Casus
Lees de volgende situatieschets. Beantwoord daarna de vragen op de volgende 2 dia's
Dion werkt in een grote zorgorganisatie voor mensen met een verstandelijke beperking. De organisatie heeft verschillende gespecialiseerde afdelingen. Dion werkt op de afdeling voor cliënten met het downsyndroom. Alle teamleden van zijn afdeling hebben zich vanmiddag verzameld in de koffiekamer waar het wekelijkse teamoverleg plaatsvindt. Vandaag is zowel staffunctionaris P&O Ingrid als afdelingsleider Chaima bij het overleg aanwezig.
Hoofdpunt van de agenda is de onderlinge samenwerking. Chaima brengt het onderwerp meteen ter sprake. ‘De laatste maanden is me opgevallen dat de samenwerking niet lekker loopt. Samen met jullie wil ik kijken hoe we dit kunnen verbeteren.’
Vrijwel meteen barst de discussie los. Allerlei frustraties worden geuit. ‘Het zijn altijd dezelfde mensen die de vervelende klusjes moeten opknappen, en jij Toine helpt nooit mee.’ Dion spreekt uit wat veel collega’s ook vinden maar nooit zeggen. ‘Ik heb anders nog nooit klachten gehoord,’ zegt Toine geïrriteerd. ‘Ik vind trouwens dat Chaima maar moet aangeven wanneer er iets moet gebeuren. Zij is per slot van rekening de leidinggevende op de werkvloer.’ ‘Daar sla je volgens mij de spijker op z’n kop,’ antwoordt Dion. ‘We moeten als team sámen de kar trekken. Dat betekent dat we ook onderling taken moeten kunnen verdelen zonder dat Chaima zich daarmee bemoeit.’
‘Dat is waar,’ zegt Ingrid. ‘Ik stel voor dat jullie voortaan een weekrooster opstellen met duidelijke deadlines voor alle klussen. Zo weet iedereen waar hij aan toe is.’