What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Les 39.2 - spreek- en schrijftaal
NEDERLANDS
1 / 26
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
26 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
NEDERLANDS
Slide 1 - Slide
Vandaag
--> je leert het verschil tussen spreektaal en schrijftaal
Slide 2 - Slide
Spreektaal
Gesproken teksten
Doel = interactie
Vluchtig
Meestal informeel
Voorbeelden?
Slide 3 - Slide
Schrijftaal
Geschreven teksten
Doel:
informatieoverdracht
Blijvend
Meestal formeler en ingewikkelder
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Verloedering
= Toename spreektaal in geschreven teksten
= meer slordigheid
Is dit taalontwikkeling of ‘taalverloedering’?
Wat vinden jullie?
Slide 8 - Slide
Kortom,
Spreektaal is informeel, schrijftaal is formeler.
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Even oefenen......
Slide 11 - Slide
Schrijftaal of spreektaal?
BIJ VOORBAAT
A
Schrijftaal
B
Spreektaal
Slide 12 - Quiz
Schrijftaal of spreektaal?
AANGENAAM
A
Schrijftaal
B
Spreektaal
Slide 13 - Quiz
Schrijftaal of spreektaal?
COOL
A
Schrijftaal
B
Spreektaal
Slide 14 - Quiz
Schrijftaal of spreektaal?
DIMMEN
A
Schrijftaal
B
Spreektaal
Slide 15 - Quiz
Schrijftaal of spreektaal?
EVENTUEEL
A
Schrijftaal
B
Spreektaal
Slide 16 - Quiz
Schrijftaal of spreektaal?
GOEIE
A
Schrijftaal
B
Spreektaal
Slide 17 - Quiz
Schrijftaal of spreektaal?
ONGETWIJFELD
A
Schrijftaal
B
Spreektaal
Slide 18 - Quiz
Schrijftaal of spreektaal?
LIJP
A
Schrijftaal
B
Spreektaal
Slide 19 - Quiz
Schrijftaal of spreektaal?
TOENAME
A
Schrijftaal
B
Spreektaal
Slide 20 - Quiz
Schrijftaal of spreektaal?
VOORTDUREND
A
Schrijftaal
B
Spreektaal
Slide 21 - Quiz
Schrijftaal of spreektaal?
MEISSIE
A
Schrijftaal
B
Spreektaal
Slide 22 - Quiz
Groepstalen
Groepstalen/sociolect
= taalvariant van een bepaalde groep mensen. O.a.:
(vak)jargon:
vaktaal, taal bij een beroep of bezigheid
straattaal:
taal die jongeren met elkaar spreken, m.n. in grote steden
Voetbaltaal:
taal van voetballiefhebbers
Slide 23 - Slide
Groepstalen
Vaak worden bepaalde woorden op den duur Standaardnederlands
Bijv.: ‘cool’, ‘mattie’, 'chillen', ‘een inkoppertje’
=taalvernieuwing
Slide 24 - Slide
Jargon
= vaktaal
Blijft vaak binnen groep & is voor buitenstaanders lastig te begrijpen. Bijv.:
aanhangig maken
: naar de rechter stappen
seponeren
: niet vervolgen
Slide 25 - Slide
Kortom,
De groep waar je bij hoort, bepaalt deels je taalgebruik.
Slide 26 - Slide
More lessons like this
Les 39.2 - spreek- en schrijftaal
May 2021
- Lesson with
38 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
spreek- en schrijftaal hhweek
June 2021
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Les 39 - schrijftaal vs spreektaal
May 2021
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
2425 Spreek- en schrijftaal VZIG
October 2024
- Lesson with
42 slides
Nederlands
Middelbare school
MBO
havo
Leerjaar 2
Hst 39 - schrijftaal, spreektaal & jargon
June 2024
- Lesson with
37 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Les 39.2 - spreek- en schrijftaal Chris
May 2021
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Schrijf- en spreektaal
September 2023
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Spreek- en schrijftaal
October 2024
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Middelbare school
MBO
havo
Leerjaar 2