van SER in.
Miguel y Fernando ..................... de Colombia.

Vul de juiste vorm van SER in.
Francisco y tú .....................estudiantes.

Welke acht lidwoorden zijn er in het Spaans?

Kies het juiste lidwoord
....... libros son de Ana.

1. los
2. las
3. el
4. la

Kies het juiste lidwoord
....... mesas son rojas.

1. la
2. los
3. las
4. el

Kies het juiste lidwoord
....... ordenador es gris.

1. las
2. el
3. los
4. la

Zet onderstaande zin in het meervoud.
El profesor es alto.

Zet onderstaande zin in het meervoud.
La casa es grande.

100

26

64

99

18

37

57

74

Cien

Veintiséis

Sesenta y cuatro

Noventa y nueve

dieciocho

treinta y siete

cincuenta y siete

Setenta y cuatro

Ken je alle 7 dagen van de week nog?

Gesprekje

Beantwoord  de volgende vragen in het Spaans. 

¡Atención! 

Denk aan de hoofdletters, eventuele accenten en een zin eindigt met een punt.

¿Cómo te llamas?

¿Cuántos años tienes?

¿Dónde vives?

Gesprekje

Naast vragen beantwoorden moet je ze ook  kunnen stellen.

Stel een vraag in het Spaans.

Oefenen

oefen de woorden en zinnetjes van hoofdstuk 1 en 2 via studygo. 

Oefen de gramática via de links uit de studiewijzer