HST 11 Zintuigen

Zintuigen
1 / 29
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Zintuigen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Anatomie
TM
Week 1
Zenuwstelsel
10
Week 2
Zenuwstelsel
10
Week 3
Zintuigstelsel
11
Week 4
Zintuigstelsel
11
Week 5
Uitloop/TM
Week 6
Hormoonstelsel
12
Week 7
Hormoonstelsel
12
Week 8
Voortplantingsstelsel
13
Week 9
Afsluitende opdracht

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Je kunt uitleggen:
  • welke vijf zintuigen we hebben
  • hoe de zintuigen zijn opgebouwd en hoe ze werken
  • uitleggen hoe zintuigcellen in je skelet, spieren en organen zijn opgebouwd en functioneren.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Quiz
Wat weet je nog? En wat weet je al?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Hoe zit je er bij?
😒🙁😐🙂😃

Slide 5 - Poll

This item has no instructions


Wat zie je op de
afbeelding?
A
Klieren
B
Het ruggenmerg
C
De zenuwen
D
Het zenuwstelsel

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heet het samen?
1. hersenen en ruggenmerg
2. het centrale en perifere zenuwstelsel
A
1. zenuwstelsel 2. centrale zenuwstelsel
B
1. centrale zenuwstelsel 2. zenuwen
C
1. zenuwen 2. zenuwstelsel
D
1. centrale zenuwstelsel 2. zenuwstelsel

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Zenuwen verbinden het centrale zenuwstelsel met alle delen van het lichaam
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Een zintuig is een orgaan dat reageert op prikkels
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Noem de 5 zintuigen

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Een zintuigcel vangt prikkels op en zet die om in impulsen
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

komt binnen bij je zintuigcellen
Elektrische signaaltje via een zenuw
Reactie
Respons
Prikkel
Impuls

Slide 13 - Drag question

This item has no instructions

In welke volgorde gaat
waarnemen en reageren?
A
impuls - hersenen - impuls - respons - prikkel
B
respons- prikkel - impuls - hersenen - impuls
C
impuls - respons- impuls - prikkel - hersenen
D
prikkel - impuls - hersenen - impuls - respons

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions


A
2= zintuigcellen 4 = respons
B
2= zintuigcellen 4 = respons
C
2= prikkel 4 = waarnemen
D
2= zintuigcellen 4 = waarnemen

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions


A
1= prikkel 3= impuls
B
1= impuls 3 = prikkel
C
1= zintuigcel 3 = prikkel
D
1= zintuigcel 3 = impuls

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Sommige lichaamsdelen hebben meer zintuigcellen dan andere.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Zintuigen
  1. Zintuigen zijn organen die bepaalde prikkels kunnen opvangen.
  2. Zetten deze prikkels om t in zwakke elektrische signalen
  3. Deze signalen worden doorgegeven aan ruggenmerg of hersenen

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Info die zintuig kan waarnemen:
Buiten je lichaam:
Bijv. een geur, smaak, licht of geluid. 

Vanuit je lichaam:
Bijv. pijn, honger, dorst of een verandering van de spierspanning.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

Een neurotransmitter is een chemische stof die elektrische prikkels kan overbrengen. Als er genoeg neurotransmitters vrijkomen, dan wordt de aangrenzende gevoelszenuwcel geprikkeld en ontstaat er een impuls in de betreffende zenuw. 
Prikkeldrempel
Denk hierbij aan een deurbel. 
Wanneer je niet genoeg drukt op de bel, zal er geen geluid komen.
Ding Dong.....

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Overeenkomsten zintuigcellen
  • Werken op dezelfde manier
  • Zijn gevoelig voor één soort prikkel
  • Hebben een prikkeldrempel
  • Kunnen de prikkelsterkte onderscheiden                                          ( bijv. hard en zacht geluid)
  • Kunnen zich aanpassen                                                                        (bijv. na tijd hoor je bepaalde geluiden niet meer)




Slide 24 - Slide

3. Prikkeldrempel wil zeggen dat de prikkel een bepaalde sterkte moet hebben voordat een zintuigcel op die prikkel reageert. 
4. Als de ontvangen prikkel hoger is dan de drempelwaarde, geeft de zenuwcel de sterkte van een prikkel mee aan een impuls bijv harde en zachte geluiden
5. Als zintuigcellen langdurig dezelfde prikkels krijgen, dan nemen ze deze op een gegeven moment niet meer waar. Bijv. geur
Soorten zintuigcellen
  • Chemische:      gevoelig voor reuk, smaak en zuurgraad bloed
  • Mechanische: gevoelig voor vormverandering zoals                                                     beweging/druk op huid
  • Temperatuur:   in huid
  • Licht:                    in ogen

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
  1. Maak een poster over 1 van de zintuigen 
  2. Maken in WORD (A3!) of op papier
  3. Gebruik Tiememeulenhoff HST 11 en internet.
  4. Makkelijke taal!
  5. Presenteer volgende les  aan de klas 
  6. Laat zien wat ieder zijn bijdrage is geweest.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Vragen
Hoe is de bouw van het zintuig?
Hoe werkt het zintuig? 
Heeft het zintuig specifieke kenmerken? Zo ja, welke? 
Verwerk 1 ziektebeeld van het zintuig in je poster
Vertel het gevolg als het niet goed werkt (welk gevolg heeft het in ADL, sociaal etc?) 

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Klaar?
Werk in Thiememeulenhoff
Hoofdstuk 11

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions