5.8 Spelling les 4 2KGT

  • Pak je leesboek en ga rustig lezen
  • Etui op tafel
  • Ipad en werkboek op de hoek van je tafel
  • 19 juni Hoofdstuktoets 5
5.8 Spelling
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 35 min

Items in this lesson

  • Pak je leesboek en ga rustig lezen
  • Etui op tafel
  • Ipad en werkboek op de hoek van je tafel
  • 19 juni Hoofdstuktoets 5
5.8 Spelling

Slide 1 - Slide

  • Nog 4 lessen 
5.8 Spelling
Nederlands in leerjaar 2

Slide 2 - Slide

  • Opdrachten 7, 8 en 9 (blz. 157- 158) 
  • Leertekst Apostrof (blz. 158)
  • Spelling oefenen 
5.8 Spelling
Vandaag
timer
5:00

Slide 3 - Slide

De apostrof (')  - de hoge komma - gebruik je bij de volgende vier situaties:

  • bij het meervoud van een woord dat eindigt op - a, - e, -i, -o, -u, y.
     baby  - baby's     opa - opa's     auto - auto's      ski - ski's      menu - menu's 

  • bij verkleinwoordjes die eindigen op -y
     baby - baby'tje     pony  - pony'tje 

  • na cijfers en bij afkortingen
     A4'tje    vmbo'er      BN'er      cd's    pdf's
5.8 Spelling
Leertekst Apostrof (blz. 158)

Slide 4 - Slide

De apostrof (')  - de hoge komma - gebruik je bij de volgende vier situaties:

  • Als je wilt aangeven dat iets het bezit van iemand is:
     De laptop van Johan                => Johans laptop
     De fiets van Anna                     =>  Anna's fiets
     Het Playstation van Ivo            =>  Ivo's Playstation
     
     De jas van Jos                          => Jos' jas
     De auto van Max                      => Max' auto

     
5.8 Spelling
Leertekst Apostrof (blz. 158)
timer
1:00

Slide 5 - Slide

  • Oefenen met werkblad
  • Klaar : oefen bij Max online bijvoorbeeld de woorden
     en betekenissen.
5.8 Spelling
Zelfstandig werken

Slide 6 - Slide

  • Ga naar Max Online, hoofdstuk 5 paragraaf lezen en paragraaf Woorden
  • Wat weet je over deze paragraaf?  
     Doe de oefeningen bij TestJezelf.
  • Oefen de woorden en de betekenissen ook met de
     Woordtrainer.
5.5 Woorden
Test jezelf

Slide 7 - Slide

  • Wat moet je kennen voor de toets Nederlands (hoofdstuktoets 5) tijdens de toetsweek.
  • Je kunt de paragrafen Lezen, Woorden en Spelling oefenen via hoofdstuk 5 van Max Online (test jezelf en woordtrainer)
    Het onderdeel grammatica kun je zelfstandig oefenen via Max Online, hoofdstuk 1 (test jezelf)
Toets Nederlands (toetsweek)

Slide 8 - Slide

  • Lezen (5.3)
    - Herkennen tekstdoelen informeren, amuseren, overtuigen en activeren.
    - Herkennen van de functies van de inleiding en het slot in een tekst.
    - Een samenvatting maken met behulp van de kernzinnen uit een tekst. 
  • Woorden (5.5)
    - De betekenissen kennen van de 25 nieuwe woorden 
    - Herkennen van spreekwoorden en uitdrukkingen.
  • Grammatica 
    - Herkennen van de persoonsvorm(pv), het onderwerp (O) en het
      werkwoordelijk gezegde (wg)  in een zin.
  • Spelling (5.8)
    - Correct schrijven van werkwoorden in tegenwoordige tijd (tt) en
       verleden tijd (vt), en voltooid deelwoord(vd).
    - Correct schrijven van Engelse werkwoorden.
    - Correct gebruik van de apostrof bij meervoud, bezitsvorm, 
      verkleinwoorden en na cijfers.

Slide 9 - Slide

In de Nederlandse taal gebruiken we vaak Engelse werkwoorden.

Ik download een filmpje. We streamen allemaal. Dat getik triggert mij!

Vaak vervoegen we de Engelse werkwoorden op dezelfde manier als de Nederlandse werkwoorden.

Bestudeer dit bij de leertekst op blz. 156.
5.8 Spelling
Leertekst Engelse werkwoorden

Slide 10 - Slide