Par. 3.3 Alinea's en kernzin

Vak: Nederlands

1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Terugblik
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Vak: Nederlands

1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Terugblik
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Slide

Welkom!
Telefoon in de bak.
Neem plaats.
Jas uit.
Op tafel: Werkboek Nederlands of laptop en schrift dicht 
Tas op de grond.
Geen eten of drinken
Presentie!
timer
2:00

Slide 2 - Slide

Lesdoel(en)
Aan het einde van deze les kan je:
- Een alinea herkennen in een tekst
- In eigen woorden vertellen wat een kerzin is en aanwijzen in een tekst
- Een voorbeeld geven van het tekstdoel informeren

Slide 3 - Slide

21 januari 2025
Wat: Par. 3.3
Wanneer: 12:40-14:20
Hoe: Gezamelijk/ zelfstandig werken
Klaar:Par. 3.3 opdrachten oefenen
HW: Par. 3.3 opdrachten oefenen
Lesdoel: Zie vorige slide!
Taaldoel: Kernzin

Slide 4 - Slide

Lestaak: Basis
Wat: Par. 3.3 opdrachten 1+2+6+7
Hoe: zelfstandig werken
Hulp: Leertekst par. 3.3 
Tijd: 20 min
Uitkomst: Klassikaal bespreken
Eerder klaar: Par. 3.3 opdrachten 8 t/m 12

Slide 5 - Slide

Wat is het verschil tussen deze teksten?
Tip: Lees de tekst verkennend!

Slide 6 - Slide

Vier kenmerken van alinea's
1. Elke alinea begint op een nieuwe regel.
2. De laatste zinnen van de alinea’s eindigen meestal halverwege de regel.
3. De eerste regel springt soms in.
4. Er staan soms witregels tussen de alinea’s.

Slide 7 - Slide

Alinea's
Een langere tekst is verdeeld in stukjes: Alinea’s. 

- De zinnen in een alinea horen bij elkaar. 
- Ze gaan over hetzelfde stukje van het onderwerp.
- In de eerste of laatste zin staat vaak de belangrijkste informatie.


Slide 8 - Slide

Filmpje
Let op:
- Vragen bij het afspelen van het filmpje
- DDU

Slide 9 - Slide

3

Slide 10 - Video

00:45
Controle vraag:
Waaruit bestaat een alinea's?

Slide 11 - Slide

01:19
Vraag 1:
Vertel in eigen woorden wat een kernzin is.

Slide 12 - Slide

01:53
Vraag 2:
Hoe weet je wat een kernzin is in een alinea?

Slide 13 - Slide

Kernzin en toelichting
De kernzin:
- is de belangrijkste zin uit de alinea 
- geeft informatie over het deelonderwerp
- vaak de 1ste zin v/d alinea, maar soms ook de 2e zin of de laatste zin.
De andere zinnen zijn een toelichting bij de kernzin, een uitleg , cijfers,  een voorbeelden of feiten


Slide 14 - Slide

Lees de tekst: Welke zin is de kernzin?
Voedselvergiftiging
(1) Wanneer er in de keuken niet hygiënisch gewerkt wordt, kunnen er bacteriën in het eten komen. (2) Denk bijvoorbeeld aan vieze vaatdoekjes op het aanrecht of het niet goed wassen van de handen voor je gaat koken.'

Slide 15 - Slide

Welke zin is de kernzin ?
Voedselvergiftiging

(1) Wanneer er in de keuken niet hygiënisch gewerkt wordt, kunnen er bacteriën in het eten komen. (2) Denk bijvoorbeeld aan vieze vaatdoekjes op het aanrecht of het niet goed wassen van de handen voor je gaat koken.'

Slide 16 - Slide

Welke zin is de kernzin?
Het alternatief gaat uit van invoering van rekeningrijden en het beperkt uitbreiden van capaciteit. In dit alternatief wordt het autoverkeer flink beprijsd. Er komt een kilometerheffing op locaties waar files vaak optreden. Daarnaast worden de ernstigste knelpunten opgelost. Dit houdt in dat de capaciteit van de A6, de A1 en de A10-oost worden uitgebreid.

Slide 17 - Slide

De kernzin staat...?
A
eerste zin
B
tweede zin
C
in het midden
D
laatste zin

Slide 18 - Quiz

Welke zin is de kernzin?
Het alternatief gaat uit van invoering van rekeningrijden en het beperkt uitbreiden van capaciteit. In dit alternatief wordt het autoverkeer flink beprijsd. Er komt een kilometerheffing op locaties waar files vaak optreden. Daarnaast worden de ernstigste knelpunten opgelost. Dit houdt in dat de capaciteit van de A6, de A1 en de A10-oost worden uitgebreid.

Slide 19 - Slide

WHHTUK
Wat: Par. 3.3 oefenen met alinea's en kernzinnen herkennen opdrachten 1+2+4+5
Hoe: zelfstandig werken
Hulp: Leertekst par. 3.3 
Tijd: 30 min
Uitkomst: Klassikaal bespreken
Eerder klaar: Par. 3.3 opdrachten 6+7+8+11+12

Slide 20 - Slide

Wat is een tekstdoel?
Een schrijver heeft een bepaald doel bij het schrijven van een tekst: Tekstdoel.


Slide 21 - Slide

Soorten tekstdoelen 
Vier tekstdoelen: 
- Informeren
- Activeren 
- Amuseren 
- Overtuigen

Slide 22 - Slide

Tekstdoel: Informeren
De schrijver wil de lezer informatie geven over een bepaald onderwerp.
Bijvoorbeeld: 
Nieuwsbericht of een tekst uit een schoolboek

Slide 23 - Slide

Lestaak
Wat: Par. 3.3 oefenen met de opdrachten 3+4+5 
Hoe: zelfstandig werken
Hulp: Leertekst par. 3.3 
Tijd: 20 min
Uitkomst: Klassikaal bespreken
Eerder klaar: Par. 3.3 opdrachten 8 t/m 12

Slide 24 - Slide

Tekstdoelen

Een nieuwsbericht heeft als tekstdoel:
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren

Slide 25 - Quiz

Wat is een tekstdoel
A
De schrijver heeft een bepaald doel bij het schrijven van een tekst
B
De schrijver wilt de tekst begrijpen

Slide 26 - Quiz


Wat is het tekstdoel?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Activeren
D
Instrueren

Slide 27 - Quiz

Wat wordt bedoeld
met 'kernzin'?
A
De zinnen in de kern van de tekst.
B
De zin in in het midden van een alinea.
C
De belangrijkste zin van de alinea.
D
De minst belangrijke zin van de alinea.

Slide 28 - Quiz

Wat is de plaats van een kernzin
A
vooraan in de alinea
B
achteraan in de alinea

Slide 29 - Quiz


Wat is de kernzin?
A
Pubers zijn ... te kiezen
B
Hun hersens ... hun leven

Slide 30 - Quiz

Wat is vaak de kernzin?
A
De eerste zin
B
De middelste zin
C
De laatste zin
D
De tweed zin

Slide 31 - Quiz