Deutsch Quiz jaar 2 online


1. Je bent startklaar als de les begint, dit houdt in:
-telefoon zit in de telefoontas;
-pet af, oortjes uit en jas uit;
-boeken, opgeladen laptop, schrift en pen(nen) op tafel.

2. Je leer- en huiswerk is gedaan.
 


1 / 30
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson


1. Je bent startklaar als de les begint, dit houdt in:
-telefoon zit in de telefoontas;
-pet af, oortjes uit en jas uit;
-boeken, opgeladen laptop, schrift en pen(nen) op tafel.

2. Je leer- en huiswerk is gedaan.
 


Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Personen

Slide 3 - Slide


A
Anke Merzel
B
Angelika Merz
C
Angela Merkel
D
Anke Engelke

Slide 4 - Quiz


A
Giorgio Armani
B
Louis Vuitton
C
Hugo Boss
D
Karl Lagerfeld

Slide 5 - Quiz


A
Goethe
B
Mozart
C
Beethoven
D
Schiller

Slide 6 - Quiz


A
Nena
B
Helene Fischer
C
Victoria Swarovski
D
Heidi Klum

Slide 7 - Quiz


A
Helene Fischer
B
Heidi Klum
C
Claudia Schiffer
D
Toni Garrn

Slide 8 - Quiz


A
Lena
B
Juli
C
Nena
D
Andrea Berg

Slide 9 - Quiz

Grammatik 

Slide 10 - Slide

Vul een vorm van haben of sein in.

Anne und Thom _____ ein neues Fahrrad (fiets)

Slide 11 - Open question

Vul een vorm van haben of sein in.

______ du heute einen englisch Test?

Slide 12 - Open question

Vul een vorm van haben of sein in.

Meine Eltern und ich _____ in Deutschland.

Slide 13 - Open question

Vul een vorm van haben of sein in.

_____ ihr schon mal in Berlin ______?

Slide 14 - Open question

Vul een vraagwoord in:

_____ Musik hörst du am liebsten?

Slide 15 - Open question

Landeskunde

Slide 16 - Slide


A
Bundestag in Berlin
B
Angela Merkels huis
C
Deutsche Bank in Frankfurt
D
Reichstag in Berlin

Slide 17 - Quiz


A
das Sonnentor
B
das Freiheitstor
C
das Brandenburger Tor
D
das Berliner Tor

Slide 18 - Quiz


A
Radioturm in Köln
B
Fernsehturm in Berlin
C
Internetturm in Münschen
D
Radioturm in Düsseldorf

Slide 19 - Quiz


A
Frankfurt
B
Köln
C
Düsseldorf
D
München

Slide 20 - Quiz

Wie viele Brotsorten gibt es in Deutschland?
A
50
B
150
C
200+
D
300+

Slide 21 - Quiz

Wie heißt diese Torte?
A
Aachener Kirschtorte
B
Schwarzwälder Kirschtorte
C
Bienenstich
D
Donauwelle

Slide 22 - Quiz

Wörter

Slide 23 - Slide

vertaal:
de suiker

Slide 24 - Open question

vertaal:

de melk

Slide 25 - Open question

der Kuchen =
A
de cake
B
het gebak
C
het koekje
D
de taart

Slide 26 - Quiz


A
der Brot
B
das Brot
C
das Brötchen
D
die Brote

Slide 27 - Quiz

Wie heeft gewonnen?

Slide 28 - Slide

Schrijftoets Duits H5 en H6
Tijdens de online les zal de schrijftoets worden afgenomen. Je maakt de brief in een standaard word-document en verstuurt deze voor het einde van de betreffende les via outlook aan bit@hlz.nl

Te leren stof:
H5: Lernlisten N-D en D-N, Grammatik en Sprachmittel op pag. 168/169
H6: Lernlisten N-D en D-N, Grammatik en Sprachmittel op pag. 26/27
Alle idioom en grammatica uit voorgaande hoofdstukken moet je kunnen toepassen

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide