Grammatica zinsdelen

Grammatica zinsdelen
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Grammatica zinsdelen

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
- Je weet hoe je een ow, pv, lv, mv en bwb kunt vinden.

Slide 2 - Slide

Hoe vind je de persoonsvorm in de zin?

Slide 3 - Mind map

Hij gaat vandaag naar zijn training.

Slide 4 - Open question

Hoe vind je het onderwerp in een zin?

Slide 5 - Mind map

Wat is het onderwerp van de volgende zin?
Hij gaat vandaag naar zijn training.

Slide 6 - Open question

Hoe vind je het gezegde in de zin?

Slide 7 - Mind map

Hij heeft het huiswerk gemaakt.

Zoek het gezegde
A
hij
B
heeft
C
heeft gemaakt
D
het huiswerk

Slide 8 - Quiz

Hoe vind je het lijdend voorwerp?

Slide 9 - Mind map

Hij heeft zijn huiswerk gemaakt.
lv =

Slide 10 - Open question

Hoe vind je het meewerkend voorwerp?

Slide 11 - Mind map

Ik gaf aan mijn beste vriend een mooi cadeau.
Het meewerkend voorwerp is:
A
Ik
B
aan mijn beste vriend
C
Een mooi cadeau
D
Gaf

Slide 12 - Quiz

Een bos bloemen kocht ik voor mijn moeder met Moederdag.
A
Een bos bloemen
B
kocht
C
ik
D
voor mijn moeder

Slide 13 - Quiz

Bijwoordelijke bepaling
Geeft antwoord op de volgende vragen: waar, wanneer, waarom, waarmee, waardoor, hoe en hoeveel.

Slide 14 - Slide

Bijwoordelijke bepaling
We noemen de bijwoordelijke bepaling ook wel de ‘prullenbak’. Alles wat je overhoudt na het benoemen, noem je bwb.

Slide 15 - Slide

Gisteren heeft de directeur een lezing gehouden. Benoem de bwb

A
Gisteren
B
een lezing
C
de directeur
D
heeft gehouden

Slide 16 - Quiz

Waarom wil mijn oma altijd een zoen hebben? Wat is de bwb?

A
wil hebben
B
een zoen
C
mijn oma
D
altijd

Slide 17 - Quiz

Schrijf in je schrift:
PV = zin in een andere tijd zetten
OW = wie (soms wat) + pv?
wg =  pv + alle werkwoorden
LV = wat (soms wie) + wg + ow?
MV = aan wie (soms voor wie) + lv + wg + ow?
bwb - alles wat overblijft

Slide 18 - Slide