19/2/2024 - V2C - Zinsontleding

Zinsontleding
V2C
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Zinsontleding
V2C

Slide 1 - Slide

Programma
- Lezen
- Herhalen zinsdelen -  verschil wwg / nwg - lijdend / bedrijvend
- Aan de slag

Slide 2 - Slide

Lezen
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Hoe ontleed je een zin?

Slide 4 - Slide

Hoe ontleed je een zin?
> Zoek de persoonsvorm.
> Plaats steeds een zo groot mogelijke groep woorden voor de     persoonsvorm.
> Iedere groep is een zinsdeel.



Slide 5 - Slide

Hoe ontleed je een zin?
De bergen dragen dichte bossen.

Bij de kinderen thuis lagen prentenboeken.

Slide 6 - Slide

Hoe ontleed je een zin?
De bergen | dragen | dichte bossen.

Bij de kinderen thuis | lagen | prentenboeken.

Slide 7 - Slide

Koppelwerkwoorden
De jongen is profvoetballer geworden.
Dat blijkt een moeilijke som te zijn.

Maar let op!
Hij blijft op zijn kamer.
vs.
Hij blijft aardig.

Zijn 
Worden
Blijken
Lijken
Schijnen
Dunken
Voorkomen
Heten 
Blijven

Slide 8 - Slide

WWG + NWG
Werkwoordelijk gezegde = alle werkwoorden in de zin
Zegt iets over wat het onderwerp doet

Naamwoordelijk gezegde = Alle werkwoorden uit de zin + een naamwoordelijk deel
Eén van de werkwoorden is een koppelwerkwoord.
Zegt iets over hoe of wat het onderwerp is

Slide 9 - Slide

Toch moeten hier enkele grote kunstenaressen genoemd worden.

Het huis in het bos is een beetje geheimzinnig.

Slide 10 - Slide

Lijdende + Bedrijvende vorm
1. X lachte Y uit voor het digibord.
2. Y werd door X uitgelachen voor het digibord.
3. X duwde Y zachtjes in zijn rug. 
4. Y werd zachtjes in zijn rug geduwd door X.

Slide 11 - Slide

       Bedrijvende zinnen zijn actief
                   (het onderwerp doet de actie)
        Lijdende zinnen zijn passief
                   (het onderwerp ondergaat de actie)
                   (Het lijdend voorwerp uit de bedrijvende zin, wordt                               onderwerp in de lijdende zin.)

Slide 12 - Slide

Aan de slag
> Verder werken in de reader


Tijd: tot einde les
Hoe?: zachtjes overleggen

Slide 13 - Slide