What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Herhaling verkoopprijs, consumentenprijs en arbeidsproductiviteit
Verkoopprijs, consumentenprijs en arbeidsproductiviteit
1 / 26
next
Slide 1:
Slide
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
This lesson contains
26 slides
, with
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Verkoopprijs, consumentenprijs en arbeidsproductiviteit
Slide 1 - Slide
Planning
Leerdoelen (iedereen)
Opdrachten maken/vragen stellen (iedereen)
Nakijken (iedereen)
Terugblik leerdoelen (iedereen)
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
Na afloop van deze les kun je:
de verkoopprijs berekenen
de consumentenprijs berekenen
de productiecapaciteit berekenen
de arbeidsproductiviteit berekenen
maatschappelijke opbrengsten en kosten opnoemen
Slide 3 - Slide
Planning
Leerdoelen (iedereen)
Opdrachten maken/vragen stellen (iedereen)
Nakijken (iedereen)
Terugblik leerdoelen (iedereen)
Slide 4 - Slide
Opdrachten
Je hebt een opdrachtenboekje ontvangen.
Noteer jouw naam en maak de opgaven.
Afspraken:
Samenwerken mag maar op een normaal geluidsniveau
Je mag jouw boek gebruiken
Telefoons weg
timer
20:00
Slide 5 - Slide
Planning
Leerdoelen (iedereen)
Opdrachten maken/vragen stellen (iedereen)
Nakijken (iedereen)
Terugblik leerdoelen (iedereen)
Slide 6 - Slide
Nakijken
Je hebt zojuist sommen gemaakt. Deze gaan we nu nakijken.
Afspraken:
Het is stil in de klas
Per vraag komt één leerling naar voren die het antwoord opschrijft.
Telefoons weg
Slide 7 - Slide
Opdracht 4
Brutowinstmarge = % (percentage) x inkoopprijs
Verkoopprijs = inkoopprijs + brutowinstmarge
Consumentenprijs = verkoopprijs + btw
Slide 8 - Slide
Opdracht 5a
brutowinstmarge = % x inkoopprijs
Brutowinstmarge = 70% x € 1,20
= € 0,84
Slide 9 - Slide
Opdracht 5b
Brutowinstmarge = 70% x € 1,20
= € 0,84
Verkoopprijs = € 1,20 + € 0,84
= € 2,04
v
e
r
k
o
o
p
p
r
i
j
s
=
i
n
k
o
o
p
p
r
i
j
s
+
b
r
u
t
o
w
i
n
s
t
m
a
r
g
e
Slide 10 - Slide
Opdracht 5c
Verkoopprijs = € 1,20 + € 0,84
= € 2,04
btw = 21% x € 2,04
= € 0,43
Consumentenprijs = € 2,04 + € 0,43
= € 2,47
c
o
n
s
u
m
e
n
t
e
n
p
r
i
j
s
=
v
e
r
k
o
o
p
p
r
i
j
s
+
b
t
w
Slide 11 - Slide
Opdracht 6a, 6b en 6c
BTW = omzetbelasting
laag tarief (6%) voor eerste levensbehoeften zoals brood
hoog tarief (21%) voor de andere behoeften zoals meubels
BTW wordt betaald over de verkoop van goederen en de verkoop van diensten
Slide 12 - Slide
Opdracht 6d
De filiaalmanager moet de btw afdragen aan de Belastingdienst. Hij mag het dus niet zelf houden. De uitspraak klopt dan ook
niet
.
Slide 13 - Slide
Opdracht 7a
Productiecapaciteit = de hoeveelheid producten die een bedrijf maximaal kan maken
Productiecapaciteit per week = 15 stuks x 15 werknemers = 225 partytenten
Productiecapaciteit per jaar = 225 stuks x 52 weken = 11.700 partytenten
Slide 14 - Slide
Opdracht 7b
8.000 partytenten / 11.700 partytenten x 100% = 68,38%
Slide 15 - Slide
Opdracht 7c
Er is minder vraag dan de productiecapaciteit = onderbezetting
Er is meer vraag dan de productiecapaciteit = overbezetting
In ons geval is er er meer vraag de productiecapaciteit, dus er is sprake van
overbezetting
Slide 16 - Slide
Opdracht 8a
Arbeidsproductiviteit per week = 3000 zakken / 2 = 1500 zakken
Arbeidsproductiviteit per werknemer per week = 1500 zakken / 4 = 375 zakken
Slide 17 - Slide
Opdracht 8b
Antwoord vraag 8a: Arbeidsproductiviteit per werknemer per week = 375 zakken
Apt per werknemer per dag = 375 zakken / 6 dagen = 62,5 zakken
Apt per werknemer per uur = 62,5 zakken / 5 uur = 12,5 zakken
Slide 18 - Slide
Opdracht 9
Prestatieloon
(bonus bij hogere productie)
Scholing (cursussen en opleiding)
Verbetering arbeidsomstandigheden
(beter licht, stoel aanmeten, auto op een loopbrug)
Slide 19 - Slide
Opdracht 10a
Meer welvaart
Meer werkgelegenheid
Slide 20 - Slide
Opdracht 10b
Meer milieuschade
Meer stress
Slide 21 - Slide
Opdracht 10c
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
Slide 22 - Slide
Examenopgave vraag 1
Stap 1: € 1,36 is dit 100% of 121%?
Stap 2: € 1,36 is 121%.
Stap 3: maak een verhoudingstabel
Stap 4: rekenen met de tabel ? = € 1,36 x 100 : 121
=
€ 1,12
Slide 23 - Slide
Examenopgave vraag 2
Brutowinstmarge = verkoopprijs (exclusief btw) - inkoopprijs
= € 1,78 - € 1,36
= € 0,42
In procenten van de inkoopprijs (lezen: delen door de inkoopprijs en dan x 100) = € 0,42 : € 1,36 x 100
= 30,9%
Slide 24 - Slide
Planning
Leerdoelen (iedereen)
Opdrachten maken/vragen stellen (iedereen)
Nakijken (iedereen)
Terugblik les (iedereen)
Slide 25 - Slide
Leerdoelen
Na afloop van deze les kun je:
de verkoopprijs berekenen
de consumentenprijs berekenen
de productiecapaciteit berekenen
de arbeidsproductiviteit berekenen
maatschappelijke opbrengsten en kosten opnoemen
Slide 26 - Slide
More lessons like this
3.2 Winst of verlies?
August 2018
- Lesson with
39 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
3.2 Hoeveel levert het op?
August 2018
- Lesson with
44 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
Herhaling Bruto- en nettoresultaat, verkoopprijs en consumentenprijs
April 2018
- Lesson with
29 slides
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Hoofdstuk 3 paragraaf 2
August 2020
- Lesson with
26 slides
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
6.4 Is meer productie goed?
December 2018
- Lesson with
33 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
6.4 Nog meer produceren?
November 2018
- Lesson with
23 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
Leerjaar 4 Economie Hst 3 paragraaf 4
November 2018
- Lesson with
10 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
Leerjaar 4 Economie Hst 3 les 4
September 2022
- Lesson with
10 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4