H2K-les3

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Plattegrond deze les

Joost

Milan

Femme

Daan

Sven

Bas

Anniek

Lotte

Thomas

Mick

Romana

Yentle

Esther

Esmee

Samantha

Iedereen heeft een lege tafel naast zich!

Deze les

Huiswerk controle, heb je alles gemaakt?

Uitleg nieuwe stof

Controleren van de gemaakte opdrachten

Aan de slag met het huiswerk

Huiswerk voor vandaag

Maken de opdrachten bij paragraaf 2

Een etentje thuis

Waar hebben we het al over gehad?

• behoeftes
• consumeren
• produceren
• onbetaalde productie
• betaalde productie
• hulpmiddelen bij de productie
• zelf produceren

Waar gaan we het vandaag over hebben?

Staafdiagram

Cirkeldiagram

Nakijken gemaakte werk

1a Voor hun vrienden en voor henzelf.

b Dit soort werk is onbetaald en als je 

dit werk doet, ben je een producent.

2a Bijv. je kunt niet bakken of braden of snijden met alleen je handen.

b Arbeid.

3a regen - grondwater - waterzuivering - waterleidingnet - kraan.

b Bijv. zonlicht, grond. 

4a Bijv. het is goedkoper.

b Bijv. ze hebben geen tijd of geen zin om te koken.

5a 7,98+2,79+2,51+0,82 = € 14,10

b 15,50+6+12+14= € 47,50

47,50-14,10 = € 33,40

6a De man = 1 (de arbeid)

De bbq = 2 (de hulpmiddelen)

Het houtskool = 3 (de natuur)

7a 4,95+6,95 = € 11,90

b 22,50-11,90 = € 10,60

c 22,50-4,95 = € 17,55

d Bijv. ze krijgt vieze handen, het kost tijd, ze moet opzoeken hoe ze dat moet doen.

8a Hij koopt kant-en-klare en voorbewerkte etenswaren.

b Bijv. de saus maken, de tortellini maken, de pudding maken, sinaasappels persen.

c Bijv. hij kan de sla zelf klaarmaken en de sinaasappels zelf persen.

9 

Koken                                 € 175,-

Schoonmaken                  € 250,-

Wassen/strijken               €  96,-

Kind verzorgen                € 378,-

Klusjes                               € 280,-

Totaal                                € 1.179,-

10a 10x15,95 + 2x9,36 + 2x3,56 + 0,25x4,20 + 0,5x5,20 + 5 = 63,80+18,72+7,12+1,05+2,60+5 = € 98,29

b Bijv. schoonmaakmiddel, afplakband, vervoerskosten bij het doen van de inkopen.

c 800-98,29 = € 701,71

11a 28,20:6 = € 4,70 per week.

b 7,96:4 = € 1,99

4,70-1,99 = € 2,71

c Eigen antwoord, veklaar wel je antwoord.

12 Op de eerste plaats heb je nodig natuur. Voorbeelden hiervan zijn grond en het water.

Op de tweede plaats heb je nodig: arbeid. Dat is het werken door de mens.

Op de derde plaats heb je nodig hulpmiddelen. Als je eten kookt, zijn voorbeelden hiervan een oven en messen. De waarde van de productie thuis wordt berekend door te kijken hoeveel iets bij een bedrijf kost en daar de kosten af te trekken die je maakt als je zelf iets produceert.

Huiswerk

Maken de opdrachten bij paragraaf 3

De taken verdeeld

0