This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
8.2 | Herhaling
Slide 1 - Slide
Wat wordt bedoeld met bevolkingsprognose
Slide 2 - Open question
Hoe snel groeit de wereldbevolking op dit moment?
Slide 3 - Open question
Wat is het verschil tussen absolute en relatieve bevolkingsgroei?
Slide 4 - Open question
Waarom groeit de bevolking in rijke landen nauwelijks meer?
Slide 5 - Open question
Waarom groeit de bevolking in arme landen vaak sneller?
Slide 6 - Open question
Wat is de grootste migratiestroom wereldwijd?
Slide 7 - Open question
Wat wordt bedoeld met de draagkracht van de aarde?
Slide 8 - Open question
Wat zijn de kenmerken van overbevolking?
Slide 9 - Open question
Hoe draagt de westerse levensstijl bij aan druk op de draagkracht van de aarde?
Slide 10 - Open question
Slide 11 - Open question
Slide 12 - Open question
Slide 13 - Open question
Wat zijn economische migranten en hoe verschillen zij van vluchtelingen?
Slide 14 - Open question
Leerdoelen van 8.2
1. Je weet hoe de verschillen in bevolkingsgroei zijn ontstaan en hoe ze zich in de toekomst zullen ontwikkelen.
2. Je weet wat het verband is tussen draagkracht, overbevolking en duurzaamheid.
Slide 15 - Slide
Waar gaat deze afbeelding over?
Slide 16 - Open question
Waar gaat deze afbeelding over?
Slide 17 - Open question
Waar gaat deze afbeelding over?
Slide 18 - Open question
Welk begrip past bij deze afbeelding?
Slide 19 - Open question
Slide 20 - Slide
1. Je weet hoe de verschillen in bevolkingsgroei zijn ontstaan en hoe ze zich in de toekomst zullen ontwikkelen.
We gaan kijken naar het demografisch transitiemodel.
Demografisch = Kenmerken van de bevolking (leeftijdsopbouw)
Transitie = Verandering
Model = Simpele weergave van de werkelijkheid
Slide 21 - Slide
1. Je weet hoe de verschillen in bevolkingsgroei zijn ontstaan en hoe ze zich in de toekomst zullen ontwikkelen.
Demografisch = Kenmerken van de bevolking (leeftijdsopbouw)
Transitie = Verandering
Model = Simpele weergave van de werkelijkheid
De landen ontwikkelen zich volgens een vast patroon:
- Het geboorte- en sterftecijfer zijn hoog -> Het sterftecijfer daalt -> Daarna daalt het geboortecijfer -> Het geboortecijfer en sterftecijfer zijn laag -> De bevolking wordt ouder; waardoor het sterftecijfer stijgt
Slide 22 - Slide
Leerdoel 1:
Slide 23 - Slide
Sleep de juiste hotspot naar de juiste plek in de grafiek
In deze fase sterven er veel mensen: Er is weinig geld voor gezondheidszorg, voedsel, veilig drinkwater en hygiëne
In deze fase stijgt het gemiddeld inkomen van een land. Daardoor worden basisvoorzieningen beter. Zo wordt de gezondheidszorg beter, wordt er gezorgd voor veilig drinkwater en worden veel meer mensen gevaccineerd. Hierdoor daalt het sterftecijfer.
Er is een groot verschil tussen het geboorte- en sterftecijfer. Het sterftecijfer is laag, terwijl het geboortecijfer hoog is. Omdat er veel meer mensen worden geboren dan er sterven, groeit de bevolking enorm.
Het land ontwikkelt zich verder. Meiden gaan langer naar school, gaan vaker werken en trouwen later. Hierdoor krijgen ze later kinderen en daalt het geboortecijfer.
Op een gegeven moment hebben rijke landen een laag geboorte- en een laag sterftecijfer. Omdat ze ongeveer even laag zijn, groeit de bevolking nauwelijks. Veel rijke landen (zoals Nederland) zitten in deze fase.
In deze fase stijgt het sterftecijfer weer. Niet omdat het land arm wordt of er oorlog uitbreekt, maar omdat de bevolking zo oud is geworden dat deze groep mensen komt te overlijden. Landen als Duitsland en Rusland zijn in deze fase beland.
Slide 24 - Drag question
2. Je weet wat het verband is tussen draagkracht, overbevolking en duurzaamheid.
Draagkracht = Het vermogen van de natuur om mensen te voorzien in hun bestaan, zonder dat het natuurlijke evenwicht wordt verstoord.
Slide 25 - Slide
1. Je weet hoe de verschillen in bevolkingsgroei zijn ontstaan en hoe ze zich in de toekomst zullen ontwikkelen.
Voor veranderingen in de bevolkingsgroei kijk je naar de geboortes en sterftes over een langere tijd. Dit noem je de demografische transitie (transitie = overgang).
In het demografische transitiemodel kun je zien hoe een samenleving met hoge geboorten- en sterftecijfers in verschillende fasen overgaat naar een samenleving met lage geboorte- en sterftecijfers.