5.8 Spelling les 3 2KGT

  • Pak je leesboek en ga rustig lezen
  • Etui op tafel
  • Ipad en werkboek op de hoek van je tafel
  • 19 juni Hoofdstuktoets 5
5.8 Spelling
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 35 min

Items in this lesson

  • Pak je leesboek en ga rustig lezen
  • Etui op tafel
  • Ipad en werkboek op de hoek van je tafel
  • 19 juni Hoofdstuktoets 5
5.8 Spelling

Slide 1 - Slide

  • Werkwoordspelling Engelse woorden
  • ' (apostrof) woorden
5.8 Spelling
Vandaag

Slide 2 - Slide

  • Uitleg Engelse werkwoorden
  • Apostrof 
  • Afronden Fictie-opdracht 5 Tijdlijn
5.8 Spelling
Vandaag
timer
5:00

Slide 3 - Slide

  • De spelling van werkwoorden (tt, vt, cdw)
     het schema werkwoordspelling gebruiken;
  • Engelse werkwoorden spellen;
  • wanneer je een apostrof schrijft;
5.8 Spelling
In deze paragraaf leer je:

Slide 4 - Slide

  • Opdrachten 3 en 6 (blz. 153)
  • Werkblad Werkwoordspelling


5.8 Spelling
Huiswerk bespreken
timer
5:00

Slide 5 - Slide

In de Nederlandse taal gebruiken we vaak Engelse werkwoorden.
Ik download een filmpje. We streamen allemaal. Dat getik triggert mij!

  • Vaak vervoegen we de Engelse werkwoorden op dezelfde manier als de Nederlandse werkwoorden.
    Bijvoorbeeld: downloaden
    tt    ik download            hij downloadt       wij downloaden
    vt   ik downloadde        hij downloadde    wij downloadden
    vd  ik heb gedownload

5.8 Spelling
Leertekst Engelse werkwoorden (blz. 156)

Slide 6 - Slide

Bijvoorbeeld: triggeren

tt    ik trigger                 hij trigger           wij triggeren
vt   ik triggerde             hij triggerde          wij triggerden
vd  ik heb getriggerd

5.8 Spelling
Leertekst Engelse werkwoorden (blz. 156)

Slide 7 - Slide

In de Nederlandse taal gebruiken we vaak Engelse werkwoorden.

LET OP
  • Bij werkwoorden als saven, timen, daten behoud je de -e in de ik-vorm

     ik save    ik time   ik date 
  • Van werkwoorden met dubbele medeklinkers maken we enkele medeklinkers
      crossen   - ik cros       shoppen - ik shop  
5.8 Spelling
Leertekst Engelse werkwoorden

Slide 8 - Slide

  • Maak de opdrachten 7, 8 en 9 (blz. 157- 158) 
  • Bestudeer de leertekst Apostrof (blz. 158)
  • Maak je tijdlijn af (fictie-opdracht 5)
5.8 Spelling
Zelfstandig werken 
timer
5:00

Slide 9 - Slide

De apostrof (')  - de hoge komma - gebruik je bij de volgende vier situaties:

  • bij het meervoud van een woord dat eindigt op - a, - e, -i, -o, -u, y.
     baby  - baby's     opa - opa's     auto - auto's      ski - ski's      menu - menu's 

  • bij verkleinwoordjes die eindigen op -y
     baby - baby'tje     pony  - pony'tje 

  • na cijfers en bij afkortingen
     A4'tje    vmbo'er      BN'er      cd's    pdf's
5.8 Spelling
Leertekst Apostrof (blz. 158)

Slide 10 - Slide

De apostrof (')  - de hoge komma - gebruik je bij de volgende vier situaties:

  • Als je wilt aangeven dat iets het bezit van iemand is:
     De laptop van Johan                => Johans laptop
     De fiets van Anna                     =>  Anna's fiets
     Het Playstation van Ivo            =>  Ivo's Playstation
     
     De jas van Jos                          => Jos' jas
     De auto van Max                      => Max' auto

     
5.8 Spelling
Leertekst Apostrof (blz. 158)

Slide 11 - Slide

De apostrof (')  - de hoge komma - gebruik je bij de volgende vier situaties:

  • bij het meervoud van een woord dat eindigt op - a, - e, -i, -o, -u, y.
     baby  - baby's     opa - opa's     auto - auto's      ski - ski's      menu - menu's 

  • bij verkleinwoordjes die eindigen op -y
     baby - baby'tje     pony  - pony'tje 

  • na cijfers en bij afkortingen
     A4'tje    vmbo'er      BN'er      cd's    pdf's
5.8 Spelling
Leertekst Apostrof (blz. 158)

Slide 12 - Slide

De apostrof (')  - de hoge komma - gebruik je bij de volgende vier situaties:

  • Als je wilt aangeven dat iets het bezit van iemand is:
     De laptop van Johan                => Johans laptop
     De fiets van Anna                     =>  Anna's fiets
     Het Playstation van Ivo            =>  Ivo's Playstation
     
     De jas van Jos                          => Jos' jas
     De auto van Max                      => Max' auto

