§ 5.1 Je omgeving waarnemen

§ 5.1 Je omgeving waarnemen
Doe mee en kijk of je § 5.1 hebt gesnapt.
1 / 11
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

§ 5.1 Je omgeving waarnemen
Doe mee en kijk of je § 5.1 hebt gesnapt.

Slide 1 - Slide

Wat is een prikkel?
A
Een elektrisch signaal door de zenuwen
B
Een invloed op een organisme uit hun omgeving
C
Een reactie op iets uit de omgeving
D
Een klier die een bepaalde stof maakt

Slide 2 - Quiz

Een voorbeeld van een prikkel is ...
A
horen van een koolmees
B
het zien van een luipaard
C
het voelen van koude regen
D
Allemaal prikkels

Slide 3 - Quiz

Wat is een impuls?
A
Een elektrisch signaal door de zenuwen
B
Een invloed op een organisme uit hun omgeving
C
Een reactie op iets uit de omgeving
D
Een klier die een bepaalde stof maakt

Slide 4 - Quiz

Zintuigcellen zetten prikkels om in
A
Signalen
B
Prikkels
C
Impulsen
D
Eiwitten

Slide 5 - Quiz

De kleinste prikkelsterkte die een impuls veroorzaakt, heet ...
A
de drempelwaarde
B
de adequate prikkel
C
gewenning
D
motivatie

Slide 6 - Quiz

Voor de volgende vraag:
Sem en Joris doen een practicum om de drempelwaarde te bepalen voor het waarnemen van zout in een oplossing, door de smaakzintuigcellen. Ze gebruiken hiervoor vier verschillende zoutoplossingen. Sem brengt met wattenstaafjes van elke oplossing enkele druppels op de tong van Joris.
Joris geeft van elke oplossing aan of die wel of niet zout smaakt.

Slide 7 - Slide

Wat is bij dit practicum de adequate prikkel voor de smaakzintuigcellen in de tong van Joris?
A
Het water van de oplossing
B
Het aanraken van de tong met het staafje
C
Het opgeloste zout
D
Het bereiken van de drempelwaarde

Slide 8 - Quiz

Waar wordt pijn mee waargenomen?
A
drukzintuigen
B
pijnpunten
C
prikkels
D
tastknopjes

Slide 9 - Quiz

Voor het practicum later...
Wat is een hypothese?
A
de vraag die je wilt beantwoorden met je onderzoek.
B
Feiten uit het verleden met gevolgen voor nu
C
Een opsomming van wat je kunt waarnemen
D
jouw voorlopige antwoord op de onderzoeksvraag.

Slide 10 - Quiz

Akif stelt een hypothese.
Dit is ....
A
Iets wat aangetoond is
B
Iets wat nog bewezen moet worden
C
Iets wat niet bewezen kan worden
D
Iets wat iemand verzint

Slide 11 - Quiz