AFP 2.4.5 Tweede deel pathologie

Anatomie, Fysiologie en Pathologie


Les 5
Periode 4
Leerjaar 2
1 / 33
next
Slide 1: Slide
Anatomie Fysiologie PathologieMBOStudiejaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quiz, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Anatomie, Fysiologie en Pathologie


Les 5
Periode 4
Leerjaar 2

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesindeling
  1. Welkom + Osiris
  2. Vorige les 
  3. Lesindeling en lesdoelen 
  4. Presentaties Infographics
  5. Theorie pathologie zenuwstelsel
  6. Maken opdrachten epilepsie en Parkinson

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
Aan het eind van de les kunnen jullie:
  • Uitleggen wat de belangrijkste pathologische aandoeningen zijn aan de hersenen inclusief symptomen, gevolgen en behandeling.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Vorige les
Zie in de volgende dia's een aantal herhalingsvragen

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Hersentrauma 
Hersentrauma: (niet aangeboren hersenletsel=NAH) 

Beschadiging van hersenweefsel door klap van buitenaf ( auto-ongeluk, valpartij, geweld) 


Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Hersentrauma 
Wat gebeurd er bij  hersenletsel:
  • (gedeeltelijke) Bewusteloosheid
  • Epileptisch insult na trauma
  • Uitvalsverschijnselen
  • Schedelfractuur (breuk van de schedel) 
  • HET: Hoog Energetisch Trauma ( Hoge snelheid ergens tegen gebotst, hersenletsel is vaak ernstig)
  • Amnesie (geheugen verlies) Retrograad (geheugenverlies voor ongeluk  of Anterograad geheugen (verlies na ongeluk, je slaat niets meer op.)

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Hersentrauma's
Trauma Capitis
Lichte hersenschudding
Geen bewustzijnsverlies
Hoofdpijn
Misselijk of braken
Geen amnesie
Commotio Cerebri
Hersenschudding of licht hersenletsel
Max. 15 min. buiten bewustzijn
Max. 1 uur amnesie
Contusio Cerebri
Hersenkneuzing
Vrijwel zeker hersenbeschadiging

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Behandeling
  1. Overleg met ziekenhuis bij 3 of meer risicofactoren
    - Ziekenhuisopname
    - Drain inbrengen bij subdurale of epidurale bloeding
    - IC opname bij bedreigde ademhaling/bloeddruk/hartslag
  2. Wekadvies voor 24 uur
  3. Functioneren op geleide van de klachten
    - Eventueel pijnstilling

Slide 8 - Slide

Zie Medische kennis 14.7 voor de risicofactoren

Hersenontsteking: Encefalitis
  • Meestal door virus, soms door schimmel/parasiet of bacterie
  • Koorts, hoofdpijn, slaperigheid, braken, lichte nekstijfheid
  • Behandeling en gevolgen afhankelijk van oorzaak

Hersenvliesontsteking: Meningitis
  • Meestal door virus of bacterie
  • Ernstige hoofdpijn, flinke nekstijfheid, koorts, misselijkheid, braken, puntbloedinkjes, verminderd bewustzijn (bacterie)
    Gevoeligheid voor licht (virus)
  • Complicaties: Sepsis, psychische verandering, doofheid
    Virus gaat vaak met week weer over

Slide 9 - Slide

Hersenvliesontsteking door een virus is milder van vorm en gaat vaak met een week weer over. Meest kenmerkend is dan de gevoeligheid voor licht.
Voorbeelden

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Parkinson
  • hersenaandoening waarbij een kleine groep cellen in de hersenen beschadigt en afsterft.
  • Cellen kunnen geen dopamine meer aanmaken  > dit heb je nodig om te soepel te bewegen

Behandeling: Geen kans op genezing.  medicatie voor stijve benen/armen en trillen. Levensstijl aanpassen. 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Parkinson

  • Hypokinesie 
  • Akinesie 
  • Bradykinesie 
  • Tremoren 
  •  Rigiditeit 
  • Freezing 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Parkinson

  • Hypokinesie: Te weinig beweging
  • Akinesie: Moeite met starten van bewegingen
  • Bradykinesie: Trage beweging
  • Tremoren: Trillingen
  •  Rigiditeit: Stijfheid van spieren
  • Freezing: Gevoel dat voeten aan de grond vastgeplakt zitten

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions

Epilepsie 
  •  beginnen hersencellen heel snel allerlei seintjes af te geven.  
  • Alle seintjes vliegen door elkaar heen, waardoor je hersenen niet meer normaal kunnen werken. 

