This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
2.1. Pinpas of portemonnee?
Wat heb je nodig?
Leerwerkboek
Rekenmachine
Laptop
Slide 1 - Slide
Wat gaan we vandaag doen?
Leerdoelen
Filmpje
Uitleg en instructie
Maakwerk voor vandaag
Quiz
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
Na afloop van deze les weet/kan ik ...
...hoe je nieuwe saldo berekent,
...wat het verschil tussen directe en indirecte ruil is.
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Directe & Indirecte ruil
Directe Ruil:
Goederen tegen goederen/diensten ruilen
Indirecte Ruil:
Als je geld gebruikt
Slide 5 - Slide
Saldo = bedrag dat op je bankrekening/account staat
Slide 6 - Slide
Hieronder zie je een deel van een bankafschrift.
Oud saldo = € 120. Wat is het nieuwe saldo?
Slide 7 - Slide
Huiswerk
Maak blz. 52 t/m 54, opgaven 1 t/m 9
Maak Rekenopdrachten blz. 90, opgaven 1 t/m 3
Maak Samenvatting van 2.1. op blz. 78
Klaar? Leer de begrippen van 2.1. op blz. 79
timer
10:00
Slide 8 - Slide
Quiz
Slide 9 - Slide
Je ziet een hoverboard op marktplaats die je graag wilt. Maar je hebt niet genoeg spaargeld! De verkoper stelt voor dat je je oude telefoon ruilt. Dit is:
A
Directe ruil
B
Indirecte ruil
Slide 10 - Quiz
Je koopt een chocoladeletter als schoencadeau voor je moeder bij de Hema. Dit is:
A
Directe ruil
B
Indirecte ruil
Slide 11 - Quiz
Je bestelt bij Decathlon een paar sportschoenen online. Je betaalt ze meteen via iDeal. Dit is:
A
Directe ruil
B
Indirecte ruil
Slide 12 - Quiz
Ik ga vrijdagavond uiteten. Jij komt op mijn drie kinderen passen. Ik geef je daar een nieuw telefoonhoesje voor. Dit is: