Stijlfiguren

• Nederlands
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Middelbare school
• havo
• Leerroute H
• Leerjaar 4

Uitleg stijlfiguren

Stijlfiguren: welke bespreken we?

- anticlimax                                    - sarcasme           - retorische vraag

- climax                                            - cynisme              - understatement  

- tegenstelling (antithese)      - paradox.             - woordspeling

- opsomming (enumeratie).   - parallellisme.   - archaïsme

- eufemisme                                  - pleonasme.       - neologisme

- hyperbool                                    - tautologie          

- ironie                                              - herhaling (repetitio)

Welk stijlfiguur herken je hier?
'Het licht weerkaatst op de witte sneeuw.'

1. tautologie
2. pleonasme
3. understatement
4. eufemisme

Welk stijlfiguur herken je hier?
'Wat zij deed, noem je ook wel: creatief met de waarheid omgaan.'

1. tautologie
2. pleonasme
3. understatement
4. eufemisme

Welke stijlfiguur herken je hier?
'Zij steunen elkaar door dik en dun.'

1. tegenstelling
2. paradox
3. pleonasme
4. herhaling

Welk stijlfiguur herken je hier?
'Van Nederland naar Bonaire is maar een kippeneindje (8000 km).'

1. eufemisme
2. herhaling
3. paradox
4. understatement

Welke stijlfiguur herken je hier?
'Ik heb een uur op je staan wachten.'

1. paradox
2. hyperbool
3. tautologie
4. eufemisme

Welke stijlfiguur herken je?
'Kom je weer niet naar de training? Je inzet is weer uitstekend.'

1. hyperbool
2. sarcasme
3. pleonasme
4. tegenstelling

Welke stijlfiguur herken je hier?
'De laatsten zullen de eersten zijn.'

1. tegenstelling
2. understatement
3. paradox
4. hyperbool

Ik heb het idee dat ik de stijlfiguren kan herkennen.

😒🙁😐🙂😃

omarmend rijm

gepaard rijm

gekruist rijm

verspringend rijm

slagrijm

abba

abab

aaaaa

aabbccdd

abcabc

En dan nu:

- Zet regelnummers voor de regels. (Je kunt dit makkelijk doen door de tekst in een tabel te zetten. Eén kolom voor regelnummers, één voor de regels en één voor het rijmschema)

- Analyseer welke stijlfiguren er in je songtekst zitten. Doe dit door naar de regelnummers te verwijzen. Benoem het stijlfiguur en geef aan wat het effect is op jou als lezer/luisteraar.

- Zoek eventueel de moeilijke woorden op.

- Formuleer het thema van de songtekst.