07-09 bss. 1 Levend - dood en levensloos

Planning vandaag
Toevoegen aan online klas
Bss. 1 Levend - dood en levensloos
Opdrachten maken
Klassecompetitie
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Planning vandaag
Toevoegen aan online klas
Bss. 1 Levend - dood en levensloos
Opdrachten maken
Klassecompetitie

Slide 1 - Slide

Online methode
Blader eens door het boek en de opdrachten, kan je alles vinden?

Ga naar Magister >  Leermiddelen > Biologie voor jou

Slide 2 - Slide

Leerdoelen bss. 1
  • Je kunt benoemen waarom iets levend, dood of levensloos is.
  • Je weet wat de 7 levensverschijnselen zijn. En je kunt ze herkennen in een afbeelding.
  • Je weet wat de term organisme betekend.

Slide 3 - Slide

Ga naar lessonup.app op je device en beantwoord deze vraag. Hoe weet je dat iets leeft? Hoe zie je dat?

Slide 4 - Open question

Bss. 1 levend - dood - levensloos
Levend, dood en levensloos

Waar denken jullie aan bij die woorden?

Wanneer ben je dood? 

Wat betekend levensloos?

Even oefenen!



Slide 5 - Slide

Bss. 1 levend - dood - levensloos
Planten, dieren, bacteriën en mensen zijn organismen.
Organismen zijn levende wezens. Ze vertonen de 7 levensverschijnselen.



Slide 6 - Slide

Bss. 1 levend - dood - levensloos
Wanneer een organisme dood is dan houd hij op met de 7
levensverschijnselen vertonen.  Iets dat levenloos is heeft 
nooit geleefd en kan dus ook niet dood gaan.






Oefen met de verschillen, kijk eens naar buiten. Welke levende, 
dode en levensloze dingen zien je?

Slide 7 - Slide

Wat zijn allemaal organismen?
A
dieren
B
dieren en planten
C
dieren, planten en mensen
D
dieren, planten, mensen en bacterien

Slide 8 - Quiz

Als iets beweegt maar niet de andere levensverschijnselen vertoond, wat is het dan?
A
levend
B
levensloos
C
dood
D
levend of levensloos

Slide 9 - Quiz

Leerdoelen bss. 2 Tekeningen maken
  • Je kunt benoemen waarom iets levend, dood of levensloos is.
  • Je weet wat de 7 levensverschijnselen zijn. En je kunt ze herkennen in een afbeelding.
  • Je weet wat de term organisme betekend.

Slide 10 - Slide

Bss. 2 Tekeningen maken
Leerdoelen
  • Je weet wat het verschil is tussen een natuurgetrouwe en schematische tekening. En je kunt deze kennis toepassen bij het herkennen of maken van beide tekeningen.
  • Je weet op welke manieren je een doorsnede kunt maken van een voorwerp. En je kunt in een voorbeeld herkennen welke doorsnede je ziet.
  • Je weet welke spullen je nodig hebt om een tekening te maken en je kent de tekenregels. Je kunt deze kennis toepassen en een tekening maken volgens deze regels.


Slide 11 - Slide

Bss. 2 Tekeningen maken
Wat is het verschil tussen deze tekeningen? 

  • Een natuurgetrouwe tekening is heel precies en in kleur
  • Een schematische tekening is eenvoudig. 
  • Alleen de belangrijkste kenmerken zijn in dikke 
  • lijnen getekend.


Slide 12 - Slide

Bss. 2 Tekeningen maken
Buitenaanzicht en doorsnede. Wat betekenen die woorden denk je?

  • Een buitenaanzicht betekend dat je er van de buitenkant naar kijkt.
  • Een lengtedoorsnede: als je iets in de lengt doorsnijd.
  • Een dwarsdoorsnede: als je iets in de breedte doorsnijd


Slide 13 - Slide

Als je alleen de belangrijkste lijnen tekent dan is dit een
A
natuurgetrouwe tekening
B
schematische tekening

Slide 14 - Quiz

Opdrachten maken
Je maakt de opdracht alleen of in tweetallen,
je gaat niet kletsen met klasgenoten die voor of achter je zitten.

Ga naar Magister > ELO > Leermiddelen > Biologie voor jou
Thema 1 Wat is Biologie > Bss 1. Wat is Biologie > opdrachten

Maak opdracht 1 t/m 7

Volgende week: tekeningen maken
Huiswerk: Neem een blad mee van een plant of boom dat je kunt natekenen in de klas

Slide 15 - Slide

Klassecompetitie
2 Klasgenoten strijden tegen elkaar.
Wie weet er het meeste?
Een heel jaar strijden. Iedere keer dat je wint = 1 punt
De klassenwinnaars strijden ook tegen elkaar!!!
Voor de hoofdprijs!!!Een grote kapsalon!!!


Slide 16 - Slide

Leerdoelen bss. 1
  • Je kunt benoemen waarom iets levend, dood of levensloos is.
  • Je weet wat de 7 levensverschijnselen zijn. En je kunt ze herkennen in een afbeelding.
  • Je weet wat de term organisme betekend.

Slide 17 - Slide

Huiswerk
Opdracht 1 t/m 7 van Bss. 1 leven- dood - levensloos

Neem een blad mee van een plant of boom
dat je kunt natekenen in de klas.

Slide 18 - Slide