What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
VW5 Woche 8
1 / 43
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
This lesson contains
43 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
2 videos
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Was weißt du noch?
Übersetze orange
Er war
toen
ein super Chef.
Nicht wir sind dran mit dem Kochen,
maar
ihr seid dran!
Alleen
ihr könnt diese Aufgabe lösen.
Darf es
anders
noch etwas sein?
Slide 2 - Slide
Tijdens de les:
Tijdens de les:
Was weißt du noch? (10 Min.)
jojo (5 Min.)
Vokabeln K3 L4 abfragen (5 Min.)
Vokabeln K3 L5 besprechen (5 Min.)
Machen: K3 L5 1 S. 138 (5 Min.)
K3 L5 13, 14 S. 142 / K3 L4 12/13 S. 135 (15 Min.)
Slide 3 - Slide
Hast du genügend gelernt?
VW5a
VW54
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Slide 6 - Video
Was weißt du noch?
Wähle
!
Schön, dass/das du heut da bist!
Das schöne Auto, dass/das dort vorne auf dem Parkplatz steht.
Dass/das gehört mir!
Du weißt, dass/das dass/das nicht im Preis inbegriffen ist.
Slide 7 - Slide
Tijdens de les:
Tijdens de les:
Was weißt du noch? (10 Min.)
Spreekvaardigheid (35 Min.)
Slide 8 - Slide
Die Themen:
1. Ist Bio-Essen besser?
2. Brauchen Jugendliche Markenkleidung?
3. Hotel Mama: Sollen junge Leute bei ihren Eltern wohnen?
4. Sollen Jugendliche allein verreisen?
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Korrigieren
12 & 13 S. 135
Slide 11 - Slide
Konjunktionen und Adverbien
Slide 12 - Slide
Konjuktionen (voegwoorden) .....
Verbinden zinsdelen, zinnen en woorden met elkaar.
Onderschikkend = hoofdzin + bijzin
Nevenschikkend = hoofdzijn + hoofdzin
Slide 13 - Slide
Voegwoorden
:
denn deshalb oder und ob als
want daarom of en of toen
Ich habe den Bus verpasst,
deshalb
bin
ich zu spät.
Kommst du mit
oder
bleibst
du zu Hause?
De woordvolgorde in de zin is hetzelfde als in het NL bij deze voegwoorden.
We hebben te maken met hoofdzinnen, dus nevenschikkend.
Slide 14 - Slide
Voegwoorden:
bevor obwohl weil dass nachdem während wenn
v
oordat hoewel omdat dat nadat terwijl als
Bij deze voegwoorden verandert de zinsstructuur doordat de
persoonsvorm
aan het eind van de zin komt te staan.
We hebben te maken met een
bijzin,
dus onderschikkend.
Ich weinte,
weil
er mich gekrenkt
hat
.
Meine Mutter sagt,
dass
ich zu Hause kommen
soll
.
Bitte sag es,
bevor
er böse werden
kann
.
Slide 15 - Slide
Mutter sagt, dass ich zur Schule laufen muss.
A
richtig
B
falsch
C
weiß ich nicht
Slide 16 - Quiz
Ich muss zum Krankenhaus, deshalb komme ich Morgen.
A
richtig
B
falsch
Slide 17 - Quiz
Er hat es gesehen, obwohl ich es hatte verboten.
A
richtig
B
falsch
Slide 18 - Quiz
Adverbien (bijwoorden)
als
toen
bevor
voordat
da
omdat
dass
dat
ob
of
obwohl
hoewel
seitdem/seit
sinds
während
terwijl
weil
omdat
wenn
wanneer
Slide 19 - Slide
wanneer
wann --> als het om tijd gaat
wenn --> als het om een voorwaarde gaat
Slide 20 - Slide
Niemand weiß, __________ die Coronakrise vorbei ist.
A
wenn
B
wann
Slide 21 - Quiz
_________ es morgen nicht regnet, gehe ich zu Fuß.
A
Wenn
B
Wann
Slide 22 - Quiz
Toen
als --> op een specifiek moment
damals --> in de betekenis van "vroeger"
Slide 23 - Slide
___________ ich 16 wurde, war Trump noch Präsident.
A
Als
B
Damals
Slide 24 - Quiz
________ gab es noch kein Handy oder Internet.
A
Als
B
Damals
Slide 25 - Quiz
Of
oder --> een keuze uit twee of meer alternatieven.
ob --> geen keuze uit twee of meer alternatieven
entweder ... oder --> het een of het ander
Slide 26 - Slide
Weißt du, _________ wir morgen ein Fahrradtour machen werden?
A
oder
B
ob
C
entweder ... oder
Slide 27 - Quiz
Möchtest du ________
A
Käse oder Wurst
B
entweder Wurst oder Käse
C
Käse ob Wurst
Slide 28 - Quiz
anders
anders --> op een andere manier
sonst --> in andere gevallen
Slide 29 - Slide
Ihr musst für die Prüfung lernen, _______ bekommt ihr eine schlechte Note.
A
anders
B
sonst
Slide 30 - Quiz
Es funktioniert nicht, vielleicht solltest du etwas ________ probieren.
A
anders
B
sonst
Slide 31 - Quiz
omdat, want
omdat = weil (onderschikkend)
want = denn (nevenschikkend)
Slide 32 - Slide
Ich bleibe zu Hause, _____ ich bin krank.
A
weil
B
denn
Slide 33 - Quiz
Ich habe wirklich Hunger, _________ ich heute morgen nichts gegessen habe.
A
weil
B
denn
Slide 34 - Quiz
dat
das = het --> als lidwoord (onzijdig)
das = dat --> als betrekkelijk voornaamwoord; het slaat terug op een onzijdig zelfstandig naamwoord.
dass = dat --> voegwoord (slaat niet terug op een zelfstandig naamwoord)
Slide 35 - Slide
Das Fenster, ______ kaputt war ist gestern repariert worden.
A
das (lidwoord)
B
das (betrekkelijk voornaamwoord)
C
dass
Slide 36 - Quiz
_________ Haus ist sehr schön.
A
Das (lidwoord)
B
Das (betrekkelijk voornaamwoord)
C
Dass
Slide 37 - Quiz
maar
maar
aber --> bij een tegenstelling zonder ontkenning
sondern --> bij een tegenstelling na een ontkenning
nur --> in de betekenis van 'slechts'
niet alleen ... maar ook
nicht nur ... sondern auch --> bij een toevoeging
Slide 38 - Slide
dan
dann --> daarna, dan, in dat geval (voorwaarde, volgorde verwijzing naar tijd, kan beklemtoond worden)
denn --> dan toch (altijd zonder klemtoon)
Slide 39 - Slide
Erst waschen und ______ ins Bett.
A
dann
B
denn
Slide 40 - Quiz
helemaal
gar / überhaupt --> in combinatie met een ontkennend woord.
ganz --> in andere gevallen.
Slide 41 - Slide
Mein Bruder hat das _________ nicht gemacht.
A
ganz
B
überhaupt
C
gar
Slide 42 - Quiz
Mach:
K3 L4 12 und 13 S. 137
Slide 43 - Slide
More lessons like this
VW5 Woche 7
February 2023
- Lesson with
46 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
H4 Woche 7
February 2023
- Lesson with
43 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
VW5 W7
February 2024
- Lesson with
48 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
3M Konjunktionen
February 2024
- Lesson with
34 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4,5
Konjunktionen
January 2024
- Lesson with
39 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4,5
Anne Frank, das Hinterhaus
September 2022
- Lesson with
13 slides
by
Anne Frank House
Geschiedenis
Middelbare school
Basisschool
vmbo t, mavo, havo, vwo
Groep 7,8
Leerjaar 1-3
Anne Frank Stichting
V4 10.03.2022
March 2022
- Lesson with
48 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Konjunktionen und Adverbien klas 5
June 2023
- Lesson with
42 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4,5