Een werkwoord is iets wat iemand doet of iets wat iemand overkomt.
Bijv. fietsen (kun je doen) of regenen (iets dat gebeurt).
Onthoud: een ww kun je vervoegen! Dat betekent dat het verandert als je er ik, hij, wij voor zet.
bijv
ik fiets, jij fietst...
Hele ww ---> hij wachtte --->wachten
---> hij telt de som op ---> optellen
---> hij heeft gezwommen ---> zwemmen
(kan ook zn zijn, bijv vormen)