Module 5: webshop inrichten en testen - thema 1 afsluiten

1 / 31
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat was de eerste
online aankoop ooit?
A
Mobiele telefoon
B
Broek
C
Pizza

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Hoe wilde Jeff Bezos Amazon
eerst noemen?
A
Magica
B
Cadabra
C
Fantastica
D
Galaxy

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Wat gebeurde er op Black Friday in 2018 met Amazon?
A
Ze verkochten het duurste product ooit
B
Hun website crashte en ze verloren miljoenen
C
Ze introduceerden gratis verzending voor alle producten
D
Ze gaven per ongeluk alles gratis weg

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een van de meest verkochte producten online?
A
Smartphones
B
Hoofdtelefoons
C
Boeken
D
Sokken

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

SEO/SEA

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Je betaalt minder voor iedere klik op je advertentie, als je lager verschijnt in de lijst met zoekresultaten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat is geen targeting methode?
A
Doelgroeptargeting
B
Campagnetargeting
C
Locatietargeting

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het klik ratio?
A
Percentage mensen dat iets koopt na het zien van je advertentie
B
Percentage mensen dat doorklikt na het zien van je advertentie
C
Percentage mensen dat een link plaatst van je advertentie
D
Aantal betalingen per klik

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Welk woord zal de meeste zoekresultaten krijgen bij Google
A
Gele jurk
B
Korte stippeljurk
C
Jurk

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat moet je doen om gevonden te worden in google volgens SEO?
A
Zoekwoorden verwerken in content
B
Zoekwoorden doorgeven aan google
C
Zoekwoorden verwerken achter de schermen

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Slide 12 - Video

This item has no instructions

ZOEKWOORDEN-
ONDERZOEK

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Zoekwoordonderzoek
SEO- en SEA-marketeers maken het liefst gebruik van zoektermen waarop vaak gezocht (hoge volume) wordt en die een lage concurrentie hebben. 

Waarom?
  • Op deze manier bereiken ze veel mensen en blijven de kosten laag. (Het laatste geldt alleen voor adverteren.)
  • Maar deze woorden zijn soms lastig te vinden.

Slide 14 - Slide

2
Een zoekwoordonderzoek geeft weer hoe vaak consumenten zoeken op een zoekterm. Hoe hoog de concurrentie is voor die zoekterm is niet relevant.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Welke van onderstaande stellingen is correct?
A
Een longtail zoekwoord heeft een hoog zoekvolume en veel concurrentie
B
Een longtail zoekwoord heeft een hoog zoekvolume en weinig concurrentie
C
Een longtail zoekwoord heeft een laag zoekvolume en weinig concurrentie
D
Een longtail zoekwoord heeft een laag zoekvolume en veel concurrentie

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Bij een zoekwoordenonderzoek ben je als content marketeer vooral op zoek naar zoekwoorden met een...
A
Hoge concurrentie en hoog zoekvolume
B
Lage concurrentie en hoog zoekvolume
C
Hoge concurrentie en laag zoekvolume
D
Lage concurrente en laag zoekvolume

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Google gaat ervan uit dat mensen met een enkelvoudige zoekopdracht producten willen vergelijken. Google zal de consument dan ook eerder vergelijkingswebsites laten zien.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

MARKETINGMIX

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Wat is geen P uit de marketingmix?
A
Product
B
Promotie
C
Pand
D
Prijs

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Met welke van de vier P's heeft deze afbeelding te maken?
A
Prijs
B
Product
C
Plaats
D
Promotie

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Met welke van de vier P's heeft deze afbeelding te maken?
A
Prijs
B
Product
C
Plaats
D
Promotie

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

'Diensten' worden ook beschouwd al product?
A
Ja
B
Nee

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Prijsbeleid
Plaatsbeleid

Productbeleid
Promotiebeleid

De winkelier verkoopt ook sportrugzakken
De sportwinkel in het centrum 
Een poster in een kledingwinkel 
Een winkelier verkoopt sommige rugzakken met korting

Slide 24 - Drag question

This item has no instructions

DOELGROEP

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Wat is een doelgroep?


A
De beginsituatie van waaruit je iets organiseert.
B
De groep die de activiteit organiseert.
C
De groep waarvoor je iets gaat organiseren.
D
Het doel dat je wilt bereiken met de activiteit.

Slide 26 - Quiz

In Marrokko is het heel warm waardoor mevrouw vaker zich wast. Ook is zij islamitisch en bed 5x per dag dan moet je je ook van tevoren wassen. En dat hoort bij de cultuur.
Welke doelgroep valt niet onder specifieke doelgroepen?
A
Kinderen op de peuterspeelzaal
B
Dak- en thuislozen
C
Ouderen
D
Verslaafden

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Wat is dan een persona?
A
Uitgebreide beschrijving van de doelgroep
B
Fotoreportage van jouw beste klant
C
Gedetailleerde beschrijving van 'ideale klant' gebaseerd op feiten
D
Mysteryshopper die test hoe goed jouw product is?

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Klantreis (customer journey) is...
A
de bus/auto rit die de klant aflegt om naar jouw winkel te komen
B
de reis die de klant aflegt tot de aankoop van jouw product
C
het vervoersmiddel dat een klant gebruikt om bij jouw winkel te komen
D
Een online aankoop doen

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Waarom moet je weten hoe jouw klantreis verloopt
A
om de klant te laten aankopen
B
om klanten meer online te laten kopen
C
om een klacht te voorkomen
D
om beter in te spelen op de wensen en behoeften van de klant

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Uit hoeveel fasen bestaat een klantreis?
A
Drie fasen
B
Vier fasen
C
Vijf fasen
D
Zes fasen

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions