Gt4 Regeling Bs2 Zenuwcellen en zenuwen

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Het zenuwstelsel, 

Zenuwcellen en zenuwen

Wat gaan we doen?

• korte herhaling bs 1
• Leerdoelen T5B1&2
  
• Uitleg T5B1&2 ondertussen quizvragen

Leerdoelen

• Je kunt de delen en de functies van het zenuwstelsel noemen.
• Je kunt in een afbeelding van een zenuwcel de delen benoemen.
• Je kunt drie typen zenuwcellen noemen met hun functies en kenmerken.
• Je kunt omschrijven wat een zenuw is en je kunt drie typen zenuwen noemen met hun kenmerken.

Een prikkel is?

1. een elektrisch stroompje
2. Informatie uit je omgeving

Wat is hier de prikkel?

en de impuls?

Waar wordt je bewust van de prikkels

Prikkel

impuls

bewust

Een soort elektrisch signaal dat door een zenuw kan worden voortgeleid:

1. impuls
2. prikkel
3. zenuw
4. hersenen

Gevoelszenuwcel

Schakelcel

Bewegingszenuwcel

Een impuls is een invloed vanuit het milieu op een organisme.

1. Waar
2. Niet waar

Welke onderdelen horen bij:

Centrale zenuwstelsel

Zenuwstelsel

zenuwen

Hersenen

Hersenen

ruggenmerg

Ruggenmerg

Zintuigen zetten prikkels om in impulsen.

Zenuwen sturen impulsen naar de hersenen.

Je wordt je bewust van de prikkel (geluid).

Hersenen sturen impuls via zenuwen naar je spieren.

Je spieren trekken samen. Je beweegt.

Basisstof 2. 

Zenuwcellen en zenuwen

1

2

3

De bouw van een zenuwcel

Zenuwen

(bundel zenuwcellen)

Ruggenmerg

Centraal zenuwstelsel

Hersenen en ruggenmerg

• Wervelkolom
• Gat in wervel (wervelkanaal)
• Ruggenmerg doorheen
• Zenuwen naar ruggenmerg

Zenuwen

Drie soorten zenuwen:

1. Gevoelszenuw:
   alleen uitlopers van
   gevoelszenuwcellen
   
   
2. Bewegingszenuw:
   alleen uitlopers van
   bewegingszenuwcellen
   
   
3. Gemengde zenuw:
   uitlopers van gevoelszenuwcellen
   en bewegingszenuwcellen

Zenuwen

Zenuw = bundel met lange uitlopers van zenuwcellen.

Het zenuwstelsel verwerkt impulsen die afkomstig zijn van zintuigen.

1. juist
2. onjuist

Welke zenuwcellen geleiden impulsen van het centrale zenuwstelsel naar klieren?

1. gevoelszenuwcel (nr. 1)
2. schakelcellen (nr. 2)
3. bewegingszenuwcel. (nr. 3)

Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel en uit zenuwen.

1. juist
2. onjuist

Van welke zenuwcellen liggen de cellichamen buiten het centrale zenuwstelsel?

1. gevoelszenuwcel (nr.1)
2. bewegingszenuwcel (nr. 3)
3. schakelcellen (nr. 2)

De zenuw in de carpale tunnel in de hand is een gemengde zenuw.

In welke richting geleidt deze zenuw de impulsen?

1. In beide richtingen
2. alleen naar de vingers toe.
3. alleen vanuit de vingers in de richting van de pols.

Welke zenuwcellen liggen in hun geheel in het centrale zenuwstelsel?

1. gevoelszenuwcel (nr. 1)
2. schakelcellen (nr. 2)
3. bewegingszenuwcel (nr . 3)

Via welk type zenuwcellen worden de impulsen naar het ruggenmerg geleid?

1. bewegingszenuwcel
2. gevoelszenuwcel
3. schakelcellen

De hersenstam behoort tot het centrale zenuwstelsel.

1. juist
2. onjuist

Via welk type zenuwcellen worden de impulsen van het ruggenmerg naar de hersenen geleid?

1. bewegingszenuwcel
2. gevoelszenuwcel
3. schakelcellen

- Anna zegt dat alle zenuwuitlopers omgeven zijn door een isolerend laagje.
- Emine zegt dat bewegingszenuwen alleen uitlopers van
bewegingszenuwcellen bevatten.

Wie heeft (hebben) gelijk?

1. Alleen Anna heeft gelijk
2. Alleen Emine heeft gelijk
3. Anna en Emine hebben beiden gelijk
4. Anna en Emine hebben beiden geen gelijk

Welke letter geeft een uitloper aan?

1. A
2. B
3. C

Welk cijfer geeft
het ruggenmerg aan?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Met welk cijfer is een wervel aangegeven.

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Geeft de letter X de buikzijde of de rugzijde aan?

1. buikzijde
2. rugzijde

Hoe heet de zenuw op de plaats bij letter c?

1. gemengde zenuw
2. gevoelszenuw
3. bewegingszenuw

Van welke typen zenuwcellen bevinden zich uitlopers bij letter b?

1. bewegingszenuwcellen
2. gevoelszenuwcellen
3. bewegingszenuwcellen en gevoelszenuwcellen

Met welke letter is een zenuwknoop aangegeven?
En wat bevindt zich in een zenuwknoop?

1. a, daarin zit een cellichaam van een gevoelszenuwcel
2. a, daarin zit een cellichaam van een beweginszenuwcel
3. d, daarin zit een cellichaam van een schakelcel
4. d, daarin zit een celibaat van een beweginszenuwcel

waar liggen de celkernen van beweginszenuwcellen?

1. grijze stof
2. witte stof
3. zenuwknoop
4. ruggenmergzenuw

Aan het (huis)werk

Maak opdracht 1 t/m 8 van bs 2

Klaar? 

-Oefen de begrippen (flitskaarten)

-Maak de test jezelf van deze bs

- oefen op biologiepagina.nl