This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Schrijfvaardigheid
Slide 1 - Slide
Betoog: Wat is waar?
A
Een betoog is een activerende tekst.
B
Een betoog bevat vooral subjectieve informatie.
C
Een betoog geeft vooral beoordelingswoorden.
D
Weerlegging maakt een betoog sterker.
E
Argumenten moet je altijd onderbouwen.
Slide 2 - Slide
Hoe zit een betoog in elkaar?
Slide 3 - Slide
Welke titel kan boven een betoog staan?
A
Het mobiele monster.
B
De mobiele telefoon is een gevaar voor je concentratie.
C
Vijf gevaren van de mobiele telefoon.
D
Wil jij een geweldige telefoon voor weinig geld?
E
Schoolkantines kunnen beter.
Slide 4 - Slide
De schrijver geeft zijn mening.
Tekstdoel is overtuigen.
Argumenten ondersteunen je mening (AUB-model)
Subjectieve en objectieve argumenten.
Titel bevat vaak al een mening.
Aanleiding van een betoog is een stelling.
Kenmerken van een betoog
Slide 5 - Slide
Waar of niet waar? In de inleiding van een betoog vind je de stelling letterlijk terug.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quiz
Waar of niet waar? Overtuigende teksten halen je over iets te doen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quiz
Waar of niet waar? Als je zelf een tegenargument in je betoog gebruikt, wordt je betoog veel sterker.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quiz
Waar of niet waar? In het slot hoef je alleen een sterke slotzin (concluderende) zin te gebruiken.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quiz
Indeling betoog
Inleiding
Goede beginzin
Stelling verwerkt en korte mening
2e alinea
Onderbouwd argument
3e alinea
Onderbouwd argument
4e alinea
Tegenargument en weerlegging
Slot
Samenvatten van argumenten en conclusie
Slide 10 - Slide
Zelf een stelling maken
Je moet er over van mening kunnen verschillen
Bevat geen ontkenning (positief geformuleerd)
Zo kort als mogelijk (15 woorden)
Bevat geen argument
Slide 11 - Slide
Is dit een goede inleiding?
Schooluniformen moeten verboden worden.
Vorig jaar was ik in Engeland en daar zag ik leerlingen allemaal in hetzelfde uniform naar school gaan. Belachelijk toch? Je moet er niet aan denken om er elke dag hetzelfde te moeten uitzien en je niet meer van anderen te kunnen onderscheiden. Dus alsjeblieft geen schooluniform in Nederland!
Slide 12 - Slide
Er moet één dag per week online lesgegeven worden..
Cyberpesten moet strafbaar worden gesteld.
Gamen is goed voor je.
Schrijf een betoog: kies een stelling
Slide 13 - Slide
Verbeter je schrijfwerk!
Kijk ook naar elk werkwoord: denk aan regels tt, vt en volt. dw.
Is er sprake van een duidelijke driedeling?
Inleiding: Stelling omschreven?
Is je korte mening duidelijk?
Midden: Elk argument moet een goed voorbeeld hebben. Is er een tegenargument en goede weerlegging?
Titel boven tekst?
Slot met samenvatting en conclusie?
Slide 14 - Slide
Ga naar Google Classroom
Schoolwerk-Betogen vergelijken.
Lees alle vijf de betogen. Wat is voor jou de top 3?