Symptomen: Lichamelijk (herkenbaar): hele lichaam schokt Mentaal (moeizaam te herkennen): warrig, bewustzijn verliezen, agressief
Behandeling: medicatie (na 2e aanval) soms een operatie .
Het toedienen van medicatie om een epilepsie aanval te stoppen door toedienen van benzodiazepinen: Couperen

Er zijn diverse vormen: zie filmpje volgende dia

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Video

This item has no instructions

Multipele Sclerose
Multipele Sclerose (MS): Auto-immuunziekte 
  • Immuunsysteem reageert op myeline en breekt dit af
  • Ontstaat tussen 20e en 40e levensjaar
  • Afwisseling exacerbaties (opvlamming) en remissies (herstel)


Na een exacerbatie houdt de patiënt
restverschijnselen (er blijft schade)

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Multiple sclerose (MS)
Chronische aandoening aan het centrale zenuwstelsel. 
-> Zenuwcellen verbonden via zenuwuitlopers (isolerende laag, myeline)
-> Ontstekingen - beschadigen myeline; MS
-> Hersenprikkels en signalen gaan niet meer goed naar bijv. armen
-> Moeite met bewegen 
Dit betekent dat je hersenen prikkels en signalen niet goed meer kunnen verzenden naar bijvoorbeeld je armen.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Symptomen MS
In toenemende mate:
  • Sensorische verschijnselen: jeuk, tintelingen, een verminderd/doof gevoel en/of een koud gevoel in de ledematen
  • Motorische verschijnselen: verminderde kracht in armen en benen, snel struikelen, niet snel kunnen lopen

Myeline gaat steeds verder kapot en er ontstaan littekens in de zenuwen...
  • Steeds meer verlamming en uitval
  • Patiënt overlijdt aan complicaties

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Relapsing Remitting (RR)
Secundair Progressief (SP)
Welke vormen van MS zijn er?

Slide 22 - Slide

De student moet alleen weten dat er verschillende vormen zijn.
Primair Progressief (PP)
Progressieve Relapsing (PR).



 

Progressieve Relapsing (PR).

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Even een oefening: 
Mevrouw Temming heeft Multiple Sclerose (MS). Ze zit in een rolstoel. Ze heeft verminderde kracht in haar rechterarm en allebei haar benen. Ze kan haar rechterarm ook niet goed besturen (coördinatie). Een aantal plekken van haar huid zijn doof, daar voelt ze niet goed. Sinds een half jaar is ze incontinent van urine. Ze zit in een Schub (dat is een Duits woord). Je spreekt het dus op zijn Duits uit. Ze is optimistisch en vrolijk. Noem minstens 5 verschijnselen van MS uit deze casus.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Wat is een schub?
A
een periode waarin geen nieuwe klachten ontstaan of klachten toenemen
B
een periode waarin nieuwe klachten ontstaan en/of bestaande klachten sterk toenemen.
C
een periode van stabiliteit van de klachten
D
Een periode waarin nieuwe klachten ontstaan en bestaande klachten niet sterk toenemen

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Vaststelling MS

  1. gebeurd door een neuroloog
  2. let op motoriek, coördinatie, het gevoel en de reflexen
  3. eventueel een MRI-scan 
  4. een lumbaalpunctie

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Behandeling bestaat uit
  1. medicatie om de ziekte af te remmen, een aanval te stoppen of om een symptoom te bestrijden. 
  2. Revalidatie, ergotherapie, fysiotherapie en alternatieve methoden. 
  3. Een combinatie van bovenstaande.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Video

This item has no instructions

ALS
ALS: Amyotrofische Laterale Sclerose (zenuw-/spierziekte)
  • 1500 mensen in Nederland
  • Meestal gediagnosticeerd tussen 40 en 60 jaar
  • Gemiddelde levensverwachting is 3 jaar na diagnose 
  • Slechts 20% leeft langer dan 20 jaar

Oorzaak en daarmee ook de behandeling is onbekend...

Slide 29 - Slide

Myo = Spier
Atrofisch = afsterven
Lateraal = aan de buitenkant
Sclerose = littekens
ALS (2)
ALS: Amyotrofische Laterale Sclerose (zenuw-/spierziekte)
  • Motorische zenuwcellen sterven langzaam af
  • Spieren krijgen steeds minder aansturing (spierzwakte)
  • 'Use it or lose it' -> spieren worden dunner en kleiner (atrofiëren)
  • Uiteindelijk raakt de patiënt verlamd

Alleen de zintuigen, spijsvertering en hart
blijven vaak intact.

Slide 30 - Slide

In de anatomie is het zo je lichaam zich aanpast naar jouw activiteit. Sport je veel, dan zal je grotere spieren krijgen, een beter uithoudingsvermogen en een sterkere hartspier. Gebruik je de hersenen veel (door te leren), dan krijg je meer en effectievere verbindingen tussen zenuwcellen. Gebruik je een lichaamsstructuur NIET, dan zal het kleiner of dunner worden, of minder effectief.

Slide 31 - Video

This item has no instructions

Opdracht
  • Open in Cumlaude de opdracht Epilepsie en Parkinson en beantwoord de vragen/maak de opdrachten.

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
  • Maken: Expert College Epilepsie (P)
  • Maken: Expert College Hersenbloeding (P)
  • Afmaken opdracht 'Epilepsie en Parkinson'

Slide 33 - Slide

This item has no instructions