This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Reading strategies
-> Searching info
Slide 1 - Slide
Exercise 19 - wordsearch
Slide 2 - Slide
new words you heard today (and will always remember ;))
Slide 3 - Mind map
Zoekend lezen
Slide 4 - Slide
DOEL
- Je weet wat zoekend lezen is en dat je dit kunt inzetten om informatie in een (korte) tekst te vinden;
- Je kunt zoekend lezen om informatie in een (korte) tekst te vinden.
(ZOEKEND LEZEN)
Slide 5 - Slide
ZOEKEND LEZEN
Soms wil je snel iets opzoeken in een tekst,
bijvoorbeeld hoe laat een film begint.
Dan hoef je niet alles te lezen.
Je leest alleen het stukje dat jij nodig hebt. Om dat stukje te vinden, kun je
zoekend lezen.
Slide 6 - Slide
Amuseren
Overhalen
Overtuigen
je vermaken
Proberen iemand iets te laten doen of juist niet
Slide 7 - Drag question
Slide 8 - Video
Alinea's
Tussenkopje
Tussenkopje
Titel
Slide 9 - Slide
Zoekend lezen
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Meerkeuzevragen
Kijk naar de titel, inleiding, naam van de schrijver etc.
Wat weet je al van het onderwerp?
Bekijk de vragen die bij de tekst horen.
Skim and scan de tekst.
Probeer lastige woorden te begrijpen via de context.
Lees de vraag en de bijbehorende alinea.
Slide 13 - Slide
Meerkeuzevragen
Let op de eerste en laatste zin van de alinea. ( vaak de hoofdgedachte).
Let op signaalwoorden, zoals but, however, and etc.
Wat is je eigen antwoord?
Kies het antwoord wat het dichtste bij je eigen antwoord ligt.
Onderstreep het gedeelte dat overeenkomt met jouw gekozen antwoord.
Komt het onderstreepte tekstgedeelte overeen met je antwoord?
7. Als je het antwoord niet weet. Streep foute antwoorden weg.
Slide 14 - Slide
Woordstrategieën
Bekijk eerst of je de betekenis kunt raden door de andere woorden (in context)
Bekijk of het woord op een ander woord lijkt bijvoorbeeld uit een andere taal.
Hak het woord in stukjes? Komt een deel van het woord je bekend voor?
Slide 15 - Slide
Woordenboek tips
Zoek het basiswoord. (slow ipv slowly, extend ipv extended)
Let op :Er staan vaak meerdere betekenissen. Kijk dan goed naar het onderwerp van de tekst.
Oefen met het woordenboek dat je op je examen gaat gebruiken. Het klinkt kinderachtig, maar zorg ervoor dat het alfabet goed in je hoofd zit, zodat je de woorden snel kunt opzoeken.
Slide 16 - Slide
Prediction (orienterend lezen)
Look at the text: TIPS
Title
Introduction
Pictures
Source
What is the text about?
Slide 17 - Slide
Zoekend lezen
- lees de titel en tussenkopjes - zoek naar kernwoorden die te maken hebben met wat je zoekt. - kijk naar anders gedrukte woorden - stop met lezen als je het antwoord gevonden hebt
Looking for specific information. Gerichte informatie zoeken.
Slide 18 - Slide
Intensief lezen
- lees de hele tekst - let op de inleiding en tussenkopjes - zoek de belangrijkste zinnen en woorden uit de alinea's - zoek de betekenis op van belangrijke woorden en zinnen.
Je probeert alle informatie in de tekst te begrijpen
Slide 19 - Slide
Zoekend lezen
Slide 20 - Slide
This lesson
I will tell you something about You will:
Reading skills
Read a text and answer questions.
Practise reading
Slide 21 - Slide
Oriënterend lezen
Bedoeld om een eerste indruk te krijgen
Lay-out: chat, krantenartikel, menu, boodschappenlijst etc.
Eerste indruk: titel, tussenkopjes, plaatjes
Verwachtingen: waar gaat het over, wat weet je al?
Slide 22 - Slide
Opdracht:
Bekijk:
- de titel
- de tussenkopjes
- de afbeelding
timer
0:45
Slide 23 - Slide
0
Slide 24 - Video
Welke informatie verwacht je in de tekst te lezen?
Slide 25 - Open question
endangered
Slide 26 - Mind map
to drag
Slide 27 - Mind map
enclosed
Slide 28 - Mind map
to defend
Slide 29 - Mind map
barrier
Slide 30 - Mind map
Zoekend lezen
Slide 31 - Slide
Op zoek naar informatie...
Zoek naar woorden die je kent of kunt raden
Houd je aan de gegeven info, vul niet zelf in
Lees de vraag en antwoorden goed
Slide 32 - Slide
What kind of questions / texts can you expect?
- Gap fill exercise
- Advertisements
- Begrijpend lezen
- Zoekend lezen
- Definiëren
Slide 33 - Slide
Begrijpend lezen
Vragen zoals:
- Wat bedoeld de schrijver met deze zin/paragraaf?