18 februari 2022
1 / 13
Lesson duration is: 45 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Voorkennis vraag: hoe vonden we ook alweer de persoonsvorm?
Slide 6 - Open question
Het werkwoord smullen word als persoonsvorm in de verleden tijd
A
Smulde(n)
B
Gesmuld
C
Smulte(n)
D
Gesmult
Slide 7 - Quiz
Wat is de persoonsvorm in deze zin:
Hij heeft mij een glimlach gegeven.
Hij heeft mij een glimlach gegeven.
Slide 8 - Open question
Wat is géén persoonsvorm in de zin:
De getrainde jongen liep sneller dan gedacht
De getrainde jongen liep sneller dan gedacht
A
liep
B
getrainde
C
De jongen
D
gedacht
Slide 9 - Quiz
Hoeveel persoonsvormen staan er in deze zin
Het fietsen naar zijn oma, vind hij het leukste wat er is.
Het fietsen naar zijn oma, vind hij het leukste wat er is.
1
2
3
geen
