4TL Hoofdstuk 8 Ontwikkelingslanden

4TL Hoofdstuk 8 



Ontwikkelingslanden
1 / 46
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 46 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

4TL Hoofdstuk 8 



Ontwikkelingslanden

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen 8.2 
  • Je kunt kenmerken van een ontwikkelingsland noemen.
  • Je weet wat de gevolgen van een monocultuur zijn voor ontwikkelingslanden.
  • Je kunt oorzaken noemen van de economische achterstand van ontwikkelingslanden.
  • Je kunt uitleggen wanneer de ruilvoet verbetert of verslechtert.



Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Video

This item has no instructions

Slide 5 - Link

This item has no instructions

Monocultuur
Sommige ontwikkelinglanden zijn voor hun export afhankelijk van één of enkele producten. 
Verdiensten van landbrouwproducten 
zijn relatief laag.
Risico’s Monocultuur:
  •   De oogst kan mislukken
  •   De prijs op de wereldmarkt kan dalen.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
Maken opdrachten 1 t/m 6 - pag.238-240

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen 8.2 
  • Je kunt kenmerken van een ontwikkelingsland noemen.
  • Je weet wat de gevolgen van een monocultuur zijn voor ontwikkelingslanden.
  • Je kunt oorzaken noemen van de economische achterstand van ontwikkelingslanden.
  • Je kunt uitleggen wanneer de ruilvoet verbetert of verslechtert.



Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Oorzaken van armoede
  • Gebrek aan goed onderwijs
  • Infrastructuur
  • Snelle bevolkingsgroei - sneller dan economische groei
  • Hoge schulden en dus hoge rentelasten
  • Protectiemaatregelen door andere landen
  • Natuurrampen en/of burgeroorlogen
  • Corruptie

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Kenmerken ontwikkelingslanden
  • veel werkloosheid
  • ondervoeding
  • snelle bevolkingsgroei
  • veel analfabetisme (een deel van de bevolking kan niet lezen en schrijven)
  • beperkte technische ontwikkeling
  • een eenzijdige economische structuur. Dat betekent dat de inkomens vaak afhankelijk zijn van één productiesector, meestal de landbouw.





Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Vicieuze cirkel

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Ruilvoet
Ruilvoet = de verhouding tussen de prijs van exportproducten en de prijs van importproducten.


Voor ontwikkelingslanden is die ruilvoet vaak slecht. Wat zij exporteren is goedkoop, wat zij importeren is duur.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
Maken opdrachten 1 t/m 10 - paragraaf 8.2

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Invulling Vrijdag
8.1 of toets voorbereiding


Slide 14 - Slide

This item has no instructions

8.1 Verschillen in Welvaart
  • Je kunt uitleggen hoe welvaart meestal wordt berekend.
  • Je kunt vier redenen noemen waarom de welvaart in een land in werkelijkheid anders kan zijn.
  • Je kunt met behulp van een Lorenzcurve de inkomensverdeling van landen vergelijken.
  • Je kunt uitleggen dat het armoedeprobleem een vicieuze cirkel is.



Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Inkomen per hoofd van de bevolking


Het inkomen per hoofd van de bevolking (of inkomen per hoofd) is het gemiddelde inkomen per inwoner van een land.



Berekening
Inkomen per hoofd van de bevolking =
nationaal inkomen ÷ aantal inwoners

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 2
Luxemburg
Portugal
Eritrea
Aant. inwoners
640.000
10,3 miljoen
6.150.000
Nationaal inkomen
70,95 miljard
9,8 miljard
Inkomen per hoofd
 34.895

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Inkomen per hoofd niet volledig
Verdeling van welvaart - Hoe is het geld verdeeld?
De prijzen in het land - Wat kosten producten in de winkel?
Informele productie - Is er ook zelfvoorziening?
Collectieve voorzieningen - Hoe staat het met de zorg en het onderwijs?

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
Maken opdrachten 1 t/m 6 - pag. 234
Maken rekenopdrachten 1 t/m 4 - pag. 256

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

8.1 Verschillen in Welvaart
  • Je kunt uitleggen hoe welvaart meestal wordt berekend.
  • Je kunt vier redenen noemen waarom de welvaart in een land in werkelijkheid anders kan zijn.
  • Je kunt met behulp van een Lorenzcurve de inkomensverdeling van landen vergelijken.
  • Je kunt uitleggen dat het armoedeprobleem een vicieuze cirkel is.



Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Lorenzcurve
De Lorenzcurve geeft inkomensongelijkheid aan.


Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Lorenzcurve
Wat zegt deze Lorenzcurve over Brazilië?

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Vicieuze cirkel
Een vicieuze cirkel: een situatie waarin je op eigen kracht niet uit kunt komen.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
Maken opdrachten t/m 10


Rekenen t/m 4 al af?

