metonymie

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

metonymie

Doel: Aan het einde van deze les kunnen jullie een metoniem herkennen en zelf gebruiken.

WElkom

planning

Donderdag 22-2 So woordenschat h.2+ h.3

Vandaag uitleg en opdrachten.

Herhaling: 'beeldspraak'
Wat bedoelen we met 'beeldspraak'?

Welke vormen van beeldspraak ken je nog?

Beeldspraak

Vergelijkingen, metaforen en personificaties zijn vormen van beeldspraak.     

Beeldspraak is altijd 

figuurlijk bedoeld.

Daar hangt de laatste Rembrandt aan de muur.

Wat wordt hier nu eigenlijk bedoeld?

Een schilderij van Rembrandt.

Die lange zit altijd vooraan in de klas.

Die lange leerling

Dat lange meisje

Die lange jongen

Geef die snor een glas.

Die meneer met die snor

een glas bier.

Metonymie

Je zegt niet letterlijk wat je bedoelt, maar zegt een woord wat ermee te maken heeft.

Wat is een voorbeeld van metonymie?

1. Fris en fruitig opstaan
2. De ronde cirkel
3. Oranje wint de beker!
4. Mijn Nike's zijn vies.

Is het een metafoor of een metonymie?
Ik voel me vandaag zo slap als een vaatdoek.

1. metafoor
2. metonymie

Het doel van de les was:
Ik kan metonymie herkennen en begrijpen.

Heb je dit doel behaald?

1. helemaal
2. grotendeels
3. een beetje
4. helemaal niet

Nu zelf aan de slag

Maken hoofdstuk 3: opdr. 1,2 en 4