Check congruentie

Bijvoeglijke naamwoorden

  • Congrueren met een zelfstandig naamwoord
  • Kunnen alle naamvallen, geslachten en getallen hebben
  • Mannelijk op -ος, vrouwelijk op -η/-α, onzijdig op -ον
  • Twee onregelmatige: μεγας en πολυς 
  • Groep 3 met als het bestaat het vrl rijtje volgens groep 1
    (vb. πας, ἡδυς, ἑκων, σωφρων)
                                                                 (zie HB p. 110 om alles te vinden) 
1 / 35
next
Slide 1: Slide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Bijvoeglijke naamwoorden

  • Congrueren met een zelfstandig naamwoord
  • Kunnen alle naamvallen, geslachten en getallen hebben
  • Mannelijk op -ος, vrouwelijk op -η/-α, onzijdig op -ον
  • Twee onregelmatige: μεγας en πολυς 
  • Groep 3 met als het bestaat het vrl rijtje volgens groep 1
    (vb. πας, ἡδυς, ἑκων, σωφρων)
                                                                 (zie HB p. 110 om alles te vinden) 

Slide 1 - Slide

Sleep de uitgangen naar het juiste geslacht
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
-ος
-ον

Slide 2 - Drag question

Slide 3 - Slide

De ρει-regel
Bnw met een ρ, ε of ι voor de uitgang, krijgen in de uitgangen van het vrouwelijk enkelvoud een α ipv een η

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Welk bijvoeglijk naamwoord gaat in het vrouwelijk volgens de ρει-regel?
A
ἀγαθος
B
μακρος
C
allebei
D
geen van beide

Slide 6 - Quiz

Waar of niet waar?
Een bnw heeft dezelfde uitgang als het znw waarmee het congrueert
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

τῃ (μακρος) μαχῃ
A
μακρῃ
B
μακρᾳ
C
μακραι
D
μακρα

Slide 8 - Quiz

οἱ (ἀγαθος) παιδες
A
ἀγαθες
B
ἀγαθαι
C
ἀγαθοι
D
ἀγαθα

Slide 9 - Quiz

την (μακρος) θεαν
A
μακραν
B
μακρην
C
μακρον
D
μακρα

Slide 10 - Quiz

Hoe dat eruitziet...

Τῃ μακρᾳ μαχῃ

Οἱ ἀγαθοι παιδες

Την μακραν θεαν 
                                                   rijmt vaak, maar niet altijd

Slide 11 - Slide

Gaan de volgende bnw uit les 21 in het vrouwelijk volgens de ρει-regel of niet? Sleep ze op de juiste plek.
ρει-regel
niet ρει-regel
σοφος
wijs
ἀθλιος
ongeluk-kig
κακος slecht, laf
αἰσχρος lelijk, schandelijk
νεος nieuw, jong

Slide 12 - Drag question

Sleep ieder
bijv.nw. naar een
znw waar het
mee congrueert 
το δορυ
ταις γυναιξιν
οἱ ποδες
ὁ ἡγεμων
ἀσπιδι
καλῃ
ἀγαθος
μακρον
καλαις
καλοι

Slide 13 - Drag question

Sleep ieder 
bijv.nw. naar een 
znw waar het
mee congrueert 
ὁ ἀνηρ
της μαχης
του δουλου
αἱ γυναικες
τα τεκνα
ἀγαθα
βαρβαραι
μακρας
ἀνδρειος
καλου

Slide 14 - Drag question

Sleep de bijvoeglijke naamwoorden naar de zelfstandige naamwoorden waarmee ze congrueren.
τὸν ... ἄνθρωπον
τὸ ... ἔργον
τὴν ... κεφαλήν
ἡ ... βασιλεία
ὁ ... δοῦλος
καλή
ἀνδρεῖον
ἄλλος
νέαν
μέγα

Slide 15 - Drag question


Kies de congruerende vormen van het bijvoeglijk naamwoord:
εἰκονα
A
μεγαν
B
ἀθλιαν
C
σοφα
D
πασαν

Slide 16 - Quiz

Groep 3 erbij bij het bnw
ook het bijvoeglijk naamwoord heeft twee verbuigingen

1)  -ος, -α/-η, ον
vb δεινος, μακρος - μεγας, πολυς
2) gemengd
vb σωφρων - πας, ἡδυς

