This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Je neus is via zenuwen met de hersenen verbonden.
A
juist
B
onjuist
Slide 1 - Quiz
De prikkel voor tastzintuigen is druk.
A
juist
B
onjuist
Slide 2 - Quiz
De hoornlaag beschermt het lichaam tegen uitdroging.
A
juist
B
onjuist
Slide 3 - Quiz
Drukzintuigen kunnen in de kiemlaag van de huid voorkomen.
A
juist
B
onjuist
Slide 4 - Quiz
De trommelholte van een oor is vrijwel helemaal gevuld met vocht.
A
juist
B
onjuist
Slide 5 - Quiz
De oogspieren zitten vast aan het harde oogvlies.
A
juist
B
onjuist
Slide 6 - Quiz
De zintuigcellen voor gehoor vind je in het trommelvlies.
A
juist
B
onjuist
Slide 7 - Quiz
Pijnpunten komen alleen voor in de huid.
A
juist
B
onjuist
Slide 8 - Quiz
Kees zit te slapen in de les. Dat is gedrag.
A
juist
B
onjuist
Slide 9 - Quiz
Interpretatie van gedrag gaat over wat je denkt dat gedrag betekent.
A
juist
B
onjuist
Slide 10 - Quiz
De buis van Eustachius verbindt de trommelholte met de neusholte.
A
juist
B
onjuist
Slide 11 - Quiz
Anne en Max ontmoeten elkaar voor het eerst. Anne steekt haar hand uit. Max geeft Anne een hand terug. Een hand uitsteken is een voorbeeld van een signaal.
A
juist
B
onjuist
Slide 12 - Quiz
Een klier is een orgaan dat impulsen verwerkt die afkomstig zijn van zintuigen.
A
juist
B
onjuist
Slide 13 - Quiz
Motivatie is de bereidheid om te reageren op een prikkel.
A
juist
B
onjuist
Slide 14 - Quiz
De prikkel voor het gezichtszintuig is geluid.
A
juist
B
onjuist
Slide 15 - Quiz
Hoe worden door deel 3 impulsen voortgeleid: van beneden naar boven, van boven naar beneden, of in beide richtingen? (klik op afbeelding om hem groter te maken)
A
Van beneden naar boven.
B
Van boven naar beneden.
C
In beide richtingen.
Slide 16 - Quiz
Welk nummer is geen deel van het centrale zenuwstelsel? (klik op afbeelding om hem groter te maken)
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 17 - Quiz
Welk deel van het oog of het gezicht kunnen het netvlies beschermen tegen te fel licht?
A
Het hoornvlies.
B
De lens.
C
De wenkbrauwen.
D
De wimpers.
Slide 18 - Quiz
Bevinden zich in orgaan P koudezintuigen? En pijnpunten?
(klik op afbeelding om hem groter te maken)
A
Zowel koudezintuigen als pijnpunten.
B
Alleen koudezintuigen.
C
Alleen pijnpunten.
D
Geen koudezintuigen en geen pijnpunten.
Slide 19 - Quiz
Het heideblauwtje is een vlinder. Als het paringstijd is, dan achtervolgt het mannetje een vrouwtje. Hij vliegt om haar heen en geeft geurstoffen af. Dan gaat hij naast haar zitten en paren ze. Uiteindelijk vliegt het mannetje weg. Waar is dit een voorbeeld van?
A
Gedragsketen.
B
Motivatie.
C
Prikkel.
D
Respons.
Slide 20 - Quiz
De tijgers willen niet door de brandende hoepel. Maar de trainer weet daar wel iets op. Hij laat ze een tijdje hongeren en beloont het springen door de hoepel met een stuk vlees. Welke factor is toegenomen door de honger?
A
De impuls.
B
De motivatie.
C
De prikkel.
Slide 21 - Quiz
Wat gebeurt er als de lichaamstemperatuur van iemand te laag wordt door het zweten? En wat is het gevolg daarvan?
Slide 22 - Open question
Het voetballen kost veel energie. Dat betekent dat iemand veel suiker verbrandt. Welk hormoon komt dan vrij om de suikervoorraad van het bloed weer op peil te brengen?
A
Glucagon uit de bijnieren.
B
Insuline uit de bijnieren.
C
Glucagon uit de eilandjes van Langerhans.
D
Insuline uit de eilandjes van Langerhans.
Slide 23 - Quiz
John en Felix staan ver van het podium en krijgen 85 dB over zich heen. Ze gaan flink uit hun dak en dansen veel. Daardoor raken ze veel energie kwijt. Na drie uur gaan ze terug naar huis. Hoe groot is de kans op gehoorschade voor de jongens? (klik op de afbeelding voor groter)