     
5.8 Spelling
Leertekst Apostrof (blz. 158)

Slide 13 - Slide

  • Maak de opdrachten 7, 8 en 9 (blz. 157- 158) 
  • Bestudeer de leertekst Apostrof (blz. 158)
5.8 Spelling
Zelfstandig werken 
timer
5:00

Slide 14 - Slide

  • Werk aan je tijdlijn (fictie-opdracht 5)
  • Bestudeer de leertekst Engelse werkwoorden (blz. 156) en maak opdracht 7 en 8.
5.8 Spelling
Zelfstandig werken 
timer
10:00

Slide 15 - Slide

  • Je hebt geleerd hoe je de tegenwoordige tijd (tt) en de verleden tijd (vt) schrijft van een sterk werkwoord.
    Bijvoorbeeld:

  • tt: ik zwem      - hij zwemt   - wij zwemmen
  • vt: ik zwom     - hij zwom     - wij zwommen
5.8 Spelling
Werkwoordspelling
Even een stukje herhaling

Slide 16 - Slide

  • Het voltooid deelwoord (vd) is ook een vorm van het werkwoord. Het staat vaak achter aan in de zin. 
  • Een voltooid deelwoord begint met ge-, be-, her-, ver- of ont-.
  • In een zin met een voltooid deelwoord staat meestal '
     een pv van 'hebben', 'zijn' of 'worden.
5.8 Spelling
Werkwoordspelling - voltooid deelwoord
Even een stukje herhaling

Slide 17 - Slide

  • het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden eindigt op een -d of een -t.
  • Maak het woord langer, dan hoor je of het -d of -t moet zijn.
  • Ik heb een voldoende voor Nederlands gehaald                  =>haalde
    -  de gehaalde voldoende                                                
  • Zij heeft het cadeau ingepakt                                               => pakte
    - het ingepakte cadeau
  • De patient was in het ziekenhuis verzorgd                          => verzorgde
     - de verzorgde patient.
5.8 Spelling
Werkwoordspelling - voltooid deelwoord

Slide 18 - Slide

  • het voltooid deelwoord van sterk werkwoorden schrijf je zoals je het zegt:

  • We hebben lekker gezwommen.
  • Dat had ik nooit gedacht.
  • Ik heb een nieuwe fiets gekregen.
5.8 Spelling
Werkwoordspelling - voltooid deelwoord

Slide 19 - Slide

  • Let op:
    Soms klinkt het voltooid deelwoord hetzelfde als het woord in de tegenwoordige tijd.
    Toch schrijf je het anders:
  • De patient was in het ziekenhuis verzorgd. (vd)  
  • Hij verzorgt de patient in het ziekenhuis. (tt)
5.8 Spelling
Werkwoordspelling - voltooid deelwoord

Slide 20 - Slide

  • Maak de opdrachten 3 en 6 (blz. 153) en het werkblad.
  • Bestudeer de leertekst Engelse werkwoorden (blz. 156) en maak opdracht 7B.


5.8 Spelling
Zelfstandig werken 
timer
5:00

Slide 21 - Slide

  • Ga naar Max Online, hoofdstuk 5 paragraaf lezen en paragraaf Woorden
  • Wat weet je over deze paragraaf?  
     Doe de oefeningen bij TestJezelf.
  • Oefen de woorden en de betekenissen ook met de
     Woordtrainer.
5.5 Woorden
Test jezelf

Slide 22 - Slide

  • Wat moet je kennen voor de toets Nederlands (hoofdstuktoets 5) tijdens de toetsweek.
  • Je kunt de paragrafen Lezen, Woorden en Spelling oefenen via hoofdstuk 5 van Max Online (test jezelf en woordtrainer)
    Het onderdeel grammatica kun je zelfstandig oefenen via Max Online, hoofdstuk 1 (test jezelf)
Toets Nederlands (toetsweek)

Slide 23 - Slide

  • Lezen (5.3)
    - Herkennen tekstdoelen informeren, amuseren, overtuigen en activeren.
    - Herkennen van de functies van de inleiding en het slot in een tekst.
    - Een samenvatting maken met behulp van de kernzinnen uit een tekst. 
  • Woorden (5.5)
    - De betekenissen kennen van de 25 nieuwe woorden 
    - Herkennen van spreekwoorden en uitdrukkingen.
  • Grammatica 
    - Herkennen van de persoonsvorm(pv), het onderwerp (O) en het
      werkwoordelijk gezegde (wg)  in een zin.
  • Spelling (5.8)
    - Correct schrijven van werkwoorden in tegenwoordige tijd (tt) en
       verleden tijd (vt), en voltooid deelwoord(vd).
    - Correct schrijven van Engelse werkwoorden.
    - Correct gebruik van de apostrof bij meervoud, bezitsvorm, 
      verkleinwoorden en na cijfers.

Slide 24 - Slide

In de Nederlandse taal gebruiken we vaak Engelse werkwoorden.

Ik download een filmpje. We streamen allemaal. Dat getik triggert mij!

Vaak vervoegen we de Engelse werkwoorden op dezelfde manier als de Nederlandse werkwoorden.

Bestudeer dit bij de leertekst op blz. 156.
5.8 Spelling
Leertekst Engelse werkwoorden

Slide 25 - Slide