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen 8.3
  • Je kunt uitleggen dat noodhulp soms noodzakelijk is.
  • Je kunt uitleggen dat structurele hulp belangrijk is voor economische groei in een ontwikkelingsland.
  • Je weet hoe ontwikkelingslanden geld kunnen lenen.
  • Je kunt uitleggen hoe ontwikkelingslanden meer zekerheid kunnen krijgen over hun exportinkomsten.



Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Noodhulp

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Structurele Hulp

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Noodhulp
Structurele hulp

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Internationaal Monetair Fonds
Organisaties zoals de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) verstrekken gewone leningen 
aan ontwikkelingslanden.

Dat gebeurt vaak tegen gunstige voorwaarden, zoals een lage rente of een langere periode van terugbetalen. Ook wordt soms de lening (of een deel ervan) kwijtgescholden. 

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Microkrediet 
  • Kleine ondernemingen in ontwikkelingslanden 
  • Hulporganisaties bieden  microkrediet 
  • Microkrediet is een kleine lening die verstrekt wordt aan kleine ondernemingen

  • Omdat het risico relatief hoog is, is de rente ook hoog.

Slide 30 - Slide

Vertellen wat is microkrediet en over de kleine ondernemers. Het effect van vicieuze cirkel uitleggen. 
Opdracht 6
Tanzania leent $ 950 miljoen bij de Wereldbank. De overheid van Tanzania mag deze lening in 25 jaar terugbetalen. De rente is 2,5% per jaar. Tanzania maakt het eerste jaar € 40 miljoen over naar de Wereldbank. Dit bedrag is inclusief de rente.

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
Maken opdrachten 1 t/m 13
Maken rekenopdrachten 5 t/m 11

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen 8.4
  • Je kunt voorbeelden geven van instellingen die ontwikkelingslanden helpen.
  • Je kunt uitleggen hoe hulp aan ontwikkelingslanden in het belang van Nederlandse bedrijven kan zijn.
  • Je kunt uitleggen dat de productie door bedrijven gevolgen kunnen hebben voor ontwikkelingslanden.
  • Je kunt uitleggen hoe je met je koopgedrag de leefomstandigheden in arme landen kunt verbeteren.



Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Organisaties die helpen
Alleen door samenwerking kunnen we armoede de wereld uit helpen.
Er zijn verschillende organisaties waarin landen samenwerken in de bestrijding van armoede, bijvoorbeeld:

  • de Verenigde Naties (VN)
  • de Wereldbank
  • het Internationaal Monetair Fonds (IMF).

Afspraak: 0,7% van het nationaal inkomen naar ontwikkelinshulp

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

NGO's die helpen

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Ontwikkelingssamenwerking
Subsidies aan Nederlandse bedrijven die in ontwikkelingslanden investeren. 
Bijvoorbeeld:
nieuwe fabriek  die zorgt voor werkgelegenheid 

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
Maken opdrachten 1 t/m 5
Maken rekenopdrachten 9 en 10

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 3 a
In 2021 gaf Nederland € 4,51 miljard uit aan ontwikkelingssamenwerking.
  • Bereken de omvang van het nationaal inkomen van Nederland in 2021.

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

opdracht 3 b
Al jaren geeft Nederland minder uit dan binnen de VN en de Europese Unie is afgesproken. Vanuit hulporganisaties is er kritiek op dit Nederlandse beleid.
Ga voor 2025 uit van een nationaal inkomen van € 875 miljard in ons land.
  • Bereken hoeveel Nederland dan extra aan ontwikkelingshulp moet besteden om aan de VN- en EU-doelstelling te voldoen. Noteer het bedrag voluit.

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen 8.4
  • Je kunt voorbeelden geven van instellingen die ontwikkelingslanden helpen.
  • Je kunt uitleggen hoe hulp aan ontwikkelingslanden in het belang van Nederlandse bedrijven kan zijn.
  • Je kunt uitleggen dat de productie door bedrijven gevolgen kunnen hebben voor ontwikkelingslanden.
  • Je kunt uitleggen hoe je met je koopgedrag de leefomstandigheden in arme landen kunt verbeteren.



Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Economische globalisering: productie

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Voordelen voor bedrijven
Minimumloon
Arbeidstijden
arbeidsomstandigheden

Ontbreken van vakbonden en milieuregels

Geldt met name voor arbeidsintensieve producten

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Fairtrade

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
Maken opdrachten t/m 10
Maken rekenopdrachten t/m 13

Vanmiddag herkansing bespreken tijdens eerste daltonuur, Schrijf je in!

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Slide 46 - Slide

This item has no instructions