2hva 11-10-2024 - WS herhaling met extra voor vwo

Welkom bij Nederlands!
Todo:
  • liggen de spullen die je nodig hebt op tafel?

Op tafel heb je liggen:
  • lesboek (met de opdrachten die je maandag hebt gekregen)
  • schrift
  • pen
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands!
Todo:
  • liggen de spullen die je nodig hebt op tafel?

Op tafel heb je liggen:
  • lesboek (met de opdrachten die je maandag hebt gekregen)
  • schrift
  • pen

Slide 1 - Slide

Wat gaan we deze les doen
  • Vwo: herhaling WS H2
  • Opdrachten maken en trainingsopgaven




Slide 2 - Slide





Na deze lessen kun je:
  • vergelijkingen herkennen en begrijpen.
  • metaforen en personificaties herkennen en begrijpen.
  • vwo: metonymie herkennen en begrijpen.
  • vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen herkennen, begrijpen en gebruiken.
Doel

Slide 3 - Slide

Wat:
Havo: ga verder met de opdrachten op de werkbladen.
Vwo: herhaling metonymie

Hoe:
Samen met je buurman of buurvrouw.

Klaar?
  • Maak opdrachten op cambiumned.nl (via link in SOM) 
  • Ga aan de slag met de trainingsoefeningen online.
  • Leer de woordenlijsten H1 t/m H3 WS




Hulp nodig?
Kijk naar het stoplicht

rood: stil! 
Vraag het de docent als
je het echt niet meer weet.
geel: fluisterniveau 
Overleg met diegene naast je
groen:  fluisterniveau 
Overleg met diegene naast je of vraag het
de docent  


Aan het werk!
timer
1:00

Slide 4 - Slide

H2 WS Metonymie
  • Wat is metonymie?
  • Beeldspraak die niet berust op een overeenkomst, maar op een ander verband tussen object (o) en beeld (b). 
  • Voorbeeld?
  • De snor komt vandaag op bezoek 

Slide 5 - Slide

Geef van onderstaande zin aan of er sprake is van een vergelijking, een metafoor, een personificatie of een metonymie.

Ik lust nog wel een kopje.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymie

Slide 6 - Quiz

Wat is een voorbeeld van metonymie?
A
Fris en fruitig opstaan
B
De ronde cirkel
C
Oranje wint de beker!
D
Mijn Nikes zijn vies.

Slide 7 - Quiz

Vergelijking, metafoor, personificatie, metonymie
- Welke beeldspraak herken je? -

De wind huilt.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymie

Slide 8 - Quiz

Is er een metafoor, een vergelijk of een metonymie?

Ik voel me vandaag zo slap als een vaatdoek.

A
metafoor
B
metonymie
C
vergelijking

Slide 9 - Quiz

Is het een metafoor of een metonymie?
Het leven is een weg met kuilen en hobbels.

A
metafoor
B
metonymie

Slide 10 - Quiz

Welke van de volgende voorbeelden is een metonymie?
A
De kroon heeft besloten om nieuwe maatregelen in te voeren.
B
De zon schijnt fel vandaag.
C
De kat ligt graag in de zon.
D
De bloemen bloeien in de lente.

Slide 11 - Quiz

Bij de lunch bestelden ze drie spa.
A
metafoor
B
metonymie

Slide 12 - Quiz

Welk woord is het metoniem is deze zin?

Bij de lunch bestelden ze drie spa.
A
lunch
B
ze
C
spa

Slide 13 - Quiz

Is het een metafoor of een metonymie?

En weer pakte Irene Wüst goud.

A
metafoor
B
metonymie

Slide 14 - Quiz

Is het een metafoor of een metonymie.

Na afloop van de voorstelling klapte de zaal.
A
metafoor
B
metonymie

Slide 15 - Quiz

Welk woord is het metoniem is deze zin?

Na afloop van de voorstelling klapte de zaal.
A
afloop
B
zaal
C
voorstelling

Slide 16 - Quiz

Wat is de metonymie in de volgende zin: 'Even de koppen tellen', zei de docent
A
Even
B
de koppen
C
tellen
D
de docent

Slide 17 - Quiz

Moskou reageert fel op de kritieken.


A
metafoor
B
metonymie

Slide 18 - Quiz

Wat:
Maak de opdrachten op de werkbladen.
2V heeft extra oefenopdrachten online staan, zie planning.

Hoe:
Samen met je buurman of buurvrouw.

Klaar?
  • Maak opdrachten op cambiumned.nl (via link in SOM) 
  • Ga aan de slag met de trainingsoefeningen online.
  • Leer de woordenlijsten H1 t/m H3 WS




Hulp nodig?
Kijk naar het stoplicht

rood: stil! 
Vraag het de docent als
je het echt niet meer weet.
geel: fluisterniveau 
Overleg met diegene naast je
groen:  fluisterniveau 
Overleg met diegene naast je of vraag het
de docent  


Aan het werk!
timer
1:00

Slide 19 - Slide






Na deze lessen kun je:
  • vergelijkingen herkennen en begrijpen.
  • metaforen en personificaties herkennen en begrijpen.
  • vwo: metonymie herkennen en begrijpen.
  • vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen herkennen, begrijpen en gebruiken.

Doel

Slide 20 - Slide

Welk onderdeel wil je komende maandag
nog extra uitleg krijgen,
of extra oefeningen voor maken?

Slide 21 - Mind map

Huiswerk 14 oktober
H3, WS (blz. 84 enz.)

Maken: trainingsopgaven online H1 t/m H3 Woordenschat
Leren:
theorie H1 (blz. 24) en woordenlijst H1 (in SOM)
theorie H2 (blz 54) en woordenlijst H2 (in SOM)
theorie H3 (blz. 84) en woordenlijst H3 (in SOM)
vwo (extra)
theorie H2 metonymie (losse bladen)


NB: Toets WS H1 t/m H3 op
donderdag 17 oktober

Slide 22 - Slide