Sem en Joris doen een practicum om de drempelwaarde te bepalen voor het waarnemen van zout in een oplossing, door de smaakzintuigcellen.
Ze gebruiken hiervoor vier verschillende zoutoplossingen.
Sem brengt met wattenstaafjes van elke oplossing enkele druppels op de tong van Joris.
Joris geeft van elke oplossing aan of die wel of niet zout smaakt.
Wat is bij dit practicum de adequate prikkel voor de smaakzintuigcellen in de tong van Joris?
A
Het water van de oplossing
C
Het aanraken van de tong met het wattenstaafje.