Toets Periode 1.1

Toets Periode 1.1
                                              Toets-onderwerpen:
                                              • Meten
                                              • Wegen
                                              • Temperatuur
                                              • Systemische toediening

1 / 30
next
Slide 1: Slide
Medisch Technisch HandelenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Toets Periode 1.1
                                              Toets-onderwerpen:
                                              • Meten
                                              • Wegen
                                              • Temperatuur
                                              • Systemische toediening

Slide 1 - Slide

Deze toets bestaat uit:  11 MC vragen
                                                  10 Open vragen
                                                    5 Sleep vragen
                                                    2 Juist/ onjuist vragen
Na de laatste vraag druk je op het kruisje. Je kunt de toets dan eventueel nog even nakijken. Als laatste druk je op "inleveren".
Totaal kun je 46 punten halen. Je hebt een voldoende als je minimaal 26 punten haalt.

Slide 2 - Slide

Wanneer moet jij je handen wassen?

Slide 3 - Open question

Je hebt op je handen geknoeid met urine en hebt daarna direct je handen gewassen.
Welk van onderstaande uitspraak is juist?

A
Je gebuikt, direct ook handalcohol. Nog voordat je de handen droogt
B
Je handen goed drogen met een handdoek
C
Je handen goed drogen met papieren handdoekjes

Slide 4 - Quiz

Er is net een zwangerschapstest gedaan maar die blijkt fout-positief te zijn.
Wat betekend dat?

Slide 5 - Open question

Waarvoor staat de afkorting BMI?
A
Body Matrix Indicatie
B
Body Mass Index
C
Borsten Massa Index
D
Body Mass Indicatie

Slide 6 - Quiz

Welke gegevens heb je nodig om een BMI te kunnen berekenen?

Slide 7 - Open question

Welke stelling is juist?

A
Kinderen jonger dan 2 jaar worden naakt en zonder luier gewogen
B
Voor het plaatsen van een weegschaal is het niet belangrijk op welke ondergrond deze weegschaal staat.

Slide 8 - Quiz

Wat is de naam van het "instrument" waarmee we in de klas de lengte meten?

Slide 9 - Open question

Zet/ sleep de juiste lengte naar het juiste plaatsje.
163,5 cm
158,5 cm
160 m
1,60 m
163,5 m

Slide 10 - Drag question

Waar let je op voordat een patiënt op de weegschaal stapt?

Slide 11 - Open question

Zet/ sleep het juiste gewicht naar het juiste plaatsje.
54 kg
150 kg
43,5 kg

Slide 12 - Drag question

Hoe zou je een baby (grof) kunnen wegen als er géén babyweegschaal in de praktijk aanwezig is?

Slide 13 - Open question

Wat is de taille-heupratio?
A
De omtrek van de buik
B
De heupomtrek gedeeld door de buikomtrek
C
De buikomtrek gedeeld door de heupomtrek
D
De omtrek van de heup

Slide 14 - Quiz

Wat is het juiste moment om de buikomtrek te meten?
A
Aan het begin van een normale uitademing
B
Aan het einde van een normale uitademing
C
Aan het einde van een normale inademing
D
Aan het begin van een normale inademing

Slide 15 - Quiz

Welke stelling is juist?
A
Bij een patiënt met een beenlengteverschil wordt er gemeten staand op het kortste been
B
Een horizontale lijn tussen ooghoek en aanhechting oor (boven) geeft aan dat de patiënt recht vooruit kijkt

Slide 16 - Quiz

Hoe noemen we de temperatuurmethode waarbij de temperatuur gemeten wordt in de anus?

Slide 17 - Open question

Zet/ sleep  de juiste naam naar de juiste "meetplaats"?
Oraal
Tympanisch
Axillair

Slide 18 - Drag question

Noem twee oorzaken (buiten het hebben van koorts) die er voor zorgen dat de lichaamstemperatuur kan schommelen?

A
De menstruatie cyclus Lichaamsbeweging
B
Het eten van hete soep Lichaamsbeweging
C
Lichaamsbeweging Als het buiten vriest
D
Als het buiten vriest De menstruatie cyclus

Slide 19 - Quiz

Welke medicijnen behoren tot de orale medicatie?
A
Dranken - sublinguale tabletten - Oogzalf
B
Dranken - sublinguale tabletten - capsules
C
Oogzalf - inhalatiespray - rectiole
D
Rectiole - sublinguale tabletten - capsules

Slide 20 - Quiz

Geef 4 redenen waarom een arts zal besluiten om een medicijn rectaal toe te dienen.

Slide 21 - Open question

Welke kleur naald wordt gebruikt bij:


Intracutane injectie
Optreknaald
Intramusculaire injectie
Subcutane injectie

Slide 22 - Drag question

Welke bewering past bij dit plaatje?
A
Dit is een veilige naald met een actief systeem
B
Dit is een veilige naald met een passief systeem

Slide 23 - Quiz

Op welke plaatsen kun je een intramusculaire injectie spuiten?

Slide 24 - Open question

Op welke plaats kun je in de bil
veilig injecteren?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 25 - Quiz

Welke injectie wordt hier gegeven?
A
IM
B
IC
C
SC
D
SM

Slide 26 - Quiz

Welke injectie wordt hier gegeven?
A
IM
B
IC
C
SC
D
SM

Slide 27 - Quiz

Bij welke patiënten dien je voordat je gaat injecteren de huid te desinfecteren?

Slide 28 - Open question

Dhr. van Alphen zit al een tijdje in de behandelkamer. Als je vraagt of je iets voor hem kunt doen, blijkt dat hij komt voor een injectie. Je collega die dit voor hem zou regelen is weggeroepen. Op de tafel staat een bekken met daarin een gevulde spuit en een pleister. Ook staat de naaldencontainer klaar.
Neem jij de actie over en leg ook uit waarom wel of niet

Slide 29 - Open question

Welke maatregelen kun je nemen om een prikaccident te voorkomen?
1 De spuitnaald direct in de naaldencontainer afwrijven
2 Prik op een plaats waar niemand tegen je aan kan stoten
3 Zorg dat je alle bij de hand hebt zodat je niet hoeft te lopen met "besmet" materiaal
4 Klik de veilige naald niet dicht met je hand, maat doe dit op een tafelrand

LET OP: ER ZIJN MEERDERE ANTWOORDEN MOGELIJK
A
Antwoord 1 is juist
B
Antwoord 1 en 2 zijn juist
C
Antwoord 1, 2 en 3 zijn juist
D
Antwoord 1,2,3 en 4 zijn juist

Slide 30 - Quiz