Poëzie en Fictie A

Ik ken de begrippen realistisch en inleven
Ik weet wanneer de toets over Woordenschat is

Realistisch en inleven in de hoofdpersoon 
Nederlands
Poëzie en fictie A 
blz. 168 opdracht 4, 5, 6
Hebben we alle doelen behaald?
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Ik ken de begrippen realistisch en inleven
Ik weet wanneer de toets over Woordenschat is

Realistisch en inleven in de hoofdpersoon 
Nederlands
Poëzie en fictie A 
blz. 168 opdracht 4, 5, 6
Hebben we alle doelen behaald?

Slide 1 - Slide

Toetsafspraak
Volgende week dinsdag
Over: Woordenschat H2 H3 
Dus 2 woordraadstrategieën

Hoe leer je dit?
Alle moeilijke woorden uit de les Woordenschat
De theorie uit de groene kaders

Slide 2 - Slide

Woord van de week
Wie?
Tonton

Slide 3 - Slide

Fictie

Slide 4 - Slide

We kiezen weer een nieuw boek

Vandaag en morgen besteden we tijd aan het kiezen van een nieuw boek. 

Doel: ik heb deze week een nieuw boek gekozen!

Slide 5 - Slide

Realistisch
Een verhaal is realistisch als het in het echt ook zou kunnen gebeuren.

Een personage is realistisch als ze dingen meemaken die in het echt ook kunnen gebeuren.   

Slide 6 - Slide

Fictie: realistisch of niet-realistisch?

Slide 7 - Slide

realistisch
niet realistisch

Slide 8 - Slide

Niet-realistisch
Realistisch

Slide 9 - Slide

Realistich, niet-realistisch?

Slide 10 - Slide

Ik lees het liefst verhalen die:
A
Realistisch zijn
B
Niet-realistisch zijn

Slide 11 - Quiz

Wat voor soort boek zou jij willen lezen?

Slide 12 - Open question

Aan het werk
Poëzie en fictie A, achterin je boek

Bladzijde 183

Maken: opdracht 4, 5, 6
timer
20:00

Slide 13 - Slide

Huiswerk
Denk vast na over een boek dat je wilt lezen!

Gebruik hiervoor bijvoorbeeld de site van de bibliotheek.

Morgen doen we in de les een werkvorm 
om een aantal boeken te leren kennen.

Slide 14 - Slide