8.1 Energiestromen

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 8.1 Energiestromen
1 / 52
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 8.1 Energiestromen

Slide 1 - Slide

Vandaag
-Profielwerkstuk
-Terugblik 7.5: zijn er vragen? 

Start H8
-paragraaf 8.1 

Slide 2 - Slide

T3
kringloop
voedselketen
voedselweb

Slide 3 - Drag question

Een boom is een voorbeeld van een autotroof organisme, omdat..
A
Hij zuurstof maakt
B
Hij zichzelf voedt
C
Hij CO2 maakt
D
Hij anderen voedt

Slide 4 - Quiz

De basis van dit voedselweb staan:
A
opgeloste voedingsstoffen
B
zee-eenden
C
algen
D
bacteriën

Slide 5 - Quiz

Wie staan er aan de top van dit voedselweb?
A
opgelost organisch materiaal
B
krabben
C
organisch materiaal in sediment
D
bruinvissen

Slide 6 - Quiz

In welke richting teken je de pijl in een voedselketen?
A
Naar de prooi
B
Naar de predator

Slide 7 - Quiz

Hoofdstuk 8
8.1 Energiestromen
8.2 Koolstofkringloop
8.3 Stikstofkringloop
8.4 Veranderende ecosystemen
8.5 Duurzaamheid

Slide 8 - Slide

Doel 8.1
  • Je licht de energiestromen in een voedselweb toe en noemt de factoren die van invloed zijn. 
  • Je legt uit hoe je voedselrelaties in een ecosysteem in een ecologische piramide kunt weergeven. 




Slide 9 - Slide

Eerst: Voorkennis Quiz!

Slide 10 - Slide

Welke groep hoort bij nummer 1?
A
Reducenten
B
Afvaleters
C
Producenten
D
Consumenten

Slide 11 - Quiz

Welke groep organismen vormt een populatie?
A
De planteneters op Ameland
B
De bomen in een park
C
De edelherten in de Oostvaardersplassen
D
De kruidachtige planten in een wegberm

Slide 12 - Quiz

Hoeveel voedselketens tel je?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 13 - Quiz

Je spreekt van een plaag als..
A
de meerderheid van de mens last van een soort ervaart
B
de populatiegrootte een bepaalde grens overschrijdt
C
populatiegrootte zo is dat 't ecosysteem het niet kan dragen

Slide 14 - Quiz

Welk proces is een (voortgezet) assimilatieproces?
A
het maken van aminozuren uit eiwitten
B
het maken van koolstofdioxide uit koolhydraten
C
het maken van zetmeel uit glucose
D
het maken van glucose uit glycogeen

Slide 15 - Quiz

Zuurstof, fosfaat, water, koolstofdioxide en nitraat zijn..
A
anorganische stoffen
B
organische stoffen

Slide 16 - Quiz

Nu
Lees blz 249 en 250 
Klaar met lezen? Maak 2 t/m 6

Slide 17 - Slide

Voedselketen
Elke schakel heet een trofisch niveau

Slide 18 - Slide

Voedselketen
De hoeveelheid energie die een producent vastlegt = 
Bruto Primaire Productie

Slide 19 - Slide

Voedselketen
De hoeveelheid energie die een producent zelf verbruikt/ verbrandt = 
Dissimilatie

Slide 20 - Slide

Voedselketen
Een producent groeit als de BPP > dissimilatie.
Die groei heet 
Netto Primaire Productie

Slide 21 - Slide

Voedselketen
De groei van een consument (C1) heet Secundaire productie

Slide 22 - Slide

(ATP)

Slide 23 - Slide

Voedselconversie
Voedselconversie:
De hoeveelheid voedsel die nodig is voor 1 kg secundaire productie

Slide 24 - Slide

(ATP)

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Voedselkringloop

Slide 27 - Slide

Kringloop

Slide 28 - Slide

Nu en huiswerk 
Lees blz 249 en 250 
Klaar met lezen? Maak 2 t/m 6

Slide 29 - Slide

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 8.1 Energiestromen

Slide 30 - Slide

Vandaag

-paragraaf 8.1 afmaken
      Terugblik deel 1
      Uitleg deel 2
      Zelf afmaken 
    

Slide 31 - Slide

(ATP)
Waar in dit schema kan je de BPP, NPP en secundaire productie plaatsen? 

Slide 32 - Slide

(ATP)
BPP
NPP
secundaire productie

Slide 33 - Slide

Biomassa/ energie
Om de BPP/ NPP te bepalen moet je eerst de hoeveelheid organische stoffen in een organisme bepalen, maar hoe?


Slide 34 - Slide

Organische stoffen
Organische stoffen zijn stoffen waaruit levende en dode organisme zijn opgebouwd of door deze organisme zijn gevormd. 

Organische stoffen in de natuur eigenlijk altijd door organisme gevormd. Organische stoffen zijn energierijk. 

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Organische stoffen worden door organismen gemaakt.
An-organische stoffen zijn in de levenloze natuur aanwezig.

Slide 38 - Slide

Biomassa/ energie
Om de BPP/ NPP te bepalen moet je eerst de hoeveelheid organische stoffen in een organisme bepalen, maar hoe?


Slide 39 - Slide

Biomassa/ energie
Alle organismen bestaan uit organische stoffen (vetten, eiwitten, koolhydraten, DNA, ...) plus water plus mineralen (zouten).
Drooggewicht = gewicht van een organisme zonder het water.

Omdat de hoeveelheid mineralen laag is mag je dit gebruiken voor de hoeveelheid organische stoffen.



Slide 40 - Slide

Biomassa/ energie
Elk type organische stof levert een vaste hoeveelheid energie op (eiwitten en koolhydraten 17 kJ per gram, vetten 38 kJ per gram).
Je kunt nu dus de productie berekenen.





Slide 41 - Slide

Meten aan een voedselketen

Slide 42 - Slide

Piramide van biomassa

Slide 43 - Slide

BINAS 93A2

Slide 44 - Slide

Piramide van productiviteit?

Slide 45 - Slide

Piramide van productiviteit?
Toename biomassa per tijdseenheid

Slide 46 - Slide

Piramide van energie?

Slide 47 - Slide

Piramide van energie?
Biomassa omrekenen naar Joules

Slide 48 - Slide

Piramide van aantallen

Slide 49 - Slide

Doel 8.1
  • Je hebt geleerd wat primaire en secundaire productie is
  • Je hebt geleerd dat op elk niveau van een voedselketen energieverlies optreedt
  • Je hebt geleerd hoe je voedselketens kunt weergeven als piramides




Slide 50 - Slide

Begrippen 8.1
producenten, bruto primaire productie, dissimilatie, netto primaire productie, NPP = BPP - D, secundaire productie, voedselketens, trofisch niveau, voedselconversie, reducenten, bacteriën en schimmels, biomassa, energie, piramide van biomassa, piramide van productiviteit, piramide van energie, piramide van aantallen

Slide 51 - Slide

Nu en huiswerk
Lees paragraaf 8.1
Maak de vragen 7, 9, 10, 12 en 13

Slide 52 - Slide