spreek- en schrijftaal hhweek

NEDERLANDS
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with text slides.

Items in this lesson

NEDERLANDS

Slide 1 - Slide

Vandaag
  • Bespreken oefenblad les 36
  • Theorie (herhaling) les 36
--> je leert het verschil tussen spreektaal en schrijftaal

  • Oefenblad
  • Oefenblad bespreken

Slide 2 - Slide

Spreektaal
Gesproken teksten

Doel = interactie
Vluchtig
Meestal informeel

Voorbeelden?

Slide 3 - Slide

Schrijftaal
Geschreven teksten

Doel: informatieoverdracht 
Blijvend
Meestal formeler en ingewikkelder

Voorbeelden?

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Verloedering
= Toename spreektaal in geschreven teksten
 = meer slordigheid


Is dit taalontwikkeling of ‘taalverloedering’?
Wat vinden jullie?

Slide 8 - Slide

Kortom,
Spreektaal is informeel, schrijftaal is formeler.

Slide 9 - Slide

Groepstalen
Groepstalen/sociolect = taalvariant van een bepaalde groep mensen. O.a.:

 (vak)jargon: vaktaal, taal bij een beroep of bezigheid
 straattaal: taal die jongeren met elkaar spreken, m.n. in grote steden
 Voetbaltaal: taal van voetballiefhebbers

Slide 10 - Slide

Welke groepstalen spreek jij?
Of welke kun jij nog verzinnen?

Slide 11 - Slide

Bijv.
Gametaal
Modetaal
Cryptotaal 
Hockeytaal

.......

Slide 12 - Slide

Groepstalen
Vaak worden bepaalde woorden op den duur Standaardnederlands
Bijv.: ‘cool’, ‘mattie’, 'chillen', ‘een inkoppertje’



=taalvernieuwing

Slide 13 - Slide

Jargon
= vaktaal

Blijft vaak binnen groep & is voor buitenstaanders lastig te begrijpen. Bijv.:

 aanhangig maken: naar de rechter stappen
 seponeren: niet vervolgen


Slide 14 - Slide

Kortom,
De groep waar je bij hoort, bepaalt deels je taalgebruik.

Slide 15 - Slide

Aan de slag!
Maak het oefenblad



We bespreken de antwoorden om 9:20 

Slide 16 - Slide

Volgende les

Huiswerk: oefenblad helemaal

Theorie: herhaling les 41

Slide 17 - Slide