Slide 17 - Slide

Ἡδυς/ἡδεια/ἡδυ

Slide 18 - Slide

Noteer geslacht, getal en naamval.
παντος χρηματος
A
nom ev m
B
gen ev m
C
gen ev o
D
acc mv m

Slide 19 - Quiz

Noteer geslacht, getal en naamval.
πασαν τεχνην
A
acc ev v
B
gen ev v
C
nom/acc mv o
D
acc ev o

Slide 20 - Quiz


πας κινδυνος
Wat is de naamval, getal en geslacht?
A
nom ev mnl
B
gen ev mnl
C
nom ev onz
D
gen ev onz

Slide 21 - Quiz


πας κινδυνος
Wat is de vertaling?
Weet je dit niet?
Kijk dan in je hulpboek op p. 106
A
elk gevaar
B
het hele gevaar
C
alle gevaren

Slide 22 - Quiz

Wat congrueert er met

τῃ ἡμέρᾳ
A
παντι
B
πασῇ
C
πασαῖ
D
πᾶσι

Slide 23 - Quiz

Hoe kan je πασῃ τῃ ἡμερᾳ vertalen?
A
iedere dag
B
de hele dag
C
alle dagen
D
heel de dag

Slide 24 - Quiz

Zet het BNW in de goede vorm
πατερας (πας)
A
πασι
B
παντας
C
παντος
D
πασαις

Slide 25 - Quiz

Sleepvraag
In de volgende sleepvraag moet je de zelfstandig naamwoorden naar de bijvoeglijk naamwoorden slepen. Er hoort steeds één bij elke.

Slide 26 - Slide

βαρει
ταχειας
ἡδεις
ὀξεσι
ταχυ
ἡδεια
δουλῳ
γυναικος
παιδες
λιθοις
θηριον
παρθενος

Slide 27 - Drag question

Sleepvraag
In de volgende sleepvraag moet je alle bijvoeglijk naamwoorden slepen naar een znw waar ze mee congrueren. 
Bij elk znw passen meerdere bijv.nw.'en.

Slide 28 - Slide

ποδες
εἰκονα
ὀνομασι
νομου
τυχη
φως
καθαροι
κακη
πολυ
ἀθλιαν
ἀγαθου
αἰσχρα
πασαν
εὐρεις
φιλοις
ἡδεος
ἑκαστη
μεγαν
βραχεσιν
παν
βαρυ
ὀξειαν
παντος
πασα

Slide 29 - Drag question

Hierna volgt een leerdoelcheck
Geef bij ieder leerdoel aan in hoeverre je hem hebt behaald.

Slide 30 - Slide

Ik weet wat congruentie is.
nee, totaal niet
een beetje
goed genoeg voor een voldoende op de toets
zo goed dat ik het aan iemand kan uitleggen

Slide 31 - Poll

Ik ken de rijtjes van -ος, -η/α en -ον
nee, totaal niet
een beetje
goed genoeg voor een voldoende op de toets
zo goed dat ik er nooit fouten mee maak

Slide 32 - Poll

Ik ken het rijtje van groep 3
(... ος ι α | ες ων -σιν ας)
nee, totaal niet
een beetje
goed genoeg voor een voldoende op de toets
zo goed dat ik er nooit fouten mee maak

Slide 33 - Poll

Ik weet hoe de rijtjes van het bijv.nw. zich verhouden tot de rijtjes uit de vorige vragen
(καλος, μακρος, πολυς, μεγας, πας, ἡδυς, ἑκων)
nee, totaal niet
een beetje
goed genoeg voor een voldoende op de toets
zo goed dat ik de verschillen nu kan benoemen

Slide 34 - Poll

Weet je het nog niet zo goed, neem dit dan over:
καλος&μακρος  gaan als de ος/η/ον-rijtjes, μακρος met ρει-regel
μεγας&πολυς ook, uitzondering bij nom+acc.ev. mnl&onz.
πας&ἡδυς mnl + onz. gaan als groep 3,
maar  nom+acc.ev. mnl&onz. komen overeen met μεγας&πολυς
vrl gaat als groep 1, met vaak een α ipv η
(niet netjes volgens ρει-regel, paar gekke dingen)

Slide 35 